facebook pixel

Tennisoefeningen voor de techniek warming-up

  • Het voetenwerk is een belangrijk onderdeel in tennis.
  • Door goed voetenwerk kunt u snel bij de bal zijn, waardoor u de bal kunt terugslaan.
  • Het voetenwerk bestaat uit meerdere onderdelen.
  • Zo kunt u voorwaarts en achterwaarts bewegen, maar ook zijwaarts bewegen.
  • Het is van essentieel belang dat u, na het slaan van de bal, terugbeweegt naar het midden van de tennisbaan, omdat u dan een betere uitgangspositie heeft.


  • Het allerbelangrijkste onderdeel van het voetenwerk is het maken van een splitstep.
  • Een splitstep maakt u op het moment dat de tegenstander de bal slaat.
  • Een splitstep is een kleine sprong die u maakt.
  • Uw voeten komen nauwelijks van de grond af.
  • Wanneer uw voeten weer op de grond geland zijn is het van belang dat uw lichaamsgewicht verplaatst naar beide benen.


  • Daarnaast kunt u bewegen door de ‘zij-sluitpas’ en de ‘cross-overpas’ te gebruiken.
  • De zij-sluitpas wordt veel gebruikt, omdat u na het slaan van de bal meteen kan terugbewegen naar het midden van de baan, terwijl uw hele lichaam gericht is richting het tennisnet.
  • Hetzelfde geldt voor de ‘cross-over pas’.
  • Warm je spieren geleidelijk op. 
    • Tijdens je warming-up moet je het warm krijgen, een beetje gaan zweten en een licht versnelde ademhaling krijgen, maar je mag niet te moe worden.
  • Speel zoveel mogelijk in op de activiteiten tijdens de training. 
  • Stem de oefeningen en de lengte van je warming-up hier op af. 
  • Een uurtje recreatief dubbelen vraagt een andere voorbereiding dan een belangrijke wedstrijd.


  • Als je een wedstrijd speelt, doe dan een complete warming-up voor je de baan op gaat. 
  • Gebruik de inspeeltijd net voor de wedstrijd om lange slagen te oefenen en de zwakke punten van je tegenstander te ontdekken.
  • Draag (vooral bij koud weer) een trainingspak tijdens de warming-up en trek dat pas kort voor je echt gaat spelen uit. 
  • Zo kun je de hogere lichaamstemperatuur vasthouden.


  • Besteed meer aandacht aan de warming-up bij koud weer, als je onregelmatig wedstrijden speelt of als je ouder wordt. In die situaties heb je meer kans op blessures.
  • Als je ’s ochtends een training of wedstrijd hebt, besteed dan wat meer tijd aan je warming-up. 
  • ’s Morgens ben je minder soepel dan ’s middags of ’s avonds.


  • Start je training of wedstrijd binnen 5 tot 10 minuten na de warming-up. 
  • Wacht je langer, dan gaat het effect van je warming-up verloren.
  • leg de bal op het racket:laat de bal over de snaren rollen, de bal mag niet van het racket rollen
  • houdt de bal op de racket,terwijl je de vloer aanraakt, gaat zitten, opstaan, gaat hinken, gaat rennen enz.
  • Probeer het racket steeds op borst hoogte te houden
  • gooi de bal met het racket omhoog en vang hem weer op met het racket
  • gooi de bal een stukje voor je uit
  • loop er achter aan en en vang hem weer op met je racket.
  • gooi bal omhoog laat hem 1x stuiten en vang hem dan met racker op
  • blijf de bal omhoog spelen, vang hem niet meer op
  • probeer rond te lopen als je de bal omhoog speelt, wie lukt dit zonder fouten en zonder iemand aan te raken
  • speel de bal voorjezelf omhoog.
  • Laat hem een keer stuiten en speel hem weer omhoog.
  • voor ieder tennisser ligt een hoepel
  • speel de bal omhoog en probeer hem in de hoepel te laten stuiten (wie komt het vaakst met de bal in de hoepel?)
  • tweetallen: 
    • doe hetzelfde als bij 2 alleen zonder hoepel
  • tweetallen:
    • zelfde bij 3 alleen nu proberen om de beurten in de hoepel te spelen.
  • Welk tweetal speelt in een bepaalde tijd de bal met de forehand de meeste keren over het net,
  • je mag elke goede forehand slag tellen,
  • als de bal fout gaat hoef je niet meer opnieuw te beginnen,
  • je mag nu doortellen.
  • Uitbereidings mogelijkheden zijn 
    • het alleen backhand spelen 
    • en/of beide technieken gebruiken.
  • Welke tweetal kan de bal het vaakst onafhankelijk over het net spelen??
  • De tennisers staan dicht bij het net.
  • Je kan het moeilijker maken door de afstand te vergroten.
  • tussen beide tennissers liggen 2 hoepels,ongeveer een meter uit elkaar.
  • Probeer de bal in elkaars hoepel te laten stuiten (wie heeft de meeste treffers)
  • Moeilijker: tussen beide tennissers. elke aan een kant van het net, aan elke kant van het net 2 hoepels (hoepels moeten aan beide kanten op dezelfde plek liggen)
  • speel de bal over het net en probeer de bal in de andere hoepel te laten