Voetbaloefeningen
Doel: storen en veroveren van de bal verbeteren. Druk op de bal houden en op het juiste moment veroveren.
2 rode spelers en 2 blauwe spelers.
Team rood begint met bal, en probeert te scoren. Coachen van blauw om scoren te voorkomen.
2 rode spelers en 2 blauwe spelers.
Team rood begint met bal, en probeert te scoren. Coachen van blauw om scoren te voorkomen.
Spelregels:
- Beide teams kunnen scoren op een klein doel.
- Als de bal uit is, indribbelen.
- Bij een achterbal of hoekschop indribbelen.
- Zet druk door te voorkomen dat de bal vooruit kan worden gedribbeld of gespeeld.
Aandachtspunten:
- Niet te snel naar de tegenstander toe, behoedzaam naderen.
- Blijf zoveel mogelijk oog in oog met de tegenstander, draai je rug niet naar hem toe.
- Probeer tegenstander naar de zijkant te dwingen.
Maak een team rood en een team blauw.
Team rood speelt zijn ploeggenoot aan over de breedte van het veld. Rood vertrekt met bal en op de het moment van aannemen mag blauw verdedigen.
Doel: verdedigen van één tegen één situatie verbeteren.
Afmetingen: lengte 30/35 meter en breedte: 10/15 meter.
Team rood speelt zijn ploeggenoot aan over de breedte van het veld. Rood vertrekt met bal en op de het moment van aannemen mag blauw verdedigen.
Doel: verdedigen van één tegen één situatie verbeteren.
Afmetingen: lengte 30/35 meter en breedte: 10/15 meter.
Spelregels:
- Beide teams kunnen scoren op een groot doel.
- Bij een doelpunt, uitbal of hoekschop, doorwisselen.
- Na verloop van tijd wisselen de teams van functie.
Spelers beginnen in 2 groepen ieder aan een diagonaal tegenovergestelde hoek.
Op signaal starten zij de oefening.
Op signaal starten zij de oefening.
- Zo snel mogelijk over de hordes, rond de kegel en duel 1v1 aangaan. Trainer trapt bal in het veld, soms met voordeel of niet.
- Maximaal 20 seconden per duel.
2 aanvallers tegen 3 verdedigers en keeper.
Bij andere groepsgrootte 3 tegen 4 of 2 tegen 1 enzovoort.
Doel: Het doel van de opdracht is om de keeper de bal bij één van de 3 verdedigers in te laten spelen.
Bij andere groepsgrootte 3 tegen 4 of 2 tegen 1 enzovoort.
Doel: Het doel van de opdracht is om de keeper de bal bij één van de 3 verdedigers in te laten spelen.
- De bal start bij de 2 aanvallers. Zij spelen de bal diep naar de keeper om een realistische aanvang te hebben.
- De keeper kan de bal vangen, aannemen enzovoort.
- De drie verdedigers moeten constant bezig zijn met aanspeelbaar zijn.
- De keeper probeert de bal bij één van de drie verdedigers te krijgen.
- De opdracht van de aanvallers is zo vroeg mogelijk storen om de opbouw van de verdedigers moeilijk te maken.
- De opdracht voor de verdedigers om door middel van samenspel/opbouw de bal over de lijn te brengen, daarna weer vanaf de start.
Bij verovering bal door de 2 aanvallers start je opnieuw.
- 2 spelers
- Speler 1 kaatst bal naar speler 2 waarbij speler 2 achteruit loopt en speler 1 vooruit.
- Zodra aan overkant omdraaien zodat speler 1 achteruit loopt.
- Vanaf middenlijn inpassen, aangeven waar je bal wilt hebben, links of rechts, en beheerst laag in eigen hoek schieten rechtsbenig/ rechterhoek - circa 5 maal.
- Vanaf middenlijn inpassen, aangeven waar je bal wilt hebben en beheerst hoog in eigen hoek schieten rechtsbenig/ rechterhoek - circa 5 maal.
- Vanaf middenlijn inpassen en vrije hoek en vrije kracht - Circa 5 maal.
Optie: groot goal of klein goal
- Op kleine goal 2 tegen 1 + 1 keeper. Bij meer 3 tegen 2, 4 tegen 3 etc.
- Afgezet veld.
- Doel: Vrijlopen, positie kiezen, scoren na actie niet van afstand schieten!
Na 4 of 5 acties doordraaien.
Totaal 4 keer zodat iedereen 1 keer keept en 1 x verdedigt.
Varia:
Zelfde als hierboven maar dan 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 etc.
Belangrijk: vrijlopen en actie, niet van afstand scoren.
Eventueel voorwaarden minimaal aantal keren overspelen.
Zelfde als hierboven maar dan 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 etc.
Belangrijk: vrijlopen en actie, niet van afstand scoren.
Eventueel voorwaarden minimaal aantal keren overspelen.
- Lange pass rechtdoor grond of lucht van speler A rood naar speler B Blauw.
- Speler A loopt naar hoedje op de korte zijde.
- Speler B neemt de bal netjes aan en geeft cross pass naar speler A.
- Speler B loopt naar hoedje op de korte zijde.
- Speler A neemt de bal netjes aan & passt rechtdoor grond of lucht naar speler B.
Herhaling 4 x pass rechtdoor van speler A & 4 x cross van speler B.
Daarna herhaling maar wisseling speler A cross en speler B rechtdoor.
Daarna herhaling maar wisseling speler A cross en speler B rechtdoor.
7 hoedjes op circa 15-20 meter.
Bij een kleine groep 1 per hoedjes reeks, bij grotere groep achter elkaar.
Bij een kleine groep 1 per hoedjes reeks, bij grotere groep achter elkaar.
- Op tempo slalom door pionnen. Heen en terug.
- Bal stilleggen naast hoedje. De snelste wint.
Variant: - Op tempo slalom door pionnen heen nu zonder slalom terug.
- Bal stilleggen naast hoedje. De snelste wint.
Per speler 2 pionnen op circa 15 meter afstand kun je zelf aanpassen.
- Heen en terug met bal om hoedje.
- Na terugkomst bal stilleggen naast hoedje.
- Tempo / sprint zonder bal heen en weer om hoedje.
Snelste wint
Variant: aantal keer naar wens herhalen & ook andersom: eerst zonder bal en daarna met bal
Oefeningen met bal in kruis.
1 bal per groep nodig.
1 bal per groep nodig.
- Bal dribbelen en uitwijken naar links/ rechts.
- Bal dribbelen tot aan middelste potjes, 4x bal tip en uitwijken zonder bal naar links/ rechts en andere bal meenemen.
- Bal dribbelen, schaar, uitwijken naar links/ rechts.
- Klein veldje met kleine doeltjes of kegels.
- Speler 1 vertrekt met bal van aan het hoekschop punt naar een punt op het veld en laat daar de bal liggen.
- Speler 2 gaat deze bal ophalen waarop speler 3 reageert en gaat verdedigen.
- Er ontstaat een 2v1