Voetbaloefeningen
- Aan elk potje staan 4 spelers.
- Op signaal vertrekken de 1ste van elk groepje.
- En doen een oefening tussen de potjes en sluiten aan de overkant aan.
- Dit 2x zodat je eindigt aan de beginpositie.
- Oefeningen worden daar de trainer bepaald.
- Afstand breedte de 16, andere goal op 20 meter buiten de 16.
- Doel: druk zetten en snel omschakelen.
- Uitvoering:
- Rode speler werkt vanaf 16 vrij af.
- Dan wordt 2:1.
- Bal buiten of gescoord 2:3 , 4:3, 4:4.
- Heb je 2 keepers in je team, zet ze dan op goal.
- Op één been staan met als einddoel 10 seconden volhouden met beide benen.
- Aandachtspunt: niet wegzakken in de heup op het standbeen, knie licht gebogen houden.
- Lukt het niet, dan knie laten strekken of laat kinderen lichte steun bij elkaar vinden.
- Tijdsduur: +- 3 minuten.
- Afstanden:
- Rechthoek van 15 bij 5 meter.
- Pion B en C 5 meter van elkaar.
- Beide 2,5 meter van zijkant en 5 meter van A en D af.
- Duur: 10 minuten. Na 5 minuten wisselen van richting
- Uitleg:
- A speelt B in
- B laat bal op C vallen
- C speelt D in
- D neemt de bal in de beweging mee
- D speelt die in op E
- E neemt bal mee naar begin punt
- Loop lijnen: A wordt B, B wordt C etc.
- Aandachtspunten:
- Strakke ballen door de bal in hart te raken lichaam iets over de bal
- B moet de bal op C iets naar buiten kant laten vallen zodat er een vrije passlijn naar D is
- D's aannamen in de beweging en pass op E moet een vloeiende beweging worden zodat je de handeling in 2 keer raken kunt uitvoeren
- LET OP DAT DE BAL BIJ PUNT A PAS GESPEELD WORDT OP MOMENT DAT IEDEREEN OP ZIJN PLAATS STAAT. Zodat punt A even moet wachten dat iedere ronde voor zich staat en de concentratie blijft.
- Afstanden:
- Rechthoek van 15 bij 5 meter.
- Pion B en C 5 meter van elkaar.
- Beide 2,5 meter van zijkant en 5 meter van A en D af.
- Duur: 10 min.
- Na 5 min wisselen van richting
Uitleg:
- A speelt B in
- B laat bal op C vallen
- C speelt D in
- Op moment dat de bal bij D is moet A er zijn om de Kaats te maken.
- D kaatst op A en loopt direct door om weer ingespeeld te worden.
- A kaatst op D en D kaatst op E.
- E neemt bal mee naar beginpunt.
- Loop lijnen: A wordt B, B wordt C etc.
Aandachtspunten:
- Strakke ballen door de bal in hart te raken, lichaam iets over de bal.
- B moet de bal op C iets naar buitenkant laten vallen zodat er een vrije passlijn naar D is.
- A moet timen dat hij op juiste moment aanwezig is voor de kaats met D.
- Is hij te vroeg en moet hij te lang wachten betekent dit in de wedstrijd dat er weer tegenstander in zijn rug zit.
- Is hij te laat moet D wachten betekent het in de wedstrijd dat de tegenstander druk op D kan zetten.
- Om concentratie te behouden let erop dat de bal bij punt A pas gespeeld wordt op het moment dat iedereen op zijn plaats staat.
- Afstanden:
- Rechthoek van 15 bij 5 meter.
- Pion B en C 5 meter van elkaar.
- Beide 2,5 meter van zijkant en 5 meter van A en D af.
- Duur:
- 10 minuten. Na 5 minuten wisselen van richting
Uitleg:
- A speelt B in.
- B laat bal op C vallen.
- C speelt D in.
- D neemt de bal in de beweging mee.
- D speelt die in op E.
- Aandachtspunten:
- Strakke ballen door de bal in hart te raken, lichaam iets over de bal.
- B moet de bal op C iets naar buitenkant laten vallen zodat er een vrije passlijn naar D is.
- D's aannamen in de beweging en pass op E moet een vloeiende beweging worden zodat je de handeling in 2 keer raken kunt uitvoeren.
- 8 meter
- Je kunt per meter 1 pion neerzetten, maar dit is niet noodzakelijk.
- Maak 2 groepen.
- De eerste speler op de helft kan de volgende speler laten starten.
Aandachtspunt:
- Land op de bal van de voet, niet op de hakken.
- Houd je balans en zak niet te ver door met je kont.
- Houd je bovenlichaam zo recht mogelijk.
Circuit.
- Spelers staan links en beginnen met bal op borst aannemen die door trainer is gegooid.
- Met bal verplaatsen van A naar B naar C naar D.
- Scoren.
- 40% verdedigers en 60% aanvallers.
- De aanvallers beginnen vanaf de middenlijn en dienen vooral te focussen op balbezit.
- Bij slordige passes en pingelen worden de spelers gestraft met 5 push-ups.
- De verdediging begint vanaf de 16-meterlijn en beweegt met de bal mee.
Wanneer er 5 keer gescoord is, moeten alle verdedigers 5 keer opdrukken.
- Dit is een 4 tegen 4 positiespel met 2 kaatsers aan beide kanten -wit.
- De bal mag oneindig veel keer worden aangeraakt en als de bal uitgaat, speelt de trainer de bal in naar de partij voor wie de bal is.
- Als een team erin slaagt om 8 keer over te spelen zonder dat de bal wordt onderschept, mogen ze scoren in de doeltjes en hebben ze een punt.
Aandachtspunten:
- Veel beweging.
- Goede en strakke passing.
- Trainer legt spelsituaties uit.
- De bal verleggen naar de andere kant.
- Zie plaatje
- Speler A begint slalom met bal tussen hoedjes.
- Bij het 2e hoedje begint speler B aan slalom zonder bal door hoedjes.
- Speler C begint aan loopbeweging rond kegels.
- Spelers A en B vallen aan.
- Speler C en de keeper verdedigen.
- Afwerken op doel.
Doorschuiven: A wordt C, B wordt K, K wordt A en C wordt B.
Duur: 8 minuten, tijdens het wachten op de beurt jongleren met de bal.