Voetbaloefeningen voor de techniek conditie
Deze oefening kan voor elke categorie gebruikt worden in de opwarming.
- Beide spelers A leiden de bal naar het middelste potje waar ze een kapbeweging uitvoeren om vervolgens de bal in te spelen op de volgende speler.
- Na de pas loopt de speler diagonaal naar speler B die de bal opwerpt waarop speler A de bal binnen kopt.
- De speler die kopt gaat dan de bal nemen en achter doel staan,
- De andere speler sluit aan bij de groep die de beweging moet uitvoeren
- Tweetallen
- twee rijen met hoedjes / dopjes / laddertjes
- overtikken tussen twee pilonnen. Op fluitsignaal sprintje om het laddertje
- Een speler loopt via laddertje en de ander gooit de bal aan in de handen
- Een speler loop via het laddertje en de ander gooit aan op het hoofd terug koppen
- Korte stappen over het laddertje, daarna zigzag door de pilonnen, daar sprint naar het eind waar een pilon staat
- Cirkel warming up: cirkel rond en sprint naar het midden
- Fun warm up, tweetallen gearmd en dan rondlopen terwijl je tegen elkaar duwt
- overgooien via bovenbeen en volley
- Overgooien via borst en volley
- ZigZag om je eigen pilonnen heen voorwaarts achterwaarts
- Hoge trap
- bal aantikken, naar achteren bal terug koppen
- knie aantikken (fluitje)
- Zet een veldje uit met pilonnen en de grens aan te geven
- Maak een team van 4 a 5 spelers.
- Deze vormen een menselijke ketting door elkaar een hand te geven
- Op signaal moet de ketting de anderen aantikken zonder dat ze elkaar loslaten
- Leuke oefening voor groepsbinding.
Beschrijving:
- In elk doel liggen 4 ballen.
- Doormiddel van scoren kan een team zijn doel leegmaken.
- En dit door terug beginnen opbouwen van achteruit.
- Spel wordt in gang gezet door de keeper van het verliezende team.
Organisatie
- Veld: 35 x 25 m
Tijdsduur:
- 20 min
Coaching:
Basics
- Vrij staan en vrij lopen + correct ingedraaid staan van de ontvanger “AANSPEELBAAR”
- Laat horen of toon dat je vrij staat “SPREEK”
- Speel de bal met de juiste voet, de juiste snelheid en nauwkeurig “NAUWKEURIG”
Teamtactics
- Speel diep indien mogelijk “DIEP”
- Open breed indien diepte niet lukt “BREED”
Fun:
- Zeg bommen in plaats van ballen.
- Maak twee rijen met spelers.
- Maak met pilonnen een slalom parcour.
- Leg aan het eind van de pilonnen een x-aantal ballen.
- Een van de spelers moet naar de ballen toe sprinten.
- Bij de ballen neemt de speler 1 bal dribbelend terug via het slalomparcours.
- Vervolgens speler 2 dan 3 enz.
- De 4 groepen starten gelijktijdig met ieder een bal.
- Groep 1:
- A speelt naar B en neemt de plaats van B in.
- B controleert de bal en dribbel naar C,
- bij C gekomen geeft hij de bal naar C,
- die de oefening herbegint.
- A loopt naar en gaat door de hoepels,
- aansluiten bij
- Groep 2.
- Groep 2: Idem groep 1,
- naar groep 3 met opwarmingsoefeningen.
- Groep 3:
- Idem groep 1,
- naar groep 4 over of door de haagjes.
- Groep 4:
- Idem groep 1,
- naar groep 1 met opwarmingsoefeningen.
- Maak twee rijen van speelsters. Geef de rijen een gekleurd hesje.
- Bijvoorbeeld blauw en geel.
- Zet de rijen tegenover elkaar op een afstand van circa drie meter.
- Op circa 5 meter achter de rijen is een lijn gemaakt met hoedjes
- Op commando geel of blauw sprint de betreffende kleur naar de lijn achter zich en moet de andere kleur aantikken.
- alle spelers die links staan krijgen de bal.
- speler 2 loop in en vraagt de bal.
- speler 1 speelt in en krijgt hem gelijk weer terug.
- speler 2 rent om het pion heen en vraagt opnieuw de bal.
- bij 10 keer wissel je van rol.
- binnenkant
> koppen
>binnenkant hoog
>via de knie
moeilijk
laat ze achter uit lopen als ze de bal hebben gespeeld.
- veld 15 m breed.
- maak een drietal.
- 1 van het drietal gaat links, recht en in het midden.
- in de midden vraagt de bal tekens en kaatst de bal goed in de voeten van de ander.
- speler in het midden zet aan en vraagt de bal opnieuw maar dan aan de ander kant.
- 1m vol aan en dan wissel.
- Maak twee groepen.
- Zet een parcourtje uit met vier dopjes achter elkaar. Onderlinge afstand circa 3 meter.
- Op signaal sprint de eerste heen en weer naar het eerste dopje en terug en steeds verder.
- Bij het laatste dopje terug en de volgende aantikken.
- Groep die al eerste terug is is de winnaar.
- speller sprint naar de bal (A)
- die dribbelt hij naar A1 waar hij de bal laat liggen.
- op rustig tempo naar de zijlijn om terug te komen naar A1.
- van A1 sprint hij naar de bal die bij A achter het pion ligt.
- dribbelt naar A2 waar hij de bal laat liggen.
- zo verder tot c2.
- de keeper rolt de bal naar de speller toe en rond dan af op doel. probeer 1 keer aan te nemen en schieten.
- Zet twee groepjes tegenover elkaar.
- De speler vooraan passt de bal naar de voorste van de andere groep en sprint naar de andere groep en sluit achteraan.
- degene die de bal ontvangt, speelt de bal terug naar de overkant naar degene die dan vooraan staat en sluit daar weer achteraan.
- Dit herhaalt zich constant en bij goed over spelen en sprinten is het een hele actieve oefening.