Voetbaloefeningen
Inhoud
- Nr 2 vraagt om de bal en nr 1 speelt hem in
- Nr 2 moet ruimte creëren om de bal in de diepte terug te ontvangen
- Nr 1 passt de bal langs nr 2 op loopafstand
- Wanneer we aan de overzijde zijn, gaan we terugpendelen
Opbouw van de oefenvorm
- De eerste actie is van nr 2 om in de bal te komen
- Deze moet de bal schuin terugleggen om voor zichtzelf ruimte te creëren
- Afstanden vergroten/verkleinen
Coaching
- Zorg dat de ruimte niet te klein wordt
- Speler nr 1 moet de bal onder controlen hebben alvorens speler nr 2 zich aanbied
- De diepe bal moet in de loop worden meegegeven
- Denk erom dat je ruimte voor jezelf creeërt anders krijg je de bal op je hielen
- De spelers staan in een rij bij de pion.
- De keeper staat in de goal.
- Speler A staat achter het verdediggebied en passt de bal naar speler B deze staat vooraan in de rij.
- Speler B komt naar de bal toe en probeert in het verdediggebied speler A voorbij te gaan.
- Wanneer deze uit het verdediggebied is mag deze op de goal schieten. 😊
- Speler A sluit achteraan en gaat aanvallen en speler B wordt verdediger.
Organisatie:
Er wordt in 2 ploegen tegen elkaar gespeeld. De 'aanvallers' spelen richting groot doel, de 'verdedigers' richting 4 kleine doelen aan de zijkant.
Als de partij die op de grote goal moet scoren de bal is kwijtgeraakt, moeten ze de 4 doeltjes verdedigen.
Na 15 minuten wisselen van helft.
Opmerkingen:
Als de aanvallers de bal kwijtraken, kan dit heel snel een tegendoelpunt opleveren.
Vooral de spelers die in de competitiewedstrijden te weinig meeverdedigen kunnen deze partijvorm niet leuk vinden.
Aandachtspunten:
Op tijd de man dekken.
Niet happen.
Aan de goede kant dekken.
Houding tijdens de duels, door de knieën.
2 teams
- De spelers voetballen 4 tegen 4 en moeten in de aanval 2 x met elkaar hebben over gespeeld voor er wordt gescoord. (daarna uitbreiden naar 3x)
- Wanneer een bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw worden geteld met overspelen.
- Wanneer er niet overgespeeld is mag er niet gescoord worden.
De spelers leren bij Koningsvoetbal goed over te spelen.
- 2 teams
- Per team 1 Koning
- Per team 1 bal. (variatie 1 bal als er een spel wordt gespeeld)
- De teams bewegen in het veld in een vierkant.
- De bedoeling is dat de bal 3 x in de voeten wordt over gespeeld binnen je eigen team en dan wordt er naar de Koning geschoten.
- Wanneer de Koning hem aanneemt is er een punt voor dat team.
- Eerst oefenen ze binnen het team en dan wordt er tegen elkaar gespeeld.
- Wanneer de bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw geteld worden.
- 4 spelers wegzetten.
- 1 speler in het midden.
- Ruimte: Breedte 10-12 meter, lengte 7-10 meter.
- Altijd uitzetten in een rechthoek.
Aandachtspunten:
- doorbewegen zonder bal, bal vragen.
- De 3 spelers die rondspelen krijgen een punt bij 10x rondspelen.
- Start met 3x raken per speler en bouw dit af naar gelang niveau tot 1x raken.
- Speler in het midden krijgt een punt bij aanraken en bouw dit op tot het verwijderen van de bal uit de het vak.
Inhoud
- Nr 1 geeft een lange pass/trap op nr 2
- Nr 1 biedt zich aan voor de 1 - 2
- Nr 2 komt in de bal en passt de bal op nr 1
- Hij speelt hem op de binnenkant van hem
- Speler nr 1 passt dan de bal met zijn rechter been op nr 2
- Speler nr 1 controleert de bal of schiet rechtstreeks op het doel
- Wanneer er van de andere kant wordt gewerkt dan het linker been gebruiken
Opbouw van de oefenvorm
- Tweetallen één bal
- Spelers bij nr 1 hebben balbezit
- Na gewerkt te hebben wisselen van taak en achter aansluiten
- Afstanden vergroten/verkleinen
Coaching
- De bal goed strak inspelen
- Speel de bal aan de binnenkant waardoor er met rechts gespeeld moet worden.
