Tennisoefeningen
- De spelers spelen 1 vs 1 of 2 vs 2 met allebei een racket in hun handen.
- Er ligt een hoepel in het midden tussen de teams.
- Ze krijgen een babybal (paarse bal ) en ze moeten de bal telkens in het de hoepel slaan.
- Als de tegenstanders de bal niet meer kunnen nemen =2x gebotst = punt.
- Passen geven mag naar elkaar
- Storen niet
- De spelers lopen dus voortdurend rond hun hoepel, om verschillende hoeken te kunnen maken voor de tegenstander
- 1 - 1 starten = nadien 2 vs 2
- De bal eerst naar jezelf omhoog spelen - dan proberen te scoren ( 1 speler -1 speler)
- De bal ontvangen van de tegenstanders - omhoog spelen (pass naar teamgenoot) teamgenoot moet in de hoepel spelen ( 2-2 spelers)
- De speler gaat langs de "horde" staan.
- Springt over de horde met een cross over beweging.
- De speler start aan de startkegel.
- Zo snel mogelijke verplaatsing naar de verdere kegels en speelt het BH.
- Overkruisen terug verplaatsen naar de startkegel
- Voetenwerk: L-R-L voor BH (rechtshandige)
- De speler start aan de startkegel;
- Lage bijtrekpassen verplaatsen naar volgende kegel.
- Jumping back naar de vorige kegel
- Nadien terug bijtrekpas naar de 2de kegel en jump back.
- De speler aan de overkant start in het midden van het veld (basislijn) en krijgt een lage bal ingespeeld
- Verplicht de eerste bal slice te spelen rechtdoor.
- De speler aan trainers kant
- Start enkellijn FH/BH (tegenovergestelde lijn tov. eerste bal)
- Uitspelen
- Kan je scoren met volley? = 3 punten
- De spelers starten in 1 hoek van het veld (mini-tennis) en proberen met elkaar volley te spelen tot aan de overzijde en terug.
- Hoeveel keer kunnen ze op en neer?
- STAND 1: KNIEEN HEFFEN LENGTE BASISLIJN _ NET
- STAND 2: LUNGES MET ROTATIE FH/ BH
- STAND 3: LIJNEN TIKKEN MET HAND/ RACKET // SERVICEVAK
- STAND 4: SCHAATSEN OP DE DUBBELLIJNEN MET BALANS
- STAND 5: RACKET SPRINGEN L-R
= Doorschuifsysteem: Lunges- knieën heffen- racketspingen-lijnen tikken- 1 leg jumps met balans
- oefening duurt 1 min - 30 sec rust (doorschuiven naar volgende oefening) = 7.5 min/ ronde = 2 rondes = 15 min
Werken in duo's:
- 2 spelers staan tegenover elkaar in het midden van het kegels/ballen/racketten.
- 1 speler = volger
- 1 speler = ontsnapper/loper
- Op het startsignaal probeert de loper de volger op het verkeerde been te zetten.
- Er ligt een balletje op beide racketten/pions/enkel een bal en de loper moet die proberen te nemen zonder dat de volger die kan tikken
- tikken met tennisbal in de hand
- Gelukt = 1 punt (eerste 3) en dan wisselen.
De spelers gaan aan de basislijn staan. Ze wachten op het signaal om te mogen vertrekken v/d trainer: Vertrekken al huppelend (in beweging)
1. huppelen. // spurten tot aan het net
2. draad achter u tikken en spurten naar het net
3. rug naar de trainer en spurten naar het net // omdraaien na signaal
4. hoogtesprong en spurten tot het net
5. elke lijn met je voet tikken (start basislijn- midilijn/basislijn- minilijn/basislijn- net stop)
- Wie is er het eerste bij de overkant, zonder dat de bal wegrolt?
- terwijl we de bal op het racket dragen en/of als we de bal omhoog gooien en opvangen met het racket
- tussen beide tennissers liggen 2 hoepels,ongeveer een meter uit elkaar.
- Probeer de bal in elkaars hoepel te laten stuiten (wie heeft de meeste treffers)
- Moeilijker: tussen beide tennissers.
- elke aan een kant van het net, aan elke kant van het net 2 hoepels (hoepels moeten aan beide kanten op dezelfde plek liggen), speel de bal over het net en probeer de bal in de andere hoepel te laten stuiten
- Leg een bal op de spelers rackets, en laat ze elkaars ballen stelen zonder dat ze eraf vallen.
- Als hun bal gestolen wordt of eraf valt laat ze dan bv een rondje rennen...
- Ligt aan de leeftijd!