Voetbaloefeningen

  • Speler met bal slalomt met een kapbeweging om de pionnen
  • Speler speelt de bal in de voeten van de uitzakkende spits aan het einde van de pionnen
  • Spits neemt de bal aan in de draai
  • Spits schiet op de goal
  • De speler die geslalomd heeft, wordt de nieuwe spits
  • De spits die geschoten heeft, haalt de bal op en sluit aan in de rij om te slalommen
  • De volgende speler kan beginnen als de speler voor hem/haar bij de 4e pion is; halverwege de slalom

  • Er zijn 2 spelers bij de pion in de spits om elkaar sneller op te volgen
  • De pion in de spits staat ongeveer op de 16 meter
drawing Dribbelen en kappen
Deze Oefening kan aan beide kanten worden uitgevoerd:
  • Goede kaats
  • Strakke pass erna
  • Leg breed rand 16
  • Hierna afronden op het goal.
drawing Simpele afwerkvorm
1e oefening:
  • Speler A speelt de bal in naar B en loopt naar de positie van B. 
  • Speler B staat open gedraaid, neemt aan en speelt hem door naar Speler C en zo verder.

  • Aandachtspunt inspelen: 
    • de bal moet in het midden worden geraakt zodat hij laag blijft.
    • de juiste techniek hier voor is je schietbeen iets optillen.
  •  Aandachtspunt aannemen: 
    • De speler die de bal aanneemt, moet niet met het lichaam naar de bal staan maar 'open gedraaid'. Dit creëer je door het lichaam te positioneren naar de speler waar je op moet inspelen en je ogen gericht op de bal. 
    • Spelen we de bal rond met de klok mee dan wordt de bal aangenomen met links en speel ik door met rechts. 
    • Andere kant op neem je aan met rechts en speel je door met links.   
    • Als je merk dat het te makkelijk gaat, voer je eerst het tempo op. Daarna kun je om het moeilijker te maken de aanname eruit halen en moeten ze de bal direct doorspelen. 
2e oefening:
  • Speler B vraagt de bal.  
  • Speler A speelt speler B in. 
  • Dan laat B de bal vervolgens vallen op speler A waarna die hem weer doorspeelt op speler C. 
  • Speler C laat hem dan vallen op speler B en vervolgens speelt speler B schuin naar speler D enzovoort.
Aandachtspunten: 
  • De speler die de bal inspeelt moet na het inspelen doorlopen zodat hij de bal kan vragen, in het midden, tussen de pionnen in
  • Niet verder want dan is het effect weg bij de crosspass. 
  • De speler die de bal terugkaats loopt om zijn eigen pion heen om weer de bal te vragen in het midden. 
  • Deze speler moet bij het terugkaatsen de juiste draai maken zodat hij zijn ogen op de bal houdt.
  • Zijn draai moet kort richting het vak zijn en niet van het spel af. 
Bij beide oefeningen na 8 minuten wisselen van spelrichting.
Met de klok mee passen we met rechterbeen, tegen de klok in met linkerbeen. 

drawing Pass vorm open draaien
Vierkant met 5 spelers of driehoek met 4 spelers, op afstand van ongeveer 15 meter:
  • Speler bij hoedje met 2 spelers begint.
  • Speelt de bal in aan de goede kant en loopt achter zijn bal aan naar het andere hoedje.
  • De speler die de bal ontvangt, draait open en neemt de bal goed aan, zodat deze hem in door kan spelen naar de volgende speler.
  • Zowel linksom als rechtsom oefenen.
3 of 4 spelers per set:
  • Twee hoedjes op afstand van ongeveer 15 meter.
  • 2 spelers aan de ene kant en 1 of 2 spelers aan de andere kant.
  • 1 van de 2 spelers speelt de bal naar de andere kant en loopt door tot halverwege het andere hoedje.
  • De speler aan de andere kant neemt de bal en speelt deze in naar de speler die tot halverwege is gelopen.
  • Deze speler kaatst de bal en loopt door naar het andere hoedje.
  • De speler die de bal terug ontvangt, neemt de bal aan en speelt deze naar de speler aan de kant waar was begonnen.
  • Zo doordraaien.
drawing Inspelen, indraaien, inspelen en kaatsen oefening
  • Core: Planken 1 minuut
  • Zijwaarts planken halve minuut beide kanten
  • Buikspieren: Met tweetal: 
    • 1 ligt op de rug met hoofd tussen benen andere speler en houdt handen vast aan enkels. 
    • Degene die ligt tilt zijn/haar rechte benen omhoog en degene die staat gooit de gestrekte benen een kant op. 
    • De benen mogen de grond niet aanraken. 
    • 10 x beide spelers.
  • Rug: op de buik liggen en 10 seconden je armen en benen van de grond tillen. 10 x herhalen.

