Voetbaloefeningen voor de techniek passing
- In deze vorm speel je 2 aanvaller vs 3 verdediger met keeper.
- Het doel van de opdracht is om de keeper de bal bij één van de 3 verdedigers in te laten spelen.
- De bal start bij de 2 aanvallers.
- Zij spelen de bal even diep naar de keeper om een realistische aanvang te hebben.
- Vanaf dan begint het.
- De keeper kan de bal vangen, aannemen etc.
- De drie verdedigers moeten constant bezig zijn met aanspeelbaar zijn.
- De keeper probeert de bal bij één van de drie verdedigers te krijgen.
- Vanaf dan krijg je een 3 vs 2 situatie.
- De opdracht van de aanvallers is zo vroeg mogelijk storen om de opbouw van de verdedigers moeilijk te maken.
- Bij meer dan 6 spelers zou je ook nog een aanvaller en verdediger in kunnen laten komen als de verdedigers ingespeeld zijn.
- Dan wordt het 4 tegen 3.
- 3 hoedjes als referentiepunt in driehoek zetten.
- Spelers staan per 2 aan potje. achterste speler voert oefening uit.
- Pass wordt gegeven, strak, vrij hard, over de grond nadat de speler die de bal moet ontvangen zichzelf vrij maakt van de speler voor zich.
- Hij neemt de bal aan met de verste voet en geeft pas naar volgende speler (2 tijden, aanname en pass).
- Na de pass maakt hij tempo naar het hoedje waar hij de pass naar gegeven heeft en neemt plaats VOOR de speler die daar nog staat.
- Doel: strakke juiste passing, goede one touch balaanname, vrijmaken van verdediger
- Oefening om het pasen lopen en het bewegen in het veld te stimuleren.
- De speler links onder speelt in op de centrale speler, de centrale speler speelt in op speler 2 die van rechts onder vertrokken is.
- De speler links onder vertrekt tegelijk.
- Speler 2 kaatst de bal naar de 2e centrale speler en die dribbelt naar links boven.
- Het zelfde doe je vanaf rechts boven naar beneden toe!
Tiqui Taca One Touch Soccer | 6-Cone Drill with 2 Balls - YouTube
- Speler 1 speelt bal in op speler 2, 2 draait uit met verste voet weg van passieve verdediger.
- 2 geeft pas op 3 die uitdraait verste voet, pas geeft naar trainer en bal terug vraagt.
- Trainer speelt terug, speler 3 neemt bal aan, doet actie en werkt af op doel.
- Alternatief is dat Speler 2 i.p.v. te passen naar 3 een dribbel doet naar de plaats waar 3 zou staan en dan een kaats doet met trainer en afwerkt.
- 4 kegels (werkgebied) die op 10m van elkaar staan.
- Speler 1 geeft pas aan Speler 2 die de bal terugkaatst naar speler 1 die op zijn beurt de bal lang overspeelt.
- Spelers tellen zelf bij iedere pas of kaatst 1 omhoog.
- Aan 10 zou de bal in het midden moeten zijn, speler in het midden neemt bal mee van waar hij komt en wisselt met deze speler.
- Alles begint opnieuw.
- Klein vierkant vak met tegenover elkaar 2 kleine doeltjes.
- na 10 keer rondspelen proberen te scoren.
- Verdedigers mogen scoren na afpakken.
- In deze oefenvorm worden er d.m.v. twee varianten afgewerkt.
- Het team dat links staat speelt tegen het team dat rechts staat.
- Ruil altijd van kant zodat spelers het aan beide kanten en met beide benen oefenen.
- De diepste speler wordt ingespeeld die laat de bal vallen op de 3e man die afwerkt.
- De diepste speler komt hierna direct in de bal en kaatst waarna de bal naar de flank gespeeld wordt.
- De flankspeler mag de bal een keer meenemen naar binnen om de halfspace te betreden en moet de lage voorzet geven.
- Toevoeging in de vorm is een verdediger van de tegenpartij mag mee verdedigen bij de lage voorzet (2vs1).
SCOREN SCOREN SCOREN (1) - YouTube
- De opkomende speler (O) start met de bal en speelt deze naar de spits (S).
- De spits legt de bal terug op de middenvelder (M), die vervolgens de bal diep geeft op de opkomende speler.
- Het is bedoeling dat de opkomend speler de loopactie sprintend uitvoert.
- Het gaat om de juiste timing.
- De opkomende speler moet goed in de gate houden of het kaatsten tussen spits en middenvelder soepel verloopt en inschatten wanneer de bal diep wordt gegeven.
- Te vroeg starten betekent dat je buitenspel loopt.
- Te laat starten zou betekenen dat de bal door een verdediger wordt onderschept.
- Te langzaam rennen zou betekenen dat je wordt ingehaald door een verdediger.
- De opkomende speler speelt uiteindelijk met de bal naar de opkomende speler aan de overkant en wordt daar de middenvelder.
- De middenvelder wordt spits, de spits wordt opkomende speler
- 2 rijtjes op ca 10 meter buiten het 16 meter gebied
- Op de rand van het 16 meter gebied staan nog 2 spelers in het verlengde van de rijtjes naast een pop/ grote pion
- De speler van het ene rijtje speelt de bal breed naar de eerste speler van het andere rijtje
- Die geeft een cross bal naar de speler op de rand van het 16 meter gebied
- Deze loopt bij zijn verdediger vandaan (pion)
- Zorgt dat hij open staat/ komt en schiet op de goal
Oefening om van kant te veranderen, aanname en opendraaien te oefenen
- Er wordt een vierkant uitgezet met op iedere hoek een hoedje
- In het midden komt een 5e hoedje
- De speler rechtsboven speelt naar links boven (1)
- Van links boven naar het midden (2)
- Van midden naar links onder (3) van links onder naar rechts onder (4)
- Van rechts onder naar het midden (5)
- en van het midden terug naar de startpositie (6)
- Spelers volgen de bal
- Gaan dus rond
- Strak passen
- goed aannemen en opendraaien!
- Twee kleine goals tegen elkaar.
- Twee spelers staan op middenstip en onder goal.
- Spelers aan zijkant dribbelen naar vierkant en passen naar de tegenoverliggende speler.
- Spelers doen dit tegelijk.
- Gepasste speler (onder goal en middenstip) neemt aan en gaat direct proberen te scoren op kleine doeltje.
- Speler die gepasst heeft gaat direct in duel om te verdedigen.
- Speler die gepasst heeft gaat naar de ontvanger. (onder goal en op middenstip)
- Speler die probeerde te scoren gaat terug in rij.
Organisatie :
- 6-hoek uitzetten (zie tekening)
- 2 doeltjes (klein zonder keeper, andere met keepers)
8 kaatsers (rood), 2 teams van 6 spelers (afhankelijk van de aanwezigen)
Uitleg :
- Er wordt een partijspel 6 vs 6 gespeeld +1 neutrale speler indien je met oneven aantal bent
- 8 spelers elk aan 1 zijde langs de zeshoek
- Kaatsers maximaal 1 tijd, niet naar mekaar passen, enkel naar de spelers in het centrale gedeelte
- Als de bal uit, trainer laat ergens in spel hervatten, kan ook naar keepers zijn eventueel,...
Coaching :
- Laat de vorm zijn werk doen
- Snelle omschakeling
- Maak zelf je keuzes over de toegepaste spelregels, naargelang de doelstelling (bv verplichten van aan de 2 zijdes geweest te zijn, dus kantelen, maximaal 2 tijden in neutrale vorm,...)