Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up
- Per paal waar 2 a 3 deelnemers staan start je met 20 doorloopballen die aangegeven worden vanuit de ruimte.
- Als er 20 gescoord zijn ga je met je paal door met de volgende oefening.
- 10 afstand schoten vanuit beweging.
- Gescoord?
- Door naar 10 uitwijkballen.
- Per paal moeten deze doelpunten gemaakt zijn.
- Triootje schieten.
- Met tweetallen een triootje schieten.
- In volgorde:
- Afstandsschot.
- Doorloopbal en klein kansje in de buurt van de paal.
- Wie scoort als eerste 25 punten.
- Puntentelling:
- 0 x raak = -1.
- 1 x raak = 0.
- 2 x raak is 2 of 3 punten waarbij de doorloopbal en klein kansje tellen voor 1 en het afstandsschot voor 2.
- 3 x raak = 5.
- Als beide speelsters 25 punten hebben is de oefening klaar.
- Allemaal op een rij beginnen op de achterlijn.
- Op de heenweg trek je een sprint, op de terugweg dribbelen.
- Elke keer dat je bij een lijn komt doe je een oefening. 1x na de heenweg, 1x na de terugweg.
- Oefeningen (aantallen zijn vrij in te vullen):
- Squats
- Push-ups (eventueel op knieën)
- Jumping Jacks
- Lunges, eerst met links uitstappen, daarna met rechts.
- Burpees
- Per 2-tal aan korf, 3de speler doet bijoefening.
- Speler 1 (aangever-rebounder) met bal onder korf, speler 2 een 5-tal meter voor de korf.
- De schutter heeft als opdracht om 6x te scoren vanuit schot.
- Na elk schot gaat de schutter zich opnieuw verplaatsen, zodat alles uit beweging dient te gebeuren.
- De functies blijven behouden tot iemand daadwerkelijk 6 heeft.
- Dan draai je door (aangever --> bijoefening --> schutter --> aangever).
- Hou er steeds rekening mee dat de afstandsregels moeten gewaarborgd worden, let zeker op bij het rebounden bij een schot dat aan de voorkant valt.
- Er liggen een aantal hoedjes verspreid over het hele veld, wel in verschillende kleuren.
- De coach roept 'wit', dan moeten alle kinderen zo snel mogelijk naar een wit hoedje toe rennen.
- Er is 1 hoedje te weinig per kleur, dus het kind die niet bij een hoedje staat moet een zelf bedachte opdracht doen.
- Voorbeelden opdracht:
- Een rondje rennen.
- Opdrukken.
- 5x zo hoog mogelijk springen.
- Een sprintje trekken.
- 2x scoren bij en korf.
- 3-tal oefeningen met verdediger op 80%. (kans toestaan)
- 10-tal doorloopballen.
- 10-tal korte kansen (2-3m) uit beweging.
- 10-tal schoten (5-6 m) uit beweging.
- 3 pionnen voor de korf (vaste aangever)
- 1 rebound, 1 aanvaller.
- Aanvaller begint bij achterste pion.
- Bij een doelpunt mag je een pion naar voren.
- Bij een misser een pion naar achter.
- Vaste aangeef, wissel na een ronde.
- Spelrondes:
- Ronde 1:
- 10 doorloopballen.
- Ronde 2:
- 8 korte kansen.
- Ronde 3:
- 5 schoten. (3m, wisselend uitwijken)
- Ronde 4:
- 4 schoten. (5m, wisselend uitwijken) Goed voor 2 punten.
- Finale:
- 25 korte kansen (samen) scoren.
- Koppel met de meeste punten wint.
- Conditiespel 2 teams - 5 rondes.
- Je blijft met je teams aan je eigen kant.
- Aangevers wisselen door zodat iedereen in beweging blijft.
- Bedoeling is dat de oefening met hoge intensiviteit gedaan wordt.
- Start is voor de pionnen. Na pion 5 in sprint naar de eerste korf.
- Rebound sprint daarna naar tweede korf.
- Rebounder tweede korf sluit weer bij pionnen aan.
- Individuele scorer tel je op.
- Hardop tellen met je team.
- Per ronde 1 punt.
- Ronde 5 = 2 punten.