  • Core: planken 1 minuut recht en 2x halve minuut zijwaarts
  • Buikspieren: Met tweetal: 
    • Beide spelers liggen op de rug en steunen op de ellebogen met de voeten tegenover elkaar en de voeten overlappen net. 
    • De gestrekte benen moeten van de grond en de voeten moeten 10 rondjes om elkaar draaien linksom en dan 10 rondjes rechtsom.
  • Rug: Superman: 
    • Op handen en knieën zitten. 
    • 1 Arm en een tegenoverliggend been worden 10 seconden in de lucht gehouden en naar voren/achter gestrekt. 
    • Dan wisselen voor andere arm en been. 
    • Dit 10 keer herhalen.
  • Groot rechthoek, strafschopgebied.
  • Groep opsplitsen in twee teams, geen wedstrijd.
  • Teams starten tegelijk in tegenover gestelde hoeken.
  • Eerst rustige looppas, ongeveer 40% van maximaal, op de lange zijde.
  • Diagonaal op iets hoger tempo, ongeveer 60% van maximaal.
  • Bij de pionnen in het midden houd je links aan.
  • Als je weer op de lange zijde komt weer in rustige looppas 40% en de diagonaal weer 60%.
  • Dit zo volhouden op tijd.
  • Ter afwisseling kan je ook een halve slag draaien en op de korte zijde rustige looppas en dezelfde diagonaal gebruiken.
drawing Loopoefening conditie
1e oefening:
  • Speler A speelt de bal in naar B en loopt naar de positie van B. 
  • Speler B staat open gedraaid neemt aan en speelt hem door naar Speler C en zo verder.
    • Aandachtspunt 1  inspelen: de bal moet in het midden worden geraakt zodat hij laag blijft.
    • De juiste techniek hier voor is je schietbeen iets optillen.
    • Aandachtspunt 2 aannemen: De speler die de bal aan moet nemen. moet niet met het lichaam naar de bal staan maar zoals men zegt open gedraaid. Dit creëer je door het lichaam te positioneren naar de speler waar je op moet inspelen en je gezicht let op de bal. Spelen we de bal rond met de klok mee wordt de bal aangenomen met links en speel ik door met rechts. andere kant op neem je aan met rechts en speel je door met links.   
  • Als je merk dat het te makkelijk gaat voer je eerst tempo op. Als dat ook te eenvoudig blijkt dan haal je de aanname eruit en moeten ze de bal direct doorspelen. 
2e oefening:
  • Speler B vraagt de bal.  Speler A speelt speler B in. Dan laat B de bal vervolgens vallen op speler A waarna die hem weer doorspeelt op speler C. 
  • speler C laat hem dan vallen op speler B en vervolgens speelt speler B schuin naar speler D enzovoort.
Aandachtspunten: 
  • De speler die de bal inspeelt moet na het inspelen doorlopen zodat hij de bal vraagt in het midden tussen de pionnen in
  • Niet verder want dan is het effect weg bij de crosspass. 
  • De speler die de bal terugkaats loopt om zijn eigen pion heen om dan weer de bal te vragen in het midden. 
  • Hierbij ligt de noodzaak dat deze speler bij het terugkaatsen de juiste draai maakt zodat hij zijn ogen op de bal houdt.
  • Zijn draai moet kort richting het vak zijn en niet van het spel af. 

drawing pass vorm open draaien
  • Team opsplitsen in twee groepen.
  • Veld uitzetten: Twee rijen met twee pionnen tegenover elkaar op een afstand van ongeveer 15 meter. 

  • Er wordt per team telkens achter elkaar aan gelopen tussen de twee pionnen en om de andere pion gekeerd en weer terug.
    • 2 rondjes om een half veld joggen of 4 keer heen en weer over de breedte van het veld
    • 3 x 8 maal knieën heffen heen, terug joggen
    • 3 x 8 maal hakken billen heen, terug joggen
    • Heen joggen met enkele armzwaai, links 3 a 4 keer en dan rechts 3 a 4 keer, dan weer links, etc.
    • Terughuppel met beide armen naar voren, 3 a 4 keer, dan beide armen naar achteren 3 a 4 keer en herhalen
    • Zijwaartste jumping jack beweging heen en terug, om de 3 passen wisselen van richting waar je naartoe kijkt.
    • Kruispassen heen en terug,  om de 3 passen wisselen van richting waar je naartoe kijkt. 
    • Achteruit lopen heen, zijwaarts achteruit bewegen 3 passen links, 3 passen rechts terug
    • Lage tripling heen, hoge tripling met kniehef terug
    • Uitvalpassen naar voren heen, terug joggen
    • Lichte tempoversnelling heen tot max 60%, en lichte tempoversnelling terug tot max 60%

