Korfbaloefeningen
5 horden op ongeveer 5 meter van de muur en 50 cm uit elkaar.
- Ga voor de horde staan met het gezicht naar de horden en met licht gebogen knieën, ga zijwaarts door de horden 2x linksom en 2x rechtsom
- Ga zijwaarts voor de horde staan, spring over de horde en versnel naar de muur. Versnel op het sprong been. 2x linksom en 2x rechtsom
- Spring over de horde, trek je knieën zo hoog mogelijk op en bij het neerkomen spring je gelijk weer door. Dus alles op de voorvoeten. 2x
- Hinkel over de horde, sta even stil en neem de volgende horde. 2x links en 2x rechts
- Balans zoeken. Loop over een lijn en tik met de tenen van de buitenste voet de grond achter de horde aan. 2x links en 2x rechts
Speler 1 plaats de bal naar speler 2 en loopt naar de paal voor de afvang.
Vlak voordat de speler die positie inneemt, maakt deze een schijnbeweging en stapt uit naar achteren/opzij of naar voren.
Als de speler naar achteren/opzij stapt krijgt deze de bal en schiet. Komt naar voren, krijgt de bal en speelt die direct terug, zodat de 2e speler kan schieten.
De afvang wordt in deze gevallen ingevuld vanuit de ruimte door twee anderen.
Vlak voordat de speler die positie inneemt, maakt deze een schijnbeweging en stapt uit naar achteren/opzij of naar voren.
Als de speler naar achteren/opzij stapt krijgt deze de bal en schiet. Komt naar voren, krijgt de bal en speelt die direct terug, zodat de 2e speler kan schieten.
De afvang wordt in deze gevallen ingevuld vanuit de ruimte door twee anderen.
Tweetallen per korf; een aangever en een schutter.
- Na 5 schoten wisselen van functie.
- Schiet je raak, dan krijg je 2 punten, schiet je mis dan gaat er een punt af.
- Welk tweetal scoort als eerste 20 punten.
Met tweetallen bij een korf met 5 markeringspunten. Beginnen op 1 meter tot ongeveer 6 meter.
Je mag 2x vanaf elke afstand schieten.
Raak? Dan ga je een stap verder.
Mis? Dan gaat de andere en begin je de volgende ronde opnieuw bij het beging.
Je mag 2x vanaf elke afstand schieten.
Raak? Dan ga je een stap verder.
Mis? Dan gaat de andere en begin je de volgende ronde opnieuw bij het beging.
- welke speelster scoort het eerst bij de achterste streep
- welke speelster scoort als eerste van streep 1 naar 5 en vervolgens terug naar 1! dus 1-2-3-4-5-4-3-2-1
- Maak groepjes van 4/5 of 6 spelers met 2 ballen.
- Deze staan in een rij, waarbij de eerste twee spelers een bal hebben.
- Start op 4 meter van de korf.
- Zodra de eerste heeft geschoten mag de tweede gaan schieten.
- De schutters gaan achter de bal aan en schieten vanaf die plek opnieuw.
- Als de eerste scoort geeft die de bal aan nummer 3 die daarna gelijk gaat schieten.
- Als de laatst begonnen schutter als eerste scoort is de eerste schutter af.
- Wie wint deze challenge.
- We spelen die van 4 kanten van de korf.
- We werken deze oefening met tweetallen of drietallen (met 2-tal om en om, met 3-tal doordraaien)
- Er staan 6 pylonnen rond de korf, allemaal op 6 meter.
- Welk 2/3 tal scoort als eerste 5x een doorloopbal vanaf elke pylon
- Welk 2/3 scoort als eerste 2/3x van elke afstand
- Daarna worden de pylonnen op 2 meter gezet en maakt iedere speelster 2 doelpunten van elke kant
- In de steun en onder de paal wordt voorverdedigd.
- Dubbel aan de voorzijde op tot ongeveer 5/6 meter voor de paal.
