facebook pixel

Voetbaloefeningen voor de techniek warming-up

  • Zet pionnen uit in Y-vorm. 
  • Tot aan het eerste hoedje 
  • doe je een warming-up oefening, 
  • naar de Y toe loop je uit. 

2 tallen tegen over elkaar in ligsteun. Men druk zich op en geeft elkaar kruislings een hand klap (zie foto)


opdrukken-handje-klap-1

serie oefeningen om houdingsspieren te trainen

  • hip crossover
  • scorpion
  • one-hundred
  • linkerhand op rechterknie, rechterhand op rechterenkel, gestrekt linkerbeen (15 cm van de grond), schouders van de grond -> wissel: rechterhand op linkerknie,linkerhand op linkerenkel, gestrekt rechterbeen. Rustige beweging!
  • op handen/knieen (schouders - romp - benen rechthoek). Rechterbeen en rechterarm opendraaien richting plafond, heupen op elkaar. Van hieruit terugdraaien, dogpose, linkerbeen omhoog zwaaien, terug naar handen/knieen. Herhalen! Idem links.
  • zijwaartse houding, bovenste been gestrekt naar achteren, bovenste arm gestrekt naar voren. Hand naar knie brengen en weer strekken. Herhalen! Idem andere kant.
  • op rechterheup zitten, rechterhand op grond. Van hier uit omhoog met linkerbeen gestrekt richting plafond en weer terug. Herhalen! Idem linkerkant.
  • plankhouding. Van daar uit voet voor voet naast je hand zetten en weer terug. Volgorde: eerste rechts eerst, dan links eerst (om/om).
  • In een veld van negen vakken is het de bedoeling om 3 op een rij te maken.(boter kaas en eieren
  • Twee teams hebben steeds een koppeltje van 2 spelers klaar staan. 
  • 1 rent naar een vak om dit te bezetten, de ander dribbelt door de pionnen en speelt de bal naar het vak. 
  • Alleen als de bal in het vak wordt aangenomen mag deze blijven liggen.
  • Als beide speelster van het team zijn terug gerent mogen de volgende twee.


ladderen-2

1. Begin in de startpositie met het gezicht naar de loopladder toe.

2. Stap met uw linkervoet in het eerste vakje van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij (zorg er voor dat uw hakken de grond niet raken).

3. Ga vervolgens voorwaarts op bovenstaande manier de loopladder door.

4. Wissel de startvoet om de beurt af.

5. Probeer ook een om de oefening andersom uit te voeren, u begint dus met uw rug naar de loopladder toe.

ladderen-21. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten tegelijk voorwaarts waarbij uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder belandt en uw rechtervoet in het eerste vakje. U maakt als het ware een ski beweging.
3. Spring gelijk door waarbij uw linkervoet nu in het eerste vakje van de loopladder landt en uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.

ladderen-2
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Deze oefening wordt enkel uitgevoerd met 1 voet. Spring met uw linkervoet in het eerste vakje en hinkel vervolgens schuin naar voren waarbij uw linkervoet naast de tweede trede van de loopladder landt.
3. Hinkel naar het tweede vakje en hinkel schuin naar voren waarbij u nu rechts naast de derde trede landt. 

4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent, let echter wel goed op uw houding en land enkel op de bal van uw voet (dus de hak raakt de grond niet aan).
5. Wissel de startvoet af.

ladderen-21. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten in het eerste vakje van de loopladder en spring gelijk schuin naar voren waarbij uw voeten naast de tweede trede van de loopladder landen.
3. U sprint door naar het tweede vakje van de loopladder en springt nu schuin naar voren maar landt nu rechts naast de trede. U maakt dus een zigzag beweging.
4. Zorg ervoor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.

ladderen-21. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.

2. Stap met uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder.

3. Ga met uw linkervoet achter uw rechtervoet langs en plaats deze naast het eerste vakje van de loopladder schuin achter uw rechtervoet. 

4. Plaats uw rechtervoet naast het eerste vakje van de loopladder naast de linkervoet.
5. Stap met uw linkervoet in het tweede vakje van de loopladder en ga nu met uw rechtervoet achter uw linkervoet langs en plaats vervolgens uw linkervoet weer naast de rechtervoet.
6. Vervolg deze stappen voor de gehele loopladder.


ladderen-21. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Stap met uw linkervoet in het eerste vak van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij in het eerste vakje van de loopladder.
3. Zodra uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder landt verplaatst u uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder.
4. Spring met uw rechtervoet recht naar voren zodat deze in het tweede vakje van de loopladder uitkomt en sluit uw linkervoet bij.
5. Zodra uw linkervoet is aangesloten springt u met uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
6. Vervolg de bovenstaande stappen voor de rest van de loopladder.

4-6 lijnen  met gekleurde hoedjes. trainer roept kleur, spelers sprinten naar de gekleurde lijn

  • De spelers stellen zich op in een cirkel, 
  • Ideaal is 6 tot 8 spelers per cirkel. 
  • Per cirkel heb je slechts één bal.

Uitvoering:

  • Een speler speelt de bal naar een andere speler, loopt de bal achterna richting de speler die hij inspeelt. 
  • De tweede speler ontvangt de bal en speelt deze weer naar een andere speler uit de cirkel, 
    • Ook hij loopt de bal weer achterna richting de speler die hij zojuist heeft ingespeeld. 
  • Dit blijft zich herhalen.

Kwaliteit:

  • Passes moeten helder en nauwkeurig zijn.
  • De passes worden over de grond gespeeld, hou de bal laag!
  • Net na de pas versnellen de spelers (korte sprint)
  • De spelers roepen de naam van de speler die ze in willen spelen
  • Alle spelers staan constant op hun tenen, niet op platte voeten, dit om de handelingssnelheid te verbeteren.

Voortgang:

  • Je kunt het spel moeilijker maken door één keer raken toe te passen
  • Je kunt spelen met twee ballen
  • Speler 1, die de  de pas heeft gegeven, moet proberen de aangespeelde speler (speler 2)  te tikken alvorens hij de bal naar speler 3 heeft gespeeld. enz.


  • Deze oefening kan je gebruiken als je wil werken in posities met verdedigende driehoek.
