Voetbaloefeningen voor de techniek verdedigen
- Aanvallers tegen verdedigers in vak van 30x20 tot 40x30
- Overtal aanvallers tegen ondertal verdedigers.
- Aanvallers beperken in bal aanrakingen.
- Verdedigers belonen door te laten scoren in klein doeltje.
Veldafmetingen: 30 bij 30 meter uitgezet met vier pionnen en twee hoedjes
Uitleg voetbaltraining
In deze oefenvorm speel je vier tegen vier of vijf tegen vijf. In totaal zet je vier doeltjes neer van ieder drie meter breed. De doeltjes kun je uitzetten door middel van pionnen. Elk team verdedigd dus twee doeltjes en kan scoren in twee doeltjes.
Aandachtspunten
In deze oefenvorm is het belangrijk dat je je spelers laat zien dat ze gemakkelijk het spel kunnen verleggen, doordat er ruimte ontstaat aan de andere kant van het veld. Spelers moeten hier rekening mee houden met het kiezen van hun positie. Je hebt te maken met jonge spelers die het inzicht nog moeten ontwikkelen, hou daar rekening mee.
Veldopstelling:
Keeper met verdedigers bij de goal (1ste en 2de paal). Eventueel overige verdedigers in vrije rol. Aanvallers gaan met name bij de 2de paal staan.
Spelverloop:
De speler die de corner neemt zet de bal niet voor maar passt met een harde pass over de grond naar de medespeler die kort bij hem staat. De medespeler schiet de bal in 1 keer op de goal.
De verdedigers proberen de bal te blokkeren.
Spelregels:
- Als de bal uit gaat wordt er opnieuw een corner genomen.
- Als de keeper de bal vangt moet er een nieuwe corner worden genomen.
- De verdedigers moeten de bal blokkeren.
- Als de keeper de bal vangt moeten de aanvallers gelijk weglopen bij de goal naar het middenveld.
Veldopstelling:
2 grote doelen
Spelverloop:
Dit kan in 4 tegen 4 of 3 tegen 3 of zelfs 2 tegen 2 opstelling. De spelers mogen de bal maar 2 keer raken.
Spelregels/tips:
- De bal mag worden aangenomen maar moet dan in 1 keer worden gespeeld.
- Als er is gescoord wordt of over de lijn wordt geschoten moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Er moet altijd 1 speler worden gepasseerd alvorens mag worden overgespeeld. Als dit niet wordt gedaan is het een vrije bal voor de tegenpartij.
Veldopstelling:
Veld afzetten met 4 pionnen op 20 bij 20 meter.
Spelverloop:
Elke 2 spelers krijgen een bal. De paarse speler moet proberen de bal af te schermen voor de blauwe speler. De blauwe speler moet de bal proberen de bal te pakken te krijgen zonder een overtreding te maken.
Spelregels:
- Als een speler de bal afpakt dan mag deze speler de bal afschermen en moet de andere speler de bal afpakken.
- Op het fluit signaal van de trainer moet je van spelersgroepje wisselen.
- Je mag niet wisselen naar een andere speler waar je al een keer tegen hebt gespeeld.
- Gebruik bij het afschermen van de bal je lichaam goed.
Veldopstelling:
2 doelen langs elke lijn en 1 bal.
Spelverloop:
3 spelers blauw spelen partij tegen 3 spelers paars.
Spelregels/tips:
- Als er is gescoord moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Als de bal over de lijn is moet worden ingegooid.
- Belangrijk is om driekhoekjes te maken op het veld om de bal goed naar elkaar over te kunnen passen zonder dat de tegenstander er tussen kan komen.
Veldopstelling:
Veld afzetten met 4 pionnen op 20 bij 10 meter.
Spelverloop:
De spelers moeten van de ene kant van het veld met een bal aan de overkant komen. In het midden staat de balafpakker. Deze moet proberen de bal af te pakken van de overlopende spelers.
Spelregels:
- Kijk goed waar en wanneer je met de bal kan overlopen.
- De balafpakker moet proberen om de spelers naar de zijkant te verjagen.
- Indien de balafpakker de bal aanraakt van een andere speler dan moet de speler die zijn bal is aangeraakt in het midden.
- Gaat de bal over de zijlijn van een speler dan is deze ook af en wordt balafpakker.
- Je mag niet teruglopen over de denkbeeldige achterlijn.
Veldopstelling:
1 groot doel en 2 kleine piondoeltjes langs elke lijn en 1 bal.
Spelverloop:
4 spelers paars spelen partij tegen 4 spelers wit.
Spelregels/tips:
- Als er is gescoord moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Als de bal over de lijn is moet worden ingegooid.
- De aanvallers moeten scoren op het grote doel en de verdedigers op de 2 kleine piondoeltjes.
Veldopstelling:
2 grote doelen
Spelverloop:
2 spelers paars spelen tegen 3 spelers wit. Bij wit speelt een kameleon. Dit betekent op het moment dat er wordt aangevallen door het paarse team hoort de kameleon bij het paarse team. Als er door het witte team wordt aangevallen hoort de kameleon bij het witte team.
Spelregels/tips:
- Als er is gescoord moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Als de bal over de lijn is moet worden ingegooid.
Veldopstelling:
2 grote doelen
Spelverloop:
Dit kan in 4 tegen 4 of 3 tegen 3 opstelling. Beide teams spelen met een kleine bal en moeten flink overpassen gezien de grote van het veld. Door de kleine veld en de kleine bal wordt gedwongen om de bal goed aan te nemen en zuiver te passen.
Spelregels/tips:
- Scoren kan op 2 manieren: als de bal over de lijn wordt geschoten gaat er 1 punt van de score af en als er op het doel wordt gescoord komt er 1 punt bij de score.
- Als er is gescoord of over de lijn wordt geschoten moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
Organisatie:
Er word 5:5 of 4:4 gespeelt met extra spelers aan de zijkanten, de buitenspelers. Deze 2 spelers zijn bij de balbezittende ploeg.
De buitenspelers mogen eerst ook nog dribbelen met de bal.
Na enkele minuten moeten ze direct spelen.
De spelers aan de zijkanten mogen niet scoren.
Na 10 minuten of iets minder de buitenspelers wisselen.
Opmerkingen:
Spelers vinden het soms beter om de eigen man te houden, dan een doelpunt te voorkomen door in te stappen of een dichter bij het doel staande tegenstander te dekken. Laat ze het eerst een paar keer fout doen. Gebruik deze situaties later om ze aanwijzingen te geven.
Aandachtspunten:
Weten ze hoe hun medespelers staan als ze moeten verdedigen
Laat niemand zijn man vrij.
Staan ze tussen de tegen stand en de doeltjes.
Hebben ze zich zo opgesteld dat ze de tegenstander en de bal kunnen zien.
Organisatie:
Er word 3:3 gespeelt. Zonder keepers.
Op het doel van 7 meter mag pas gescoord worden vanuit het 16 meter gebied.
De andere partij kan scoren op de 2 doeltjes, vanuit elke positie.
Als de bal aan de zijkanten uit gaat word er hervat met een intrap.
Na een doelpunt of een achterbal word het spel opnieuw gestart op de achterlijn van de
aanvallende partij (driehoekjes).
Ook komen er dan 2 nieuwe verdedigers en 3 nieuwe aanvallers in het veld.
Aandachtspunten:
Fel verdedigen voordat ze in het 16 meter gebied zijn.
Het veld klein maken bij het verdedigen.