- De rebound stapt uit aan de kant van de bal en speelt deze op de voorverdedigde steun, die vervolgens een doorloopbal neemt
In het kort: schietoefening (-spel) waarbij van verschillende kanten van de korf wordt geschoten.
Organisatie:
- Per korf een tweetal met een bal, of bij gebrek aan voldoende korven 2 tweetallen met elk een bal.
- Bij elke korf vier pionnen of andere markeringstekens: 1 voor en 1 achter de korf en 1 links en 1 rechts van de korf, steeds op circa 6 meter afstand.
- Van elk tweetal start er een onder de korf.
- De ander krijgt als opdracht om zo snel mogelijk vanaf elke pion een doelpunt te maken.
- Daarna wisselen van functie.
- Welk tweetal is het snelst klaar met 'de reis om de wereld'?
Variatie:
- De afstanden kunnen uiteraard naar believen groter of kleiner worden gemaakt.
- Of: bij elke pion 2 doelpunten maken.
Variatie:
- In plaats van schieten uit stilstand, kan er ook uit beweging worden geschoten,
- Of gewoon: uitwijkballen nemen.
Variatie:
- Er wordt met 2 tweetallen per korf gewerkt.
- De twee schutters krijgen nu de opdracht om bij elke pion samen twee keer te scoren, het maakt niet uit wie de doelpunten maakt.
- Er wordt dus van functie gewisseld nadat er 4 keer 2 doelpunten zijn gemaakt.
- Bij welke korf is men het eerst 2 keer rond? (en heeft men dus het eerst 16 doelpunten gemaakt?)
De belangrijkste overweging achter de bovenstaande oefeningen is het feit dat er gewoonlijk bij voorkeur van voor de korf wordt geschoten. En aangezien een groot deel van het vak nou eenmaal naast of achter de korf ligt, moet er ook vanaf die plaatsen geoefend worden. En het schieten daarvandaan is ook echt anders: niet alleen vanwege het feit dat de korven meestal iets voorover hangen, maar ook omdat de bevestiging aan de paal voor de schutter duidelijk waarneembaar wordt, waardoor het inschatten van de juiste afstand en hoogte beïnvloed wordt.
Zuiver schieten is altijd belangrijk natuurlijk, maar hier komt het er wel heel erg op aan om doelpunten te maken. Wanneer spelers dit spelletje voor het eerst doen, dan zijn ze aanvankelijk vrij luidruchtig en komen er wellicht reacties als 'dit kan nooit!' of 'ik vind er niks aan'. Die verdwijnen na korte tijd vanzelf, men gaat zeer geconcentreerd schieten en het scoren gaat met sprongen vooruit. Wat eerst onmogelijk leek, blijkt dan toch te kunnen!
- Bal wordt ingespeeld op de steun.
- De dame onder de paal trekt weg naar de zijkant vanwaar wordt ingespeeld op de steun.
- Inmiddels is de eerste passer op de steun toegelopen, waarna de steunspeelster de bal op de uitgelopen paaldame speelt en zij stapt mee met de bal met als dreiging naar binnen te lopen.
- De eerste passer loopt om het blok en krijgt de bal van opzij aangespeeld en neemt de doorloopbal.
- Speel dit in het 3:3 zo vaak als het kan en doe dit aan alle kanten van de paal.
- Het derde drietal oefent vrije ballen en strafworpen. Ook kan de beginbal nieuw worden geoefend. (lijkt op bovenstaande)
- Maak van 5 meter 6 schoten.
- Maak 8 doorlopers
- Maak voor jezelf 5 strafworpen (Tellen hoeveel je hebt gescoord)
Voorbereiding:
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
- Partijen 4 tegen 4
- Verdedigend goed voorverdedigen
- Aanvallend hoog baltempo; bal niet langer dan 5 seconden vast houden, anders is bal voor tegenpartij.
- Op het laatst nog proberen 1 minuut uit te spelen.