Voetbaloefeningen voor de techniek positiespel
- Duur:
- 30 min
- Afstand:
- Lengte 25 mtr
- breedte 15 mtr
- blauwe vak 5 mtr lang
- Uitvoering:
- 3 teams (zijn teams kleiner dan 4 spelers dan veld grote aanpassen)
- Rood en wit gaan proberen met over spelen en passen de bal in het andere vak te krijgen.
- Overspelende teams mogen niet in het blauwe vak en storende team mag maar met 2 spelers in het vak storen.
- Na 5 minuten wisselen met team in het midden. de eerste keren zijn oefen sessie daarna komen 3 x 5 minuten spelvorm.
- Spelvorm:
- De bal van vak naar vak spelen is 1 punt.
- Het team dat in de midden het minste aantal punten tegen krijgt is de winnaar
- Coach moment:
- Voor 2 storende spelers is het belangrijk om druk op de bal te houden als hij aan 1 kant is.
- Voor de andere 2 is het belangrijk de looplijnen af te schermen.
- Is het voor de rondspelende teams te gemakkelijk kun je veld breedte aanpassen of maximaal 2 of 3 keer raken.
- Verbeteren van het positiespel.
- Blauw speelt met 3 witte en rood dient de bal te veroveren.
- 10 keer rond spelen blauw is een punt, twee punten wanneer door rood wordt gespeeld.
- Uitvoetballen na inworp via kaats (en openen andere zijde).
- Eerst aanvallend
- Daarna via flankwissel
- Aanv:
- A gooit in op B
- B komt voor de verdediger en speelt /kaatst op A
- A speelt rechtstreeks in op C
- C scoort
- Flankw:
- A gooit in op B
- B komt voor de verdediger en speelt /kaatst op A
- A speelt rechtstreeks in op C
- C opent op D
- D haalt achterlijn en zet voor
- A en C proberen te scoren
- Matchvorm 4 vs 4
- (1-2-1) bal ingooien
- Spelers op de flanken dienen op de flanken te blijven
- Geen dribbels
- Passing is belangrijk scoren niet
- Probeer op te bouwen via flank
- Negen vraagt de bal en kaatst met vleugel
- Keuze ofwel aanvallen ofwel openen andere kant via je 5
- Duur:
- Restant
- Afstand:
- Breedte:
- Geheel veld
- Lengte:
- Tussen middenlijn en 16 meter
- Breedte:
- Uitvoering:
- Iedereen heeft zijn positie en zijn directe tegenstander.
- Wordt je ingespeeld scherm je de bal af
- Laat hem dan vallen op inkomende speler zo opbouwen naar goal.
- Coach moment:
- Bal afschermen,
- Op juiste moment loopactie maken.
- Durf naar voren te voetballen.
- BELANGRIJK BLIJF IN JE POSITIE SPELEN!!!!
- Duur:
- Restant training
- Afstand:
- Ligt aan aantal spelers ga uit van genoeg ruimte.
- Coach moment:
- Altijd in opstelling blijven
- Bij intrap en achter bal meteen in opstelling staan
- Mocht het helemaal uit verband staan spel stop leggen en hier op wijzen.
- verdedigend
- compact
- let op!
- Zonder keeper.
- Duur:
- +-20 min
- Afstand:
- 16 meter gebied
- Uitvoering:
- Verdedigers starten naast de goal.
- Ze spelen de middelste aanvaller in.
- Lopen dan ter verdediging de 16 meter in.
- Hou eerst vaste groep met aanvallers en verdedigers
- Wissel na paar minuten
- Coachmoment:
- Aanvallers
- Blijf aanspeelbaar in 3 hoek
- Juiste moment steek bal
- Verdedigers
- Compact bij elkaar
- Zorg voor rugdekking
- Aanvallers
- Duur:
- +- 30 min
- Afstand:
- 20x30 meter (inschatten op aantal spelers maar houd een rechthoek)
- Uitvoering:
- Positiespel
- 7:4
- 8:4
- Vanaf 13 spelers maak je 5 spelers die gaan jagen.
- Na 3 minuten wisselen van jagers.
- Positiespel
- Coach moment:
- Bij de bal bezittende ploeg moeten de spelers in positie blijven voetballen.
- Duur:
- 20 min
- Afstand:
- Rood tot blauwe pion 10 meter.
- Tussen blauw en blauw 5 meter.
- Breedte 15 meter. (afhankelijk met aantal spelers)
- Uitvoering:
- 3 man spelen de bal rond en proberen de bal naar het andere vak te krijgen.
- De blauwe spelers staan met 2 man in een vak.
- 1 in het blauwe vak om de passlijn af te snijden.
- Is de bal in het andere vak schuift de man in het blauwe door.
- Dan neemt een andere speler van blauw deze positie over.
- Bal naar ander vak spelen= 1 punt.
- Tussen 2 spelers = 2 punten.
- Blauw pakt de bal af = 1 punt.
- Wisselen naar +- 3 min
- Coach moment:
- Rood
- Hou spel breed
- Snel tempo
- Goed open draaien
- Blijf tempo houden
- Rood
- Speler 1 speelt de bal op speler 2.
- Achter speler 2 staat een verdediger.
- Speler 2 draait links- of rechtsom weg.
- Idem als hierboven maar dan kaats speler 2 terug op speler 1 die naar rechts (of links is gelopen) en sprint weg.
- Speler 1 geeft de bal in de voeten mee.
- Variant 1:
- Speler 1 speelt de bal kort op speler 2
- Deze speelt de bal richting punt 16
- Speler 1 schiet op doel
- Variant 2:
- Speler 1 speelt de bal op speler 2 op punt 16
- Deze schiet de bal laag richting midden 16
- Speler 3 schiet op doel
1 tegen 1
- In passen
- Elkaar opzoeken
- Volle bak het duel op zoeken
- Scoren of bal uit
- Gelijk de volgende