Voetbaloefeningen

Organisatie:

Op 2 of 3 velden word 4:4, 3:3 of 2:2 gespeelt.
Stimuleer het schieten van afstand.

Aandachtspunten:

Technische uitvoering van de trap met de binnenkant van de voet:
Standbeen; punt in de speelrichting; gebogen in de heup, knie en enkel.
Speelbeen; naar buiten gedraaid; knie en enkel gebogen.
Speelvoet; loodrecht op de speelrichting; voetzool parallel met de grond; tenen opgetrokken; bij
de trap geen slap enkeltje.
Een gecontroleerde zwaaibeweging.

Technische uitvoering van de trap met de binnenkant van de wreef:
Standbeen;2 tot 3 voetbreedten naast de bal; in de knie gebogen.
Raakvlak; aan de binnenkant van de plek waar de veters beginnen.
Aanloop vanuit een hoek van ongeveer 45º.

de-handelingssnelheid-met-de-bal-verhogen

Organisatie:

Er word 8 tegen 4 gespeeld.

6:3, 7:3, 7:4, 9:4 of 9:5 is ook mogelijk.

Bij meer of minder spelers moeten de afmetingen worden aangepast.

Het 8-tal mag scoren na 5 keer overspelen.

Het 4-tal mag altijd proberen te scoren.

Als de bal door het 4-tal onderschept wordt, als de bal uit gaat of nadat gescoord is, moet er

opnieuw geteld worden.

Na, in totaal, 5 doelpunten of na 10 minuten doorwisselen.

Om het makkelijker of moeilijker te maken kan het aantal keer overspelen veranderd worden.

Aandachtspunten:

De linker en rechter voet gebruiken.
Indien mogelijk de bal laag houden
Aanname met de juiste voet.
Juiste balsnelheid.
Direct spelen.


4-tegen-4-altijd-1-passeren

Veldopstelling:

2 grote doelen

Spelverloop:

Dit kan in 4 tegen 4 of 3 tegen 3 of zelfs 2 tegen 2 opstelling. De spelers moeten altijd 1 speler passeren alvorens de bal wordt overgepast naar de medespeler.

Spelregels/tips:

  • Als er is gescoord wordt of over de lijn wordt geschoten moet de bal aan het andere team worden gegeven.
  • Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
  • Er moet altijd 1 speler worden gepasseerd alvorens mag worden overgespeeld. Als dit niet wordt gedaan is het een vrije bal voor de tegenpartij.

dieptepass-met-verdedigers

Veldopstelling:

1 vertrekpion op 30 meter afstand van de goal. Een verdediger op 10 meter van de goal. Een keeper op de goal. Een 2de verdediger bij de opkomende aanvaller.

Spelverloop:

Volgens nummering in schema wordt de pass van aanvaller via middenvelder diep gespeeld. De verdediger loopt mee met de aanvaller terwijl de middenvelder richting de keeper loopt om daar de bal te krijgen en probeert te scoren.

Spelregels/tips:

  • Verdedigers starten op 50% inzet en verhogen dit later.
  • Zorg dat de bal goed diep wordt gespeeld .
  • De voorzet mag zowel van links (in voorbeeld) als van rechts worden gegeven.
  • Een variant hierop is om met 2 middenvelders op te komen en 1 richting eerste paal te laten lopen.

met-bal-naar-overkant

Veldopstelling:

Veld afzetten met 4 pionnen op 10 bij 10 meter.

Spelverloop:

Er worden 2 groepen gemaakt. De ene groep loopt horizontaal van links naar rechts en de andere groep van onder naar boven. Als de andere kant is bereikt moet op het fluitsignaal weer worden teruggegaan.

Spelregels:

  • Je mag geen andere speler of de bal van de speler raken.
  • Als je iemand raakt dan krijg jezelf en de speler die je raakt 1 strafpunt.
  • Je mag pas overlopen op het fluitsignaal van de trainer.

passeer-de-verdediger

Veldopstelling:

1 vertrekpion op 30 meter afstand van de goal. Een verdediger op 20 meter van de goal. Een keeper op de goal.

Spelverloop:

Speler dribbelt richting de goal en probeert de verdediger te passeren en daarna een goal te scoren bij de keeper.

