Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up

  • Zet de palen op een rij naast elkaar.
  • Onder iedere paal komt een aangeef te staan met bal.
  • De spelers nemen een doorloopbal op de eerste paal waarna ze hun eigen bal afvangen.
  • De aangeef loopt hierna naar de voorkant van de volgende paal, zet aan en neemt een doorloopbal op deze paal.
  • Hier wordt weer de eigen bal afgevangen waarna de aangeef verder gaat naar de volgend paal.
  • Bij de laatste paal loopt de aangeef achter de palen langs terug naar de eerste paal.
  • Naar een aantal goals toewerken (2 maal het aantal palen is prima).
  • Dit kan ook gedaan worden met andere kansen zoals wegtrekballen.
  • 3 tallen bij een korf. 
  • 1 vaste aangeef. 
  • 2 nemers. 
  • Deze blijven steeds bewegen op ca 5 - 6 meter van de korf. 
  • Het nemen van hun doelpoging moet steeds afgestemd zijn op de afvang. 
  • De tijd tussen afvang en doelpoging moet steeds zo kort mogelijk zijn. 
  • Er worden steeds 2 verschillende soorten doelpogingen ondernomen en de nemers nemen steeds dezelfde soort doelpoging.
  • 1 doorloopbalnemer en 1 uitwijker. (wisselen bij 5 scores pp)
  • 1 uitwijker en 1 kans achter korf (wisselen bij 5 scores)
  • Een speler met bal ruim achter korf
  • Aanvaller met verdediger voor de korf
  • Aanvaller moet steeds na schot voor lijn hoedjes lopen
  • Daarna wachten tot passer bal ruim gooit zodat hij naar achteren lopen kan schieten
  • Wisselen na doelpunt
    • Druk: 
      • Verdediger loopt rustig mee
      • Verdediger 75%
      • Verdediger volledige druk


schot-vanuit-lange-pass-onder-druk-1

Oefeningen worden 1x uitgevoerd

5 pionnen in rijen van 2 4 meter tussen ruimte.

  • Joggen (2x)
  • Hakken/Billen 
  • Knie  Heffen
  • Huppelpas met dubbele armzwaai
  • Kruispas (gezichten naar elkaar)
  • Kruispas (ruggen naar elkaar)
  • Aansluitpas (gezichten naar elkaar)
  • Aansluitpas (ruggen naar elkaar toe)
  • Heup uitdraaien (Bij elke pion)
  • Heup indraaien (Bij elke pion)
  • Kniebeweging (links en recht afwisselen)
  • Trapbewegning (links en rechts bij elke pion)
  • lopen met wisselen van richting schuin (niet sprinten)
  • Aansluitpas voorwaarts (schuin bewegen) 
  • Aansluitpas achterwaarts (schuin bewegen)
  • 2pionnen voorwaarts 1pion achterwaarts 
  • 75%-80% sprint tot pion 2
  • 75%-80% print tot pion 3
  • Knie lunges bewegend voorwaarts (van pion 1 tot 4)
  • Knie lunges met sprong op de plaats (3x per kant en dan sprinten naar pion 4) (2x)


Na deze oefeningen wordt er verder gegaan met inschieten.

  • 1 aanvaller
  • 1 verdediger 
  • 1 aangever
  • het duel duurt 1 minuut (goed voor de conditie!)
  • De verdediger laat bij in ieder geval geen geen doorloopbal door, het schot wordt toegelaten.
  • een beetje druk op het schot is wel vereist.
  • Verdeel de groep in twee teams.
  • Van beide teams gaan er 2 kinderen op de matjes staan die bij hun team horen.
  • Ook gaan er 2 kinderen per team voor de kast staan, dit zijn de keepers.
  • De kinderen die overblijven, gaan naar het gooivak toe (zie tekening).
  • Als de ballen in het spel komen dan is het de bedoeling dat de kinderen uit het gooivak de ballen tegen de kast aangooien.


keeperstrefbal

  • Warming up door muziek met 6 korven. 
  • Rondrennen over lijnen rond het veld of dansen onder de korf. 
  • Muziek stopt... meteen bal pakken en scoren. 
  • Laatste zijn af en mogen verdedigen
  • groep verdelen in 5 tallen (anders kan ook, maar dan eventueel aanpassen).
  • een vak maken bijvoorbeeld 8/8 of 10/10 of 12/12. 
  • Van elk 5 tal is 1 persoon een tikker, de andere zijn de veldspelers (heb je meerdere groepen, dan kun je de tikker(s) van de ene groep laten tikken bij de andere groep).
  • tikker tikt 1 of 1½ minuut en je telt hoeveel er getikt is (een speler is dus niet af en blijft meedoen met het spel).


  • De tikkers die gaan tikken (herkenbaar ivm hesje/lintje) en 
  • de andere overgebleven kinderen per groep verspreiden in het vak met een bal. Deze spelen de bal over en lopen daarbij vrij.
  • De tikkers proberen iemand te tikken (dat is dan punt) die niet de bal in zijn bezit heeft, iemand die dus de bal heeft mag niet getikt worden.
  • De speler waar de tikker naar toe gaat moet zo snel mogelijk de bal krijgen.
  • Maak twee teams en zorg voor twee dikke matten. 
  • Het doel is om met je team de dikke mat naar de overkant te duwen. 
  • Na elke duw moet je terug naar de beginlijn. 
  • Het slimste is dus om met je hele team tegelijk een aanloop te nemen en tegen de mat aan te duwen.
  • 2 met bal onder de korf (de onder en voor de korf zijn een setje)
  • 2 mensen voor de korf (tegen over elkaar)
  • scoor je, dan schijf je op
  • dit doe je tot je bent ingehaald door de andere schutter of jij hebt hem ingehaald.haal-elkaar-in
  • Zet een vierkant uit van 20 bij 20 met hoedjes
  • In het midden leg je ballen (1 minder dan het aantal spelers)
  • De spelers lopen rondjes rond de hoedjes
  • Op het fluitsignaal rennen ze naar binnen en proberen een bal te pakken
  • Als je een bal hebt mag je een schotpoging doen (strafworp - afstand) en als je scoort heb je een punt, bij elke nieuwe ronde een bal minder in het midden. De spelers die geen bal te pakken hebben blijven lopen.


  • Estafette:
    • Voorbereiding:
    • 2/3 rijen maken van achtereenvolgens 1 hoepel, 1 losse korf op de grond, 1 springtouw, 1 korf met paal
    • Estafete lopen start bij de pion eerst door de hoepel, dan door de korf;  dan 2 keer touwtje springen, 1 doelpunt maken daarna terug rennen.
    • Welk team is als eerste allemaal geweest?