Voetbaloefeningen
DOELSTELLING
Creëren van kansen
AFMETINGEN
- Lengte: 40 meter
- Breedte: 20 meter
SPELREGELS
- Beide teams kunnen scoren op het grote doel met keeper
- De neutrale speler is de kaatser in het gele vak tegenover het grote doel
- Voordat er gescoord mag worden, dient het balbezittende team eerst de neutrale speler te gebruiken, hiermee halen ze 'recht van de aanval'
- Op het moment dat de bal uit gaat, of als de tegenpartij de bal onderschept, moet er weer opnieuw 'recht van de aanval' worden gehaald bij de neutrale speler
- Als de bal uit is, indribbelen
- Zie plaatje
- V-opstelling aan 2 kanten 3 spelers
- Speler 1a, 2a, 3a en speler 1b, 2b, 3b
- 1a kaatst naar 2a.
- 1a krijgt bal na kaatst en passt stevig naar 3b.
- 3b legt breed naar 2a.
- 2a rond af.
- 1a naar 2a, 2a naar 3b, 3b sluit aan bij A kant.
- Andere kant hetzelfde.
Voor 7 a 12 spelers
Maak een zeshoek met de pionnen op ongeveer 12-15 meter afstand.
Bij iedere pion 1 speler maar bij de 1e - en 4e indien 8 spelers- 2 spelers.
Maak een zeshoek met de pionnen op ongeveer 12-15 meter afstand.
Bij iedere pion 1 speler maar bij de 1e - en 4e indien 8 spelers- 2 spelers.
- 1 van de spelers bij het tweetal start met de bal.
- De speler bij de eerstvolgende pion zakt uit en vraagt de bal.
- De speler met de bal speelt deze in.
- De speler die de bal vraagt, draait in en neemt de bal aan.
- De speler bij de volgende pion zakt uit en vraagt de bal en de speler speelt de bal in, etc.
- De speler die de bal inspeelt, loopt door naar de volgende pion, enzovoort.
Variaties:
- Linksom en rechtsom
- In plaats van indraaien en inspelen vraagt de speler die inspeelt nu een kaats en de speler kaatst de bal, waarna de speler die de kaats vroeg de bal inspeelt naar de speler bij de volgende pion. De speler die heeft gekaatst loopt door en vraagt nu een kaats, enzovoort.
Voor meer dan 8 spelers meer mensen bij sommige pionnen of de zeshoek uitbreiden naar een achthoek.
- Zie plaatje
- Let op juiste loop route
- Zet pionnen zoals op plaatje
- Iedere pion een speler
- Zet uit in twee richtingen
- Synchroon uitvoeren
- Let op goede passing
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Speler 1 passt naar speler 2.
- Speler 2 draait open en geeft dieptepass naar achterlijn.
- Speler 1 sprint diep naar de dieptepass en geeft een voorzet rand 16.
- Speler 3 communiceert/ roept en vangt deze pass op of neemt aan of rond direct af.
- Zet goaltjes en pionnen zoals op plaatje.
- Speler 1 en speler 2 staan tegenover elkaar op de lijn.
- Speler 1 passt lang en hard naar speler 2.
- Op dat moment begint het duel, speler 1 loopt direct op speler 2 die het duel aangaat.
- Scoren in 1 van de twee goaltjes, scoren mag 1.5 meter van het goaltje -markeer met pion.
- Speler 1 kaatst op Speler 2.
- Speler 1 geeft diepe hoge pass op Speler 3.
- Speler 2 biedt zich aan rand 16.
- Speler 3 passt over de grond naar Speler 2.
- Speler 2 legt breed op rand 16, Speler 3 rondt af.
- Speler 1 naar Speler 2, die vervolgens naar Speler 3 speelt.
- Speler 3 sluit aan bij rij andere kant.
Twee kanten uitzetten en om en om uitvoeren.
- Zie afbeelding
- Zie afbeelding
- Let op bij aanname rechter pilon
- Rechts aannemen links passen icm uitdraai
- Andere kant parallel uitvoeren tegelijk
- Zet pionnen als gegeven.
- Minimaal 7 spelers.
- 1x uitdraaien, 1x kaatsen en 2x lange pass.
- Zorg voor goede pass met aanname.
- Meedraaien na de pass.