- Ronde 1:
- 10 doorloopballen. (pion oefeningen = knieheffen)
- Ronde 2:
- 8 schoten 3-4m. (pion oefening = 2 pion vooruit, 1 pion achteruit)
- Ronde 3:
- 10 korte kansen. (pion oefening = zigzaggend)
- Ronde 4:
- 6 schoten 4-5m. (pion oefening = achteruit zigzaggend)
- Ronde 5:
- Team met minste punten bepaald oefening, ook de pion oefening.
- Ronde 1:
- Wit gooit naar blauw, krijgt de bal terug, gooit naar rood (blauw gaat richting de korf), krijgt de bal terug, gooit op blauw voor doorloopbal.
- Blauw vangt en begint de oefening opnieuw door naar rood te gooien. (10x scoren)
- Ronde 2:
- Idem dito ronde 1 maar blauw passt door op wit voor korte kans. (10x scoren)
- Ronde 3:
- Idem dito ronde 1 maar blauw wijkt uit voor schot op 4m. (6x scoren)
- Ronde 4:
- Idem dito rond 3 maar wit trekt weg uit rebound voor korte kans (10x scoren)
- Ronde 5:
- Wit gooit naar blauw, krijgt de bal terug, gooit naar rood (blauw gaat richting de korf), wit dubbelt bij aankomst met rood en loopt een diepe lijn, krijgt de bal en schiet (6x scoren)
- Ronde 6:
- Idem dito ronde 5 maar wit schiet niet en passt op de rood die aansluit en rood schiet. (6x scoren)
- * Bij hoge intensiviteit goede conditietraining.
- Schotoefeningen:
- 5 - rondes (draai rondom korf)
- Ronde 1:
- De schutter neemt 4 schoten van 3 a 4m vanaf voor, achter en zijkanten korf. (rechtsom)
- Ronde 2:
- Snelle breedtebewegingen en pass (2 handen) op 3 meter. 3x pass daarna schot.
- Ronde 3:
- De schutter neemt 4 schoten van 3 a 4m vanaf voor, achter en zijkanten korf. (linksom)
- Ronde 4:
- Snelle breedtebewegingen en pass (1 hand) op 6 meter. 3x pass daarna schot.
- Ronde 5:
- Op 1m van korf starten, scoren = stap achteruit.
- 2x mis op rij = wissel.
- Wie scoort als eerste bij stap 5?
- Ronde 1:
- Blauw passt op rood, blauw sprint naar binnen voor aansteun en krijgt de bal terug.
- Rood neemt doorloopbal. (10 scoren)
- Ronde 2:
- Idem dito als ronde 1:
- Maar rood neemt geen doorloopbal maar passt door op blauw voor korte kans. (10 scoren)
- Idem dito als ronde 1:
- Ronde 3:
- 1 koppel start al onder de korf.
- Blauw passt op rood, loopt richting rood voor dubbel en loopt daarna lange lijn.
- Rebound stapt voor zodat blauw naar binnen kan klappen voor doorloopbal.
- Rood heeft ondertussen rebound overgenomen.
- Ronde 4:
- Blauw passt op rood, loopt richting rood voor dubbel en loopt daarna lange lijn op schotafstand.
- Rood gooit naar blauw voor schot en vangt af.
- Ronde 5:
- Idem dito als ronde 4: maar blauw komt niet tot schot, rood sluit aan en schiet.
- Blauw vangt af.
> 2-tallen (om en om nemen)
> Pionnen in het midden van het speelveld
> Gewonnen pionnen liggen op 1 meter van je korf
> 20 pionnen bij 8-10 spelers | 24 pionnen 11-14 spelers | 28 pionnen 15-18 spelers
> Elke ronde duurt zo lang als alle pionnen op zijn (+ 1 minuut pionnen stelen)
- Ronde 1:
- 5 dlb achter elkaar = 1 pion.
- 8 dlb achter elkaar = 2 pionnen.
- 10 dlb achter elkaar = 3 pionnen.
- Ronde 2:
- 2 schot = 1 pion.
- 3 schot = 2 pionnen.
- 4 schot = 3 pionnen.
- Ronde 3:
- 4 korte kans = 1 pion.
- 7 kk = 2 pionnen.
- 9 kk = 3 pionnen.
- Ronde 4:
- 5 stippen = 1 pion.
- 8 stippen = 2 pionnen.
- 10 stippen = 3 pionnen.
- Ronde 5:
- 1 schot = 1 pion.
- 2 schot = 2 pionnen.
- 3 schot = 3 pionnen.
- 4 schot = 4 pionnen.
- 5 schot = 5 pionnen.