Voetbaloefeningen voor de techniek aanvallen
- Blauw passt de bal in het veld
- Wit neemt de bal aan
- Rood begint te verdedigen en zo ontstaat een 2 versus 1
- De keeper passt naar een speler van rood
- Dan start 2v2
- Wie het eerste scoort is gewonnen
- Wit passt de bal naar rood.
- Er ontstaat een 2 tegen 3.
- Rood probeert te scoren in de grote goal en blauw in de kleine goaltjes.
- Twee teams spelen tegen elkaar.
- De trainer geeft het signaal door een kleur te roepen.
- Vervolgens gaan de eerste van elke groep lopen naar de kleur van het potje dat de trainer aangaf.
- Daarna keren de spelers zo snel mogelijk terug en lopen door het poortje van de twee oranje kegels.
- De trainer speelt tegelijk een bal.
- Waardoor er een 1 tegen 1 ontstaat.
- Spelers spelen een match van bijvoorbeeld hier 8 tegen 8.
- Als er wordt gescoord, mogen ze een potje pakken van achter de goal en bij hun eigen potje zetten.
- Als alle potjes bij een goal weg zijn, is het klaar.
- Spelers staan in een cirkel
- Spelers passen de bal rond
- 2 aanvallers proberen de bal te onderscheppen
- Blauw springt in de hoepels
- Rood springt over de poortjes
- Ze lopen rond de kegel
- Ze proberen te scoren
Variaties:
- Met linker/rechter been springen in de hoepel
Wedstrijd met aan de ene kant:
- Twee kleine goaltjes
Het team met de 2 goals zal dus goed moeten verdedigen.
Na een tijdje wisselen de teams van kant, zodat iedereen zowel het verdedigen als het aanvallen heeft gedaan.
Na een tijdje wisselen de teams van kant, zodat iedereen zowel het verdedigen als het aanvallen heeft gedaan.
- Afstand breedte de 16, andere goal op 20 meter buiten de 16.
- Doel: druk zetten en snel omschakelen.
- Uitvoering:
- Rode speler werkt vanaf 16 vrij af.
- Dan wordt 2:1.
- Bal buiten of gescoord 2:3 , 4:3, 4:4.
- Heb je 2 keepers in je team, zet ze dan op goal.
- 40% verdedigers en 60% aanvallers.
- De aanvallers beginnen vanaf de middenlijn en dienen vooral te focussen op balbezit.
- Bij slordige passes en pingelen worden de spelers gestraft met 5 push-ups.
- De verdediging begint vanaf de 16-meterlijn en beweegt met de bal mee.
Wanneer er 5 keer gescoord is, moeten alle verdedigers 5 keer opdrukken.
- Speler A begint slalom met bal tussen hoedjes.
- Bij het 2e hoedje begint speler B aan slalom zonder bal door hoedjes.
- Speler C begint aan loopbeweging rond kegels.
- Spelers A en B vallen aan.
- Speler C en de keeper verdedigen.
- Afwerken op doel.
Doorschuiven: A wordt C, B wordt K, K wordt A en C wordt B.
Duur: 8 minuten, tijdens het wachten op de beurt jongleren met de bal.
- Speler A begint slalom met bal tussen hoedjes.
- Bij het 2e hoedje begint speler B aan slalom zonder bal door hoedjes.
- Speler C begint aan loopbeweging rond kegels.
- Spelers A en B vallen aan.
- Speler C en de keeper verdedigen.
- Afwerken op doel.
Doorschuiven: A wordt C, B wordt K, K wordt A en C wordt B.
Duur: 8 minuten, tijdens het wachten op de beurt jongleren met de bal.