Korfbaloefeningen
Opdracht:
- Probeer als aanvallende team te scoren in de korf voor 2 punten of door in de hoepel met de al te staan voor 1 punt.
- Je mag lopen met de bal zonder dat je getikt wordt met de bal in jouw handen.
- Overspelen en lopen met de bal is dus belangrijk!
- Het is een soort rugby, maar dan zonder lichamelijk contact.
Regels:
- Je mag lopen met de bal in de handen binnen het veld
- Verdedigd doelen is toegestaan (de aanvallende partij tikken is namelijk slimmer)
- Alleen als je de bal hebt, mag je getikt worden.
- Stap 1:
- Ben je getikt met de bal, heb je nog 2 sec. om de bal over te gooien.
- Doe je dat niet, dan leg je de bal op de grond en gaat de verdedigende partij aanvallen.
- Stap 2:
- Ben je getikt met de bal, leg je de bal direct op de grond en gaat de verdedigende partij aanvallen.
- De 1e pass mag niet verdedigd of getikt worden.
- Scoren in de hoepel is 1 punt.
- Je scoort in de hoepel door erin te staan met de bal.
- Scoren in de korf is 2 punten.
- Verder normale korfbalregels.
Stap 1:
- Probeer als jager duo jezelf te verplaatsen binnen het veld, door over te spelen en zoveel mogelijk lopers af te gooien binnen 1 minuut.
Stap 2:
- Probeer zo snel mogelijk de bal van de jagers af te pakken, over te spelen en te scoren in de korf, maar pas op dat je niet wordt afgetikt door de jagers.
- Dat mag als jij de bal in jou handen hebt.
Regels:
- Leg de hoedjes neer in een vierkant met ong. 5 m tussen de hoedjes.
- 2 spelers zijn de tikkers, de rest beweegt zich binnen het vierkant.
- De 2 tikkers mogen de andere spelers tikken met de bal. De tikkers mogen niet lopen met de bal.
- Door middel van overgooien kunnen de tikkers de andere spelers aftikken.
- Als je getikt bent of buiten het vak komt ben je af en mag je weer mee doen als je een doelpunt hebt gescoord.
- bij stap 1 mogen de lopers niet aan de bal komen van de jagers.
Variatie:
- Als spelers af zijn horen ze bij de tikkers i.p.v. dat ze uit het vak moeten.
- Dit mag pas nadat ze gescoord hebben.
- Meer of minder spelers en dus meer of minder ballen.
Opdracht:
- Probeer zo snel mogelijk de bal te pakken en iemand af te gooien.
- Wordt je zelf afgegooid, dan probeer je z.s.m. terug te komen door te scoren in de korf buiten het veld.
Regels:
- Gooi je op het lichaam dan is diegene af:
- Via de grond of een medespeler is dus niet af.
- Als je af bent, scoor je in een van de korven die buiten het veld staan.
- Gescoord? De bal terug leggen waar die vandaan kwam en weer terug in het veld.
- Aantal afgegooide spelers tellen binnen een bepaalde tijd.
Opdracht:
- Wie is het eerste een rondje rond de bal of de speler?
Regels:
- Iedereen staat in een cirkel met zoveel ruimte dat je snel een bal kunt gooien.
- De bal start rechts van het kind dat gaat lopen.
- Het kind dat gaat renen, rent tegelijk met het gooien van de eerste bal aan de buitenkant van de kring.
- Speler 1 begint op 6 meter van de korf.
- Speler 2 staat tussen speler 1 en de korf op 2 meter van speler 1 af.
- Speler 1 gaat rennen voor een doorloopbal.
- Speler 2 moet de doorloopbal voorkomen.
- Speler 2 moet dus goed door de knieën zakken om meteen te kunnen bewegen.
- Ook moet de speler meteen bewegen wanneer speler 1 begint met lopen.
- Als dit niet gedaan wordt ben je te laat en haal je speler 1 nooit meer in.
- Het doel is dus de doorloopbal voorkomen.
- Je staat op een groot veld.
- Je maakt 2 teams 1 team staat links achter de lijn en het andere team rechts achter de lijn.
- 1 grote bal, ligt in het midden van het veld.
- Elke speler heeft een bal vast.