  • Iedereen bij elkaar in cirkel met voldoende afstand.
    • armen zwaaien naar achteren links en rechts, voeten lichte spreidstand. 
      • Arm nakijken en achterste voet iets indraaien op de voorkant van je voet
    • armen ronddraaien grote cirkels maken 
      • naar boven en beneden linksom en dan rechtsom, voeten lichte spreidstand
    • molenwieken, lichte spreidstand, licht gebogen knieën. 
      • Met je linkerhand naar je rechtervoet, rechterhand de lucht in en nakijken, dan met je rechterhand naar je linkervoet en met de linkerhand de lucht in en nakijken. 
      • 10 keer links en 10 keer rechts.

drawing Standaard warming up 10-15 minuten zonder bal
Doel:
Verdedigers proberen de de bal snel te onderscheppen:

Oefening:
  • Het spel start bij nummer 6 die trapt naar doelman
  • Doelman speelt dan direct naar 2 of 4
  • Op het ogenblik dat 2 of 4 wordt aangespeeld start de blauwe ploeg met de pressing en probeert de dieptepass te verhinderen
  • De rode ploeg kan "scoren" door een dieptepass te geven naar nummer 6, die in zijn afgebakende zone over gans de breedte mag bewegen
  • De blauwe ploeg kan scoren in het grote doel 
Coaching:
  • 2-5 van verdedigende partij direct druk op de bal
  • 9 verdedigend dekt direct te lijn van de bal af
  • 4 verdedigend direct doorstappen op nummer 5 aanvallende partij.
  • 6 aanvallers met bal mee bewegen en mee doen met het spel
drawing Druk zetten en de dieptepas verhinderen
Doel:
Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren zonder weerstand

Oefening:
  • A speelt op B
  • B kaatst op A
  • A dribbelt een klein beetje, geeft goede bal op C
  • C dribbelt volgend hoedje
  • C speelt op D
  • C loopt zonder bal verder
  • D kaatst op C
  • C werkt af
 Doorwisselen:
  • A-B
  • B-C
  • C-D
  • D haalt bal - wordt A
 Coaching:
  • Beweging zonder bal
  • Goede been en strak inspelen
  • Coach elkaar door roepen naam
 Speelwijze:
  •  1-4-4-2
  •  A= 3-4
  •  B=6
  •  C=5
  •  D=9
drawing Opbouw eigen helft met afwerken
Loop eerst rustig gedurende 3 á 5 minuten om je lichaam over te laten schakelen van een rust- naar sportstand

Afstand 15 meter:
  • Hakken, billen
  • Knie heffen
  • Aansluitpas 3 maal per kant
  • Kruispas rechts
  • Kruispas links
  • Huppelpas/ knie
  • Huppelpas/ armen
  • Liezen indraaien
  • Liezen uitdraaien
  • Been recht op zwaaien
  • Been schuin in zwaaien
  • Snel voetenwerk, trippelen
Sluit af met een korte sprint over 30 meter.

  • Alle ballen zijn naast de goal bij de trainer.
  • De trainer speelt de ballen in op de spelers.
  • Het doel is om te scoren. De speler die scoort blijft in het spel, terwijl de speler die mist of de keeper die de bal stopt uit het spel is.
  • Het team dat als laatste 1 of meer spelers overhoudt, wint.
  • De speler die gekeept heeft, zorgt ervoor dat de ballen bij de trainer terugkomen totdat er spelers af zijn. Daarna nemen die spelers de taak over.
Bij groep A t/m D moeten de spelers de bal voor de 16 meter lijn schieten. Erachter is af. Voor groep E t/m J ligt de lijn op de helft van het 5 meter gebied en de 16 meter lijn.

  • Een groep begint met keepen, in dit geval rood. 
  • De trainer speelt de bal in en de speler van blauw loopt in en schiet direct op de goal. Niet eerst aannemen, dan ben je af. 
  • Als hij raak schiet, gaat hij keepen en sluit hij weer aan bij zijn groep. Als hij mist, gaat hij keepen en daarna ballen verzamelen.
  • Als een speler op doel heeft geschoten, raak of mis, gaat de volgende bal van de tegenstander keepen.
drawing Schiet spel