facebook pixel

Voetbaloefeningen

  • De neutrale spelers staan op de zijlijn. 
  • Er wordt gespeeld met pupillendoeltjes. 
  • Verdedigers mogen direct scoren na balbezit. 
  • Aanvallers moeten X keer overspelen.
drawing Positiespel met lijnspelers (P03)
  • Op half speelveld en met groot doel wordt overtal uitgespeeld. 
  • De neutrale spelers blijven aan de flank, maar bewegen wel (aanbieden).
  • Verdediging kan bij bal verovering scoren op kleine pupillendoel.
drawing Positiespel 6x4+K op half veld (P04)
  • Veel kaatsbewegingen.
  • Vrijkomen binnen beperkte ruimte.
drawing (W01) WU Kaatsen
  • Passen.
  • Opendraaien.
  • Aanbieden tussen hoedjes.
  • Direct daarna aan zijkant aanbieden.
  • Let op!
    • Na doorspelen vanaf zijkant teruglopen naar tegenovergestelde zijde van passing.
drawing (W05) WU opendraaien en doorspelen
  • Pass trap met variaties in het afronden en opbouw.
    • Keeper gooit uit.
    • Spits inspelen en bijsluiten.
    • Kaats.
    • Keeper schiet uit, 
    • Spits met rug naar doel inspelen.
    • Deze draait weg.
drawing (A07) Pass trap met lange bal en afronden
  • Kaats.
  • Lange bal.
  • Schieten buiten de 16.
drawing (A01) Simpele afwerkvorm
  • Hierbij wordt er 2 keer gekaatst, waarna een lange bal volgt. 
  • Meerder combinaties zodat er meer spelers tegelijk aan het werk zijn.
  • Variaties: 
    • Bijsluiten.
    • Voorzet hoog.
    • Lage strakke bal.
    • Bal vanaf achterlijn terug.
drawing (A08) Afwerkvorm met dubbele kaats
  • Dribbel om de hoedjes heen.
  • Passer beweging voor hoedje maken. 
    • Naar links (variant).
    • Naar rechts  (variant).
  • Om hoedje heen gaan.
  • Naar hoedje toe dribbelen..
  • Drijven over laatste stuk en bal stil leggen bij laatste hoed.
    • Houd bal dicht bij je lichaam, kleine tikjes.
    • Controle is belangrijker dan snelheid.
    • Passeerbeweging kan een zijwaarts meenemen zijn of een schaarbeweging.


drawing Dribbel passeer drijf oefenining
  • Dribbel vanuit iedere buitenste pion.
  • Dribbel naar binnenste toe.
  • Voer passeer beweging uit (kap, schaar) (variant linksom of rechtsom).
  • Ga van binnenste pion naar de buitenste pion dribbel.
  • Kap om deze buitenste pion heen.
  • Dribbel diagonaal naar andere naastgelegen buitenste pion.



drawing Dribbelen in ster variant 2
  • Dribbel zig zagend om de pionnen heen.
  • Bij de buitenste pion, draai mee om de pion heen dribbelend.
  • Ga zo om alle buitenste pionnen heen tot je weer terug bent bij begin.


drawing Dribbel oefening met draaien om pion
  • Draai 8jes om twee rijtjes pionnen.
  • Sprint naar pion.
  • Kaats aangespeelde bal terug.
  • Variant: 
    • Springen link midden rechts midden etc, over pionnen.


drawing Conditie Pionnen 8jes draaien, Sprint en kaats
  • Sprint van pion naar pion.
  • Bij iedere pion voer een opdracht uit.
  • 1) opdrukken 1x.
  • 2) zitten en weer snel staan.
  • 3) springen of je kopt. 
  • Veel varianten mogelijk
drawing Conditie parcours Opdrukken, zitten staan, springen