facebook pixel

Tennisoefeningen

Opstelling:
  • Zet de spelers per tweetal achter elkaar met hun gezicht richting de muur.
  •  Per tweetal 1 tennisbal.
Oefening:
  • Speler 1 staat het dichtst bij de muur en begint de oefening door de bal tegen de muur te gooien. 
  • Speler 2 vangt de bal. 
  • Speler 1 loopt ondertussen via de rechterkant terug en vangt vervolgens de bal die speler 2 net tegen de muur heeft gegooid.
  • Herhaal minstens 20 maal.
  • Maak de oefening moeilijker door de bal op te laten vangen in een hoedje.  
drawing Warming up
  • Ben je rechtshandig ga dan zijwaarts staan naar het net met je rechterschouder richting je tegenstander. Zo sta je in de juiste hoek om kracht te geven.
  • Laat je racket achter je lichaam vallen op het moment dat je jouw lichaam draait. Zo gebruik je de heupen en schouders om je slag kracht te geven.
  • Houdt tijdens de zwaai de arm gestrekt en pols stabiel. De elleboog is licht gebogen op het moment van impact want dan kun je de bal richting geven en, als je wilt, een spin geven.
  • Sla de bal wanneer deze op de hoogte van je voorste heup komt. Zorg dat je jouw voeten richting de bal verplaatst en zet je gewicht op je voorste been terwijl je slaat.
Linkshandigen staan met linkerschouder richting de tegenstander.
Deze oefening kun je ook goed oefenen tegen een muur.
O aluno terá de:

  • Começar na linha de fundo
  • Tocar no cone indicado pelo professor
  • O exercício demora 20 segundos
drawing Aquecimento
  • Er worden twee backhands en twee volleys gespeeld.
  • Eerst komen de twee backhands. Die mogen waar dan ook op andere helft gespeeld worden.
  • Daarna lopen ze naar voren en worden er twee volleys gespeeld. 
drawing BH en Volley oefening
  • 2 rondjes inlopen. 
  • Rijen. 
  • Inspelen miniveld oranje
  • Inspelen miniveld geel
  • Inspelen groot veld rechtdoor
  • Inspelen groot veld cross. wisselen van cross kant

  • Gewoon rechtdoor overspelen
  • Na elke slag moet je een punt aanraken
    • Halve meter achter de baseline in het midden.
    • Half veld.
  • De spelers vertrekken in het midden van het veld (basislijn):
    • Ze krijgen een lagere bal op hun BH/FH gespeeld 
    • Diepe slice langs de lijn
    • Volgen door naar het net en volley afmaken (mikken) op het torentje ballen. (kegel)
    • Idem andere kant of beide kanten tegelijkertijd inoefenen. 
  • 1 reeks BH slice - 1 reeks FH slice - 1 reeks BH slice....
drawing Kistoefeningen: Slice opkomen én volley afmaken.
  • In de rally blijven De student is in staat om: 
    • Om op verschillende manieren forehand- en backhand technieken te slaan in dubbel- en enkelspel.
  • Aan te geven welke principes gelden bij het opbouwen van een punt.
  • Zelfstandig spel- en oefenvormen op te starten en te onderhouden.
  • Met aandacht en begrip, focus, werklust en strijdlust aan de les deel te nemen.
  • Samen te werken en te overleggen.
  • Regelkennis toe te passen. 


rally-1

Oefening per 3 speler:

  • 2SP houden een stok vast in hun handen (uiteinde van de stok) 
  • SP3 spurt op het startsignaal naar de kegel met de tennisbal
    • Neemt de tennisbal af en loopt terug naar de stok (SP1+2). SP3 springt erover en terug
  • Stok hoog houden en onderdoor lopen
    • Opnieuw 2x springen
    • Stok omhoog houden en eronder door lopen terug richting de kegel
    • De tennisbal erop leggen en de één van de twee andere SP aantikken


drawing Moving & Jumping
  • Oefening 1
    • per 2SP; één ballon hooghouden en ondertussen een tennisbal doorgeven aan elkaar. 
  • Oefening 2
    • per 2SP: Er ligt een tennisbal op de kegel; 1SP slaat de ballon de lucht in; duwt met de voet de tennisbal van de kegel, oprapen, terug op de kegel leggen en ballon vangen. 
  • Oefening 3:
    •  per 2SP: Er ligt een tennisbal op de kegel; 1SP slaat de ballon de lucht in; neemt de tennisbal van de kegel; draait de kegel om en gooit de tennisbal in de kegel + vangen ballon. 
  • Oefening 4:
    •  per 3SP; Beide SP hebben 2 stokken aan de uiteinde vast tussen hun twee in. SP3 gooit de tennisbal de lucht in en steekt een kegel omgekeerd tussen de stokken. SP1+2 moeten proberen deze bal in de kegel op te vangen. (Afdaling: na één bots)
  • Oefening 5
    • per 2SP of alleen: SP heeft 3 kegels langs elkaar staan; Hij/Zij gooit de tennisbal de lucht in; stapelt alle kegels op elkaar; en probeert dan de bal de vangen in de kegel (na één bots, zonder bots,...)
  • Je kan ook met kleuren werken: een juiste volgorde stapelen.
  • 1 verschillende kleur: die je altijd als eerste, laatste moeten nemen, waar de tennisbal moet invallen....;

Oefening met 3 spelers 

  • Met 3 spelers achter elkaar tegenover een muur/wand
  • 2de speler in de rij gooit de tennisbal tegen de muur in een boog
  • Speler 1 springt in spreidsprong over de bal
  • speler 2 vangt de bal op na 1 bots (afdaling: 2 botsen) en gooit het balletje achteruit naar speler 3 die op zijn beurt weer gooit.


  • Als je springt over het balletje 
    •  achteraan in de rij
  • Bal gegooid 
    • gaat speler 1 als springer
  • Speler 3 heeft rust en schuift daarna door naar speler 2 als gooier.
drawing Oriëntatie
  • De spelers voeren deze oefening uit om hun voetenwerk te verbeteren:
    • slalom zijwaarts tussen de kegels (achter-voor) bewegen en een 'nummer' tikken
    • Na het tikken van een 'nummer' of pannenkoek terug tussen de kegels door en een andere pannenkoek tikken
drawing Voetenwerk 1