Spelregels/tips:

  • Pas als de eerste speler klaar is mag de tweede, etc.
  • Begin met 50% verdedigen en voer het later op.
  • Probeer verschillende passeerbewegingen.
  • Probeer altijd na de passeer beweging er voor te zorgen dat de bal voor je goed schietvoet komt.
  • Voor de keeper: pas als de aanvaller de verdediger voorbij is moet worden uitgelopen.

sneldribbelen-met-de-bal

Veldopstelling:

4 x 4 pionnen in een rechthoek opstelling.

Spelverloop:

Bij het 1 x fluitsignaal wordt met de bal door alle spelers naar vierkant 1 gelopen, bij 2 x fluitsignaal naar vierkant 2, etc.

Spelregels:

  • De speler die het eerst met de bal in het vierkant is krijgt 1 punt.
  • De speler die het laatste in het vierkant is moet een rondje om het totale speelveld sprinten.

dribbel-en-schiet-pionnen-omver

Veldopstelling:

4 tot 6 pionnen waarlangs gedribbeld moet worden. 2 x een pion in het doel.

Spelverloop:

Speler dribbelt langs/door de pionnen en probeert in één beweging middels een hard schot (dus bovenkant voet) één van de pionnen omver te schieten.

Spelregels/tips:

  • De speler moet zelf zijn bal uit het net halen.
  • De speler moet zelf de pion rechtop zetten.
  • De speler moet zelf de bal ophalen die hij heeft misgeschoten.
  • Een andere speler mag pas beginnen als de eerste speler zijn bal heeft weggepakt.

kappen-met-de-bal

Veldopstelling:

4 x 4 pionnen in een rechthoek opstelling.

Spelverloop:

Elke speler sprint vanuit het vierkant van pionnen naar het vierkant van pionnen aan de overkant. Daar aangekomen wordt de bal met een kapbeweging (binnen- of buitenkant voet) in de tegenovergestelde richting gestuurd.

Nu wordt weer naar de andere kant gesprint om ook in dat vierkant met een kapbeweging de bal weer de andere kant op te sturen.

Spelregels:

  • De bal mag niet buiten het vierkant van pionnen komen.
  • Er moet 2 x heen en terug worden gesprint alvorens de volgende speler mag.

alleen-op-de-keeper-af

Veldopstelling:

1 pion waar vanaf gestart wordt.

Spelverloop:

Speler sprint met de bal op de keeper af en probeert te scoren.

Spelregels/tips:

  • De speler moet zelf zijn bal uit het net halen.
  • De speler moet zelf de bal ophalen die hij heeft misgeschoten.
  • Een andere speler mag pas beginnen als de eerste speler zijn bal heeft weggepakt.

voorzetten-via-dieptepass

Veldopstelling:

5 pionnen waarvan 2 x 2 aan elke kant en 1 in het midden als startpositie.

Spelverloop:

Spelernummer 2 passt de bal naar spelernummer 3 die de bal terugpasst naar de spelernummer 2. Spelernummer 3 loopt nu door naar de pion linksvoor en wacht op het ontvangen van de bal van speler 2. Speler 2 zelf loopt door naar het pionnetje voor het doel. Spelernummer 3 geeft de bal voor en speler 2 probeert te scoren op de keeper.

Spelregels/tips:

  • De nummers in de afbeelding hiernaast geven de volgorde aan.
  • Probeer zowel langs de linker als de rechterkant de bal voor te zetten. Wissel als iedereen 1 x is geweest.
  • Om het eerst makkelijk te maken kun je ook eerst starten zonder keeper.

Veldopstelling:

2 Pionen per spelersgroep tegen overelkaar opstellen met beginnend 5 meter ertussen. Later kan dit worden uitgebreid naar 10 of 15 meter.

Spelverloop:

De spelers moeten proberen elkaars kegel om te schieten.

Spelregels:

  • Je mag niet voor je kegel gaan staan maar moet er altijd achter blijven staan.
  • Als je schiet mag je de bal rechts of links van de kegel leggen.
  • Als je de kegel hebt geraakt krijg je 1 punt.
  • Als de trainer fluit dan moet je wisselen met een andere speler.
  • Je mag niet tegenover dezelfde speler gaan staan