Tennisoefeningen voor de techniek topspin
- Je slaat of gooit de bal aan naar de leerling die voor je staat.
- Die leerling probeert het ballen torentje of pion om te slaan.
- Daar leren ze ervoor om gericht te spelen en topspin te spelen.
- Je hebt het bolletje met LL (leerling).
- Je hebt een lijn na de service vak daar proberen ze achter te spelen.
- Het eerste niveau is om de ballen aan te gooien.
- Door het aan gooien kan ik letten op de techniek en nog tips geven.
- Eenmaal als ze het aan gooien lukken kan je naar het aanspelen.
- De bedoeling is dat de kinderen de bal slaan met topspin en niet te vlak.
Dit is een goede warming-up voor tennis:
- Probeer met z'n tweeën te richten op het ballen stapeltje.
- Je kan heel zacht slaan met topspin, want dan kom je er het makkelijkst bij.
- Sla niet vlak en hard, want daar leer je niets van.
- Er wordt gewerkt in viertallen op een ‘hele baan’. Twee teams van twee leerlingen.
- Volgens de tiebreak telling wordt een dubbelspel wedstrijd gespeeld.
- Na enige tijd stopt de docent het spel: het team dat op dat moment voorstaat, heeft gewonnen.
- Bij gelijk spel, het winnende punt.
- Een winnend team zoekt vervolgens (willekeurig) een ander winnend team op om een volgende wedstrijd te spelen op een veld naar keuze.
- Hetzelfde geldt voor de verliezende teams.
- Het (eventuele) voorbeeld van de docent laat nogmaals de uitleg van een tie break zien en mogelijke opstellingen.
- Extra opdracht: de studenten proberen een bewuste basistactiek te kiezen om het de tegenstander moeilijk te maken.
- De keuze voor een basistactiek wordt gemaakt op basis van ‘wat het team zelf goed kan’ in combinatie met ‘wat de tegenstander niet zo goed kan’