Tennisoefeningen
- Leg hoepels aan de achterlijn.
- Elke speler eigen racket en bal.
- De speler houdt het racket horizontaal voor zich met de elleboog gebogen en tikt de bal een stukje omhoog.
- Laat vervolgens de bal langs het racket op de grond in de hoepel stuiteren en pakt in de stuit de bal weer op om deze weer stukje omhoog te tappen.
- Doe dit 10 keer.
- Daarna gaan ze dezelfde oefening lopend naar het net doen.
- Omdraaien en weer terug naar de hoepel.
- Zet een ballenbak/kar in het midden van een half veld.
- Elke speler probeert met een backhand de ballen in de ballenkar te slaan.
- Bulls eye als dat lukt.
Opstelling:
- Zet de spelers per tweetal achter elkaar met hun gezicht richting de muur.
- Per tweetal 1 tennisbal.
Oefening:
- Speler 1 staat het dichtst bij de muur en begint de oefening door de bal tegen de muur te gooien.
- Speler 2 vangt de bal.
- Speler 1 loopt ondertussen via de rechterkant terug en vangt vervolgens de bal die speler 2 net tegen de muur heeft gegooid.
- Herhaal minstens 20 maal.
- Maak de oefening moeilijker door de bal op te laten vangen in een hoedje.
Opstelling:
- Zet de spelers per tweetal achter elkaar met hun gezicht richting de muur.
- Per tweetal 1 tennisbal.
Oefening:
- Speler 1 staat het dichtst bij de muur en begint de oefening door de bal tegen de muur te gooien.
- Speler 2 vangt de bal.
- Speler 1 loopt ondertussen via de rechterkant terug en vangt vervolgens de bal die speler 2 net tegen de muur heeft gegooid.
- Herhaal minstens 20 maal.
- Maak de oefening moeilijker door de bal op te laten vangen in een hoedje.
- Ben je rechtshandig ga dan zijwaarts staan naar het net met je rechterschouder richting je tegenstander. Zo sta je in de juiste hoek om kracht te geven.
- Laat je racket achter je lichaam vallen op het moment dat je jouw lichaam draait. Zo gebruik je de heupen en schouders om je slag kracht te geven.
- Houdt tijdens de zwaai de arm gestrekt en pols stabiel. De elleboog is licht gebogen op het moment van impact want dan kun je de bal richting geven en, als je wilt, een spin geven.
- Sla de bal wanneer deze op de hoogte van je voorste heup komt. Zorg dat je jouw voeten richting de bal verplaatst en zet je gewicht op je voorste been terwijl je slaat.
Linkshandigen staan met linkerschouder richting de tegenstander.
Deze oefening kun je ook goed oefenen tegen een muur.
Deze oefening kun je ook goed oefenen tegen een muur.
O aluno terá de:
- Começar na linha de fundo
- Tocar no cone indicado pelo professor
- O exercício demora 20 segundos
- Er worden twee backhands en twee volleys gespeeld.
- Eerst komen de twee backhands. Die mogen waar dan ook op andere helft gespeeld worden.
- Daarna lopen ze naar voren en worden er twee volleys gespeeld.
- 2 rondjes inlopen.
- Rijen.
- Inspelen miniveld oranje
- Inspelen miniveld geel
- Inspelen groot veld rechtdoor
- Inspelen groot veld cross. wisselen van cross kant
- Gewoon rechtdoor overspelen
- Na elke slag moet je een punt aanraken
- Halve meter achter de baseline in het midden.
- Half veld.
- De spelers vertrekken in het midden van het veld (basislijn):
- Ze krijgen een lagere bal op hun BH/FH gespeeld
- Diepe slice langs de lijn
- Volgen door naar het net en volley afmaken (mikken) op het torentje ballen. (kegel)
- Idem andere kant of beide kanten tegelijkertijd inoefenen.
- 1 reeks BH slice - 1 reeks FH slice - 1 reeks BH slice....
- In de rally blijven De student is in staat om:
- Om op verschillende manieren forehand- en backhand technieken te slaan in dubbel- en enkelspel.
- Aan te geven welke principes gelden bij het opbouwen van een punt.
- Zelfstandig spel- en oefenvormen op te starten en te onderhouden.
- Met aandacht en begrip, focus, werklust en strijdlust aan de les deel te nemen.
- Samen te werken en te overleggen.
- Regelkennis toe te passen.
Oefening per 3 speler:
- 2SP houden een stok vast in hun handen (uiteinde van de stok)
- SP3 spurt op het startsignaal naar de kegel met de tennisbal
- Neemt de tennisbal af en loopt terug naar de stok (SP1+2). SP3 springt erover en terug
- Stok hoog houden en onderdoor lopen
- Opnieuw 2x springen
- Stok omhoog houden en eronder door lopen terug richting de kegel
- De tennisbal erop leggen en de één van de twee andere SP aantikken