Tennisoefeningen
- De spelers starten in 1 hoek van het veld (mini-tennis) en proberen met elkaar volley te spelen tot aan de overzijde en terug.
- Hoeveel keer kunnen ze op en neer?
- De spelers gebruiken de lijnen van het veld - geen materiaal nodig.
- Ze krijgen verschillende opdrachten die ze 1' gaan uitvoeren,
- nadien 1' rust en werkt uw partner (bewaar de afstand).
- Langs de lijn gaan staan: RV zoveel mogelijk over de lijn tikken. / LV zoveel mogelijk over de lijn tikken.
- Hinkelen van de éne lijn naar de andere lijn - val je? Opnieuw beginnen. (extra streep/strip in het midden leggen)
- 2 voeten over de lijn, 2 voeten achter de lijn.
- plankhouding van basislijn - net
- vertesprong gevolgd door een hoogtesprong
SPLIT EN WENDBAARHEID
- 2 kanten van het net opstellen:
- 2 kegels (splitstep + richting)
- 1 kegel ( rondje maken)
- 2 kegels minilijn (splitstep+ richting)
- spurt tot aan het net.-> aanschuiven in de rij. (5 per rij)
- 2 kegels (splitstep + richting)
https://www.instagram.com/p/BZ0jkxBnThM/
- STAND 1: KNIEEN HEFFEN LENGTE BASISLIJN _ NET
- STAND 2: LUNGES MET ROTATIE FH/ BH
- STAND 3: LIJNEN TIKKEN MET HAND/ RACKET // SERVICEVAK
- STAND 4: SCHAATSEN OP DE DUBBELLIJNEN MET BALANS
- STAND 5: RACKET SPRINGEN L-R
= Doorschuifsysteem: Lunges- knieën heffen- racketspingen-lijnen tikken- 1 leg jumps met balans
- oefening duurt 1 min - 30 sec rust (doorschuiven naar volgende oefening) = 7.5 min/ ronde = 2 rondes = 15 min
Werken in duo's:
- 2 spelers staan tegenover elkaar in het midden van het kegels/ballen/racketten.
- 1 speler = volger
- 1 speler = ontsnapper/loper
- Op het startsignaal probeert de loper de volger op het verkeerde been te zetten.
- Er ligt een balletje op beide racketten/pions/enkel een bal en de loper moet die proberen te nemen zonder dat de volger die kan tikken
- tikken met tennisbal in de hand
- Gelukt = 1 punt (eerste 3) en dan wisselen.
De spelers gaan aan de basislijn staan. Ze wachten op het signaal om te mogen vertrekken v/d trainer: Vertrekken al huppelend (in beweging)
1. huppelen. // spurten tot aan het net
2. draad achter u tikken en spurten naar het net
3. rug naar de trainer en spurten naar het net // omdraaien na signaal
4. hoogtesprong en spurten tot het net
5. elke lijn met je voet tikken (start basislijn- midilijn/basislijn- minilijn/basislijn- net stop)
- Begin- en eindlijn, dopjes liggen verspreid door het veld.
- Aantal dopjes is aantal spelers in team x 2.
- Dopjes worden 1 voor 1 naar eindlijn gebracht, het team dat als eerste klaar is wint.
- Wie is er het eerste bij de overkant, zonder dat de bal wegrolt?
- terwijl we de bal op het racket dragen en/of als we de bal omhoog gooien en opvangen met het racket
- tussen beide tennissers liggen 2 hoepels,ongeveer een meter uit elkaar.
- Probeer de bal in elkaars hoepel te laten stuiten (wie heeft de meeste treffers)
- Moeilijker: tussen beide tennissers.
- elke aan een kant van het net, aan elke kant van het net 2 hoepels (hoepels moeten aan beide kanten op dezelfde plek liggen), speel de bal over het net en probeer de bal in de andere hoepel te laten stuiten
- Leg een bal op de spelers rackets, en laat ze elkaars ballen stelen zonder dat ze eraf vallen.
- Als hun bal gestolen wordt of eraf valt laat ze dan bv een rondje rennen...
- Ligt aan de leeftijd!
- In buiklig bal naar partner werpen
- Partner rolt bal over de grond weer terug
- de spelers staan met 4 m uit mekaar, spelen mekaar de bal toe en vangen deze met gekruiste armen.
- spelers staan op een afstand van 1 a 1,5 meter achter elkaar.
- de voorste speler staat in spreidstand en houdt daarbij de armen zijwaarts gestrekt.
- de bal kan nu door de achterste speler lang links of recht onder of over de arm geworpen worden.
- de partner moet deze vangen zonder de bal valt.