Voetbaloefeningen voor de techniek schieten
- Afwerkvorm tijdens opendraaien en/of na de kaats 15 - 20 minuten.
- Variant 1 met opendraaien.
- Speler 1 paast speler 2 in.
- Speler 1 loopt naar pion bij speler 2.
- Speler 2 draait open en paast speler 3 in.
- Speler 2 loopt naar pion bij speler 3.
- Speler 3 draait open en schiet gelijk op goal.
- Speler 3 haalt de bal op en sluit achteraan bij speler 4.
- Variant 2 met kaatsen.
- Speler 4 speelt speler 5 in.
- Speler 4 loopt naar pion bij speler 5.
- Speler 5 draait open en speelt speler 6 in.
- Speler 5 loopt door naar en laat zien waar hij de bal wil hebben.
- Speler 6 kijkt waar speler 5 de bal wil hebben en kaatst die baal daar heen.
- Speler 5 kaatst de bal terug op de 11 meter en loopt daarna snel terug naar de pion bij speler 6.
- Speler 6 gaat pas lopen wanneer de bal gespeeld wordt en schiet de bal op goal.
- Haalt daarna snel de bal op en sluit achteraan bij speler 1.
- Bij 9 - 10 spelers is deze oefening zo goed.
- Heb je er 12 of meer dan de volgende variatie toepassen.
- Deze drie punten zijn dan als vervanging van punt 1.
- Speler 7 passt de bal naar speler 1(of 6).
- Speler 1(0f 6) kaatst de bal schuin terug. en loopt naar de pion bij speler 2(of 5).
- Speler 7 loopt in de bal en speelt de bal naar speler 2(of 5).
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Een parcour voor 1 op 1 duel met groot doel.
- 1 parcour met 1 op 1 duel met klein doel.
- Twee spelers als verdediger op beide parcours.
- Een keeper op groot doel.
- Ieder parcour een rij spelers.
- Speler kaatst met verdediger.
- Gaat duel aan.
- Passeert en rond af.
- Zelfde op beide parcours.
- Spelers wisselen van parcour na uitvoer van de oefening.
- Zet pionnen zoals op plaatje
- Speler 2 op kaats positie.
- speler 3 op afrond positie, verder weg.
- Speler 1 kaatst op speler 2.
- speler 1 geeft LANGE pass (hoog eventueel) op speler 3.
- Speler 3
- Neemt de bal aan,
- Dribbelt naar goal,
- Maakt passeerbeweging,
- Versnelt en rond af.
- Eventueel variant met een- twee met speler 2
- Spelers draaien door
- 1 naar 2
- 2 naar 3
- 3 naar begin
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Speler 1 passt naar speler 2.
- Speler 2 draait open en geeft dieptepass naar achterlijn.
- Speler 1 sprint diep naar de dieptepass en geeft een voorzet rand 16.
- Speler 3 communiceert/roept en vangt deze pass op (of neemt aan of rond direct af).
- 4 pionnen zoals op plaatje
- Iedere pion 1 speler
- Rest spelers bij 1e pion
- Speler 1 speelt eerst links speler 2
- Speler 2 kaatst terug op speler 1
- Speler 1 geeft een diepe pas aan zelfde linker kant aan speler 3
- Intussen loopt speler 2 naar de 16 meter lijn
- Speler 3 legt breed, speler 2 rond af
- Speler 1 naar speler 3 positie
- Speler 3 naar speler 2 positie
- Speler 2 (die afgerond heeft) pakt bal en sluit aan bij rij van speler 1 (start)
- Daarna aan de rechter kant hetzelfde
- Duur:
- 20 min
- Afstand:
- Pionnen op.
- Uitleg:
- A speelt B in,
- B speelt C in met actieve verdediger in de rug,
- C speelt D in.
- D legt breed en C rond af.
- Doorschuiven A.B.C.D.
- De CV en Backs zijn vaste verdedigers.
- Pakt de verdediger de bal af kan hij meteen scoren op de goal.
- ALS ACTIEVE VERDEDIGER DE BAL HEEFT MOET SPELER B DE BAL WEER PROBEREN TE VEROVEREN.
- Coach momenten:
- Juiste snelheid de bal inspelen zodat je mede speler er meteen mee kan handelen.
- Positie B is belangrijk om de bal meteen af te schermen tijdens de aannamen.
- Duelvorm in 2 groepen tegen elkaar met afwerken.
- Eerst rechts daarna links.
- Verdediger A speelt in op flank B.
- Die doet controle tussen de potjes.
- legt bal klaar om af te drukken.
- Ingedraaid staan.
- Afwerken op klein geel doel.
- Tevens aan andere zijde.
- Bij score hoedje omleggen.
- Wie eerst 5 hoedjes (centraal omlegt wint) .
- Doorschuiven:
- A wordt B
- Eventueel met keeper.
- Duur:
- +-20 min
- Afstand:
- 16 meter gebied
- Uitvoering:
- Verdedigers starten naast de goal.
- Ze spelen de middelste aanvaller in.
- Lopen dan ter verdediging de 16 meter in.
- Hou eerst vaste groep met aanvallers en verdedigers
- Wissel na paar minuten
- Coachmoment:
- Aanvallers
- Blijf aanspeelbaar in 3 hoek
- Juiste moment steek bal
- Verdedigers
- Compact bij elkaar
- Zorg voor rugdekking
- Aanvallers
- Duur:
- 20 min
- Afstand:
- Rode pionnen op 20 meter van achterlijn.
- Witte pion +- 35 meter achterlijn.
- Uitvoering:
- C vraagt de bal.
- A speelt C in.
- C kaatst terug op A.
- A steek de bal door op B.
- B legt terug op inlopende D.
- D rond af.
- Doorschuiven:
- A naar B .
- B naar C.
- C naar D.
- D schuift achter aan.
- Op helft omwisselen van kant.
- LET OP!
- Afronden buiten 16
- Coach moment:
- B niet te vroeg diep lopen in wedstrijd.
- Speel D niet te vroeg inlopen.
- Wachten tot dat B controle heeft.
- Concentraties op kaatsen.
- Spel element:
- Binnen bepaalde tijd zoveel mogelijk ballen binnen schieten.
- Lukt dit.
- Keeper opdrukken.
- Lukt dit niet.
- Aanvallers opdrukken.
- Zet pionnen zoals op plaatje
- Speler 1 kaatst op speler 2
- Speler 2 kaatst terug op speler 1
- Speler 1 speelt lange pass op speler 3
- Speler 2 sprint naar de 16 meter lijn voor het doel
- Speler 3 geeft harde pass over de grond voor de 16 meter
- Speler 2 rondt direct af
- Variant 1:
- Speler 1 speelt de bal kort op speler 2
- Deze speelt de bal richting punt 16
- Speler 1 schiet op doel
- Variant 2:
- Speler 1 speelt de bal op speler 2 op punt 16
- Deze schiet de bal laag richting midden 16
- Speler 3 schiet op doel
- Pass trap met variaties in het afronden en opbouw
- Keeper gooit uit, spits inspelen en bijsluiten
- Keeper schiet uit, spits met rug naar doel inspelen, deze draait weg