- Ze proberen vanaf achter het lijntje de grote bal te raken en die over de lijn van de tegenstander heen de rollen.
- Na het gooien pak je je eigen bal weer en ga je weer achter je eigen lijn staan, en ga je weer mikken op de grote bal, totdat de bal over iemand ze lijn heen is.
- Spelers rennen/dribbelen rondom een uitgezet vierkant. (palen/pionnen, voldoende afstand van elkaar af).
- Spelers krijgen van tevoren een lijst met opdrachten te horen met bijbehorend nummer.
- De trainer roept random een nummer, spelers voeren de opdracht uit.
- Je kan het aantal opdrachten en de opdrachten zelf aanpassen naar wens.
- Voorbeeld opdrachten.
- Grond aantikken.
- In de lucht springen.
- Sprinten tot volgende paal/pion.
- 1 burpee.
- Achteruit alsof je aan het verdedigen bent tot aan de volgende paal/pion.
- Iedereen in een kring of welke vorm dan ook.
- Laat de bal rondgaan door met twee handen te gooien.
- Vooral aandacht voor de techniek van het gooien.
- Wanneer dit een paar keer gedaan is kun je wisselen van stijl, dus bijvoorbeeld met één hand.
- Of misschien eens boven het hoofd.
- Wissel hierin af.
Doel:
In overtal situaties aanvallen opzetten
Regels:
- Zorg dat de aanval altijd 1 persoon meer heeft dan de verdediging (3-2, 4-3, 4-2 etc.)
- Geeft de aanval een taak:
- Bijv. scoor binnen 5 passen, scoor na het opzetten van een actie, scoor vanuit de rebound.
- Geeft de verdediging een taak:
- Bijv. zorg dat de bal binnen 5 passes wordt onderschept, zorg dat je voor verdedigd.
- Bepaal of je verdedigd mag doelen.
- Geeft met pionnen aan waar de uitlijnen zijn.
- Spreek af wanneer aanval wisselt met verdediging:
- Na X minuten, na X doelpunten, na X onderscheppingen.
Een drietal warming-up oefeningen voor flexibele spieren.
Deze oefeningen zijn voor rug, rug en hamstring en rug benen, enkels en armen.
- Dangling pose. (rug)
- Beide voeten op heupbreedte met voeten naar voren.
- Handen gaan zijwaarts omhoog.
- Kantel je bekken naar voren en ga met je handen naar de grond.
- Probeer de adem in je rug te voelen en houdt 1 minuut vast.
- Vervolgens kom je in een rustig tempo, wervel voor wervel omhoog.
- Down dog. (hamstring en rug)
- Handen en knieën op de grond. (heupen boven de knie en handen recht onder de schouder))
- Plank maken op je handen.
- Achterwerk omhoog en rug naar achteren, handen laten staan.
- Vasthouden 20 seconden en vervolgens terug in omgekeerde volgorde.
- Driehoek houding. (rug, benen, enkels en armen)
- Staan armen en benen wijd uit elkaar. (benen op pols breedte)
- Rechter voet 90 graden naar rechts draaien en linkervoet naar voren wijzen.
- Enkels blijven in 1 lijn.
- Reik naar rechts en beweeg met je rechter hand naar je kuit en kijk naar boven naar je linkerhand. (armen blijven op 180 graden)
- Heupen blijven naar voren.
- Even blijven staan en kom naar boven.
- Oefening 1 en 2 doen we 3x, oefening 3 links en rechts.
- Op het veld een x aantal hoedjes neerleggen op willekeurige plekken de helft op zijn punt.
- Je speelt met 2 ploegjes van 1 of meer spelers.
- Partij A legt de hoedjes op de punt partij B legt ze andersom.
- Na x minuten stop en tellen wie de meeste hoedjes heeft.
Doel:
- Verdien een punt door de bal over de lijn te vangen.
Regels:
- Een partij start van achter de lijn met de bal.
- Bal onderschept is bal eerst naar je eigen lijn brengen en dan naar de overkant voor een punt.
- Uitballen tellen.
- Als er een punt behaald is, krijgt de tegenstander vanaf daar de bal.
Aandachtspunten:
- Voor verdedigen.
- Afspelen aan de zijkant door te bewegen op 1 been.
- Spelen op tempo.
- Kijk goed naar elkaar en plek tegenstander.