Voetbaloefeningen
- Duur:
- +- 30 min
- Afstand:
- 20x30 meter (inschatten op aantal spelers maar houd een rechthoek)
- Uitvoering:
- Positiespel
- 7:4
- 8:4
- Vanaf 13 spelers maak je 5 spelers die gaan jagen.
- Na 3 minuten wisselen van jagers.
- Positiespel
- Coach moment:
- Bij de bal bezittende ploeg moeten de spelers in positie blijven voetballen.
- Plank stand met bal naast de handen.
- Links schouder tik
- Rechts schouder tik
- Over bal
- Weer links / rechts
- Opspringen en bal wegsjotten
- Sprint andere kant veld korte zijde
- Doe 5 Burbees
- Rustig terug
- Alles 5x
- Sprintjes van doellijn :
- Sprint baklijn en rustig terug
- Sprint middenlijn en rustig terug
- Sprint achterste baklijn en rustig terug
- Sprint achterste doellijn en rustig terug
- Duur:
- 20 min
- Afstand:
- Rood tot blauwe pion 10 meter.
- Tussen blauw en blauw 5 meter.
- Breedte 15 meter. (afhankelijk met aantal spelers)
- Uitvoering:
- 3 man spelen de bal rond en proberen de bal naar het andere vak te krijgen.
- De blauwe spelers staan met 2 man in een vak.
- 1 in het blauwe vak om de passlijn af te snijden.
- Is de bal in het andere vak schuift de man in het blauwe door.
- Dan neemt een andere speler van blauw deze positie over.
- Bal naar ander vak spelen= 1 punt.
- Tussen 2 spelers = 2 punten.
- Blauw pakt de bal af = 1 punt.
- Wisselen naar +- 3 min
- Coach moment:
- Rood
- Hou spel breed
- Snel tempo
- Goed open draaien
- Blijf tempo houden
- Rood
- Duur:
- Restant
- Afstand:
- Breedte 16 meter.
- Lengte keepersvak 5 meter.
- Andere vakken 8 meter. (aanpassen aan aantal spelers)
- Uitvoering:
- Bal begint bij de keeper.
- Deze speelt zijn eerste linie in.
- Zij proberen de achterste linie te bereiken die dan mag gaan scoren.
- Aanvallers en verdedigers van vak A mogen alleen in beide vakken A komen.
- Dus ook alleen B bij B
- Coach moment:
- Opbouwers
- Hou breed
- Snel tempo
- Verdedigers
- Zorg dat je druk zet
- Net als positiespel in driehoek
- Opbouwers
- Duur:
- 15 min
- Afstand:
- Rood vierkant 16 meter breed 15 meter lang.
- Blauwe pion achterste lijn in midden 5 meter naar binnen ander weer 5 meter verder door.
- Witte pion in midden en 5 meter buiten het vak.
- Uitleg:
- A speelt B in
- B speelt C in met actieve verdediger in de rug
- C speelt D in
- D legt breed op C
- C scoort in goal 2
- LET OP!!!
- Actieve verdediger mag de bal afpakken en scoren op goal 1.
- Coach:
- Handelingssnelheid omhoog halen
- Je hebt een actieve verdediger meteen open draaien
- Duur:
- +- 20 min
- Afstand:
- 10 meter breed
- 15 meter lang
- Uitvoerring:
- Blauwe verdedigers spelen aanvallers in.
- Gaan goal afschermen.
- Druk op tegenstander uit te oefenen.
- Een speler zet druk.
- Een ander gaat er schuin achter staan voor rugdekking.
- Spel voor bij als bal uit is of gescoord dan volgende team.
- Coach moment:
- Verdedigers bewaar rust blijf goed switchen met rugdekking.
- Aanvallers hoog bal tempo veld breed houden speel verdediging.
- Uit elkaar door steek bal er tussen door.
- Duur:
- +- 20 min.
- Afstanden:
- Breedte van het veld.
- Lengte 10 meter van middenlijn 2 kleine goals neerzetten.
- Uitvoering:
- Keeper trap de bal vanaf de 5 meter naar aanbiedende speler A of B.
- Van daaruit probeert rood te scoren.
- Pakt blauw de bal kunnen zij scoren op de grote goal.
- Het spel is voorbij als gescoord is of de bal buiten de lijnen is
- De bal begint weer bij de keeper.
- Coach moment:
- Speler A en B duidelijk los komen van tegenstander en bal afschermen.
- Back meteen mee doen in aanval als middenvelders bal krijgen.
- Andere back naar binnen komen net als CV meteen naar binnen komen.
- ZET SPELERS OP PLAATS WAAR ZE IN HET VELD OOK STAAN
- Zet pionnen zoals op plaatje
- Speler 1 kaatst op speler 2
- Speler 2 kaatst terug op speler 1
- Speler 1 speelt lange pass op speler 3
- Speler 2 sprint naar de 16 meter lijn voor het doel
- Speler 3 geeft harde pass over de grond voor de 16 meter
- Speler 2 rondt direct af
- Deze oefening bevat een aantal oefeningen.
- Over de schouder kijken
- Passing
- Richtingsverandering
- Schijnbeweging
- Afwerken
- De spelers moeten goed leren kijken over de schouders wanneer ze de loopladder verlaten.
- De trainer staat achter de loopladder en steekt een gele of rode kegel in de lucht.
- Op basis daarvan wordt de oefening gekozen.
- Rood:
- Speler 2 speelt in en speler 1 neemt bal aan
- Doet schijnbeweging en werkt af op mini doel
- Speler 2 speelt in op speler 1
- Deze loopt terug rond kegel en vraag terug
- Speler 2 speelt opnieuw
- Loopt verder en trapt op doel
- Speler 2 kan dus ofwel 1x inspelen of 2x
- Wisselen van positie 1 -> 2.
- Kaatsers opzoeken.
- Breed veld creëren.
- Verplichte passing naar kaatsers als men in scoringspositie wil komen.
- 1 veld op gewoon 3*1 geel doel 4 tegen 4 met 2 kaatsers (dubbel opstellen).
- Bal in hand:
- Telkens voor de stok gooien en bal vangen.
- Midden naar elkaar gooien langs de korte zijde.
- Vervolgens derde stok wederom zelfde als eerste stap.
- Bal in voet:
- Tik bal met links voor stok en neem aan na stok.
- Midden pass langs korte zijde.
- Vervolgens derde stok weer zelfde als eerste stap.
- Trainers:
- 3x stok geel en 3 x stok rood.
- In het midden geel en rood naast elkaar.