- De bal zal dan naar de afwerker toekomen
- Zorg dat spelers niet te lang stilstaan
2 teams
- De spelers voetballen 4 tegen 2 en moeten in de aanval minimaal 3 x met elkaar hebben over gespeeld en maximaal 10 maal voor er wordt gescoord.
- Wanneer een bal wordt afgepakt/aangeraakt/ over de lijn gaat of er gescoord wordt dan moet er worden gewisseld met aanvallende en verdedigende partij.
- Wanneer er niet overgespeeld is mag er niet gescoord worden.
Inhoud
- Nr 1 of keeper neemt een doelschop
- Nr 2 neemt de bal aan
- Nr 2 geeft een diepte pass op nr 3
- Nr 3 speelt in op nr 4 deze komt in de bal
- Nr 4 maakt ruimte voor de inkomende speler
- Nr 3 speelt nr 5 aan
- Nr 5 neemt de bal aan en scoort
Opbouw van de oefenvorm
- Bij nr 1 twee spelers met een bal
- Bij 2, 3 en 5 drie spelers
- Doorschuiven van 1 naar 5
- Bij geen keeper dan gaat 5 op doel
- Afstanden vergroten/verkleinen
- Inspelen op het buitenste been
- Oogcontact en in de bal komen
- Bij positie 4 een verdediger erbij
- Bal over de grond en/of door de lucht
- Bij oponthoud speler 1 de doelschop nemen
Coaching
- Wanneer nr 1 controle over de bal heeft, dan pas in de bal komen
- Bij nr 4 eerst weg van de bal om vervolgens in de bal te komen
- Zorgen dat men niet tekort op elkaar komt te spelen dat is nl makkelijk te verdedigen
De spelers leren bij Koningsvoetbal goed over te spelen.
- 2 teams van 4 spelers
- Per team 1 Koning
- Per team 1 bal. (variatie 1 bal als er een spel wordt gespeeld)
- De teams bewegen in het veld in een vierkant.
- De bedoeling is dat de bal 3 x in de voeten wordt over gespeeld binnen je eigen team en dan wordt er naar de Koning geschoten.
- Wanneer de Koning hem aanneemt is er een punt voor dat team.
- Wanneer de bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw geteld worden.
- Als de bal uit het veld is mag het andere team opnieuw beginnen
Veldopstelling:
- 4 maal 2 x 4 pionnen naast elkaar opstellen zodat vier straten ontstaan van pionnen.
Spelverloop:
- De spelers moeten proberen exact door de pionnenstraat te passen en er daarna doorheen te sprinten achter de bal aan.
- Een ander speler ontvangt de bal dribbelt naar de andere pionnen straat, speelt de bal door de pionnen straat en sprint terug naar de groep.
Spelregels:
- De bal moet door de pionnenstraat heen.
- Als je een pion raakt moet je sprinten om de pion recht op te zetten en het opnieuw proberen.
- De bal moet langs alle pionnen gaan alvorens de ontvangende speler de bal mag aannemen.
- De volgende speler mag schieten en sprinten zodra de speler aan de overkant heeft geschoten.
dus als het goed is gaat er steeds een bal heen en tergelijkertijd een bal terug.
Veldopstelling:
Per groepje van 2 spelers 2 x 2 pionnen opstellen. Elke 2 spelers 1 bal.
Spelverloop:
De bal wordt door de ene speler opgegooid en door de andere teruggekopt. De onderstaande varianten moeten daarbij worden geoefend.
Varianten:
- Kop de bal terug in de handen van de speler.
- Kop de bal over de speler heen.
- Kop de bal via de grond richting de speler.
Tips:
- Zorg dat je vanuit je nek kopt en niet de bal gewoon laat stuiteren op je hoofd.
- Span altijd je arm spieren aan en beweeg je hoofd richting de bal.