Voetbaloefeningen
- Afstand ongeveer 10 meter
- Loop oefening: eerst rustig looptempo 3x
- Spelers naast elkaar laten staan op de plaats;
- been laten optillen op heuphoogte en arm naar voren zodat de vinger tot aan schouderhoogte komt.
- Wandel daarna op tempo,
- been laten optillen op heuphoogte en arm naar voren zodat de vinger tot aan schouderhoogte komt.
- Gaat rechterbeen omhoog dan moet de linkerarm ook omhoog gaan. De rest van het lichaam blijft stil. 10x in rustig tempo
- Daarna 10x versnelt waarbij gelet moet worden dat de speler de oefening technisch juist uitvoert zoals hierboven beschreven.
Deze Oefening kan aan beide kanten worden uitgevoerd:
- Goede kaats
- Strakke pass erna
- Leg breed rand 16
- Hierna afronden op het goal.
1e oefening:
- Speler A speelt de bal in naar B en loopt naar de positie van B.
- Speler B staat open gedraaid, neemt aan en speelt hem door naar Speler C en zo verder.
- Aandachtspunt inspelen:
- de bal moet in het midden worden geraakt zodat hij laag blijft.
- de juiste techniek hier voor is je schietbeen iets optillen.
- Aandachtspunt aannemen:
- De speler die de bal aanneemt, moet niet met het lichaam naar de bal staan maar 'open gedraaid'. Dit creëer je door het lichaam te positioneren naar de speler waar je op moet inspelen en je ogen gericht op de bal.
- Spelen we de bal rond met de klok mee dan wordt de bal aangenomen met links en speel ik door met rechts.
- Andere kant op neem je aan met rechts en speel je door met links.
- Als je merk dat het te makkelijk gaat, voer je eerst het tempo op. Daarna kun je om het moeilijker te maken de aanname eruit halen en moeten ze de bal direct doorspelen.
2e oefening:
- Speler B vraagt de bal.
- Speler A speelt speler B in.
- Dan laat B de bal vervolgens vallen op speler A waarna die hem weer doorspeelt op speler C.
- Speler C laat hem dan vallen op speler B en vervolgens speelt speler B schuin naar speler D enzovoort.
Aandachtspunten:
- De speler die de bal inspeelt moet na het inspelen doorlopen zodat hij de bal kan vragen, in het midden, tussen de pionnen in
- Niet verder want dan is het effect weg bij de crosspass.
- De speler die de bal terugkaats loopt om zijn eigen pion heen om weer de bal te vragen in het midden.
- Deze speler moet bij het terugkaatsen de juiste draai maken zodat hij zijn ogen op de bal houdt.
- Zijn draai moet kort richting het vak zijn en niet van het spel af.
Bij beide oefeningen na 8 minuten wisselen van spelrichting.
Met de klok mee passen we met rechterbeen, tegen de klok in met linkerbeen.
Met de klok mee passen we met rechterbeen, tegen de klok in met linkerbeen.
1e oefening:
- Speler A speelt de bal in naar B en loopt naar de positie van B.
- Speler B staat open gedraaid neemt aan en speelt hem door naar Speler C en zo verder.
- Aandachtspunt 1 inspelen: de bal moet in het midden worden geraakt zodat hij laag blijft.
- De juiste techniek hier voor is je schietbeen iets optillen.
- Aandachtspunt 2 aannemen: De speler die de bal aan moet nemen. moet niet met het lichaam naar de bal staan maar zoals men zegt open gedraaid. Dit creëer je door het lichaam te positioneren naar de speler waar je op moet inspelen en je gezicht let op de bal. Spelen we de bal rond met de klok mee wordt de bal aangenomen met links en speel ik door met rechts. andere kant op neem je aan met rechts en speel je door met links.
- Als je merk dat het te makkelijk gaat voer je eerst tempo op. Als dat ook te eenvoudig blijkt dan haal je de aanname eruit en moeten ze de bal direct doorspelen.
2e oefening:
- Speler B vraagt de bal. Speler A speelt speler B in. Dan laat B de bal vervolgens vallen op speler A waarna die hem weer doorspeelt op speler C.
- speler C laat hem dan vallen op speler B en vervolgens speelt speler B schuin naar speler D enzovoort.
Aandachtspunten:
- De speler die de bal inspeelt moet na het inspelen doorlopen zodat hij de bal vraagt in het midden tussen de pionnen in
- Niet verder want dan is het effect weg bij de crosspass.
- De speler die de bal terugkaats loopt om zijn eigen pion heen om dan weer de bal te vragen in het midden.
- Hierbij ligt de noodzaak dat deze speler bij het terugkaatsen de juiste draai maakt zodat hij zijn ogen op de bal houdt.
- Zijn draai moet kort richting het vak zijn en niet van het spel af.
Deze oefening is even warm draaien boven in voor de jongste groepen en in de cirkel voor de bovenbouwteams.
- In passen met rechts en links
- Koppen aanname op de borst of boven been
- Terug passen
- Hoekschop nemen
- spelen naar 1ste die rent
- zet blok
- Hoekschap nemen variant 3
- Hoge bal richting 2de paal
- Terug voor de goal koppen
- 3 man die inlopen
- Binnentikken
- Hoekschap nemen variant 3
- Hoge bal richting 2de paal
- Terug voor de goal koppen
- 3 man die inlopen
- Binnentikken
- Hoekschop nemen variant 2
- Hoekschop nemen
Doel:
Verdedigers proberen de de bal snel te onderscheppen:
Oefening:
Verdedigers proberen de de bal snel te onderscheppen:
Oefening:
- Het spel start bij nummer 6 die trapt naar doelman
- Doelman speelt dan direct naar 2 of 4
- Op het ogenblik dat 2 of 4 wordt aangespeeld start de blauwe ploeg met de pressing en probeert de dieptepass te verhinderen
- De rode ploeg kan "scoren" door een dieptepass te geven naar nummer 6, die in zijn afgebakende zone over gans de breedte mag bewegen
- De blauwe ploeg kan scoren in het grote doel
Coaching:
- 2-5 van verdedigende partij direct druk op de bal
- 9 verdedigend dekt direct te lijn van de bal af
- 4 verdedigend direct doorstappen op nummer 5 aanvallende partij.
- 6 aanvallers met bal mee bewegen en mee doen met het spel
Doel:
Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren zonder weerstand
Oefening:
Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren zonder weerstand
Oefening:
- A speelt op B
- B kaatst op A
- A dribbelt een klein beetje, geeft goede bal op C
- C dribbelt volgend hoedje
- C speelt op D
- C loopt zonder bal verder
- D kaatst op C
- C werkt af
Doorwisselen:
- A-B
- B-C
- C-D
- D haalt bal - wordt A
Coaching:
- Beweging zonder bal
- Goede been en strak inspelen
- Coach elkaar door roepen naam
Speelwijze:
- 1-4-4-2
- A= 3-4
- B=6
- C=5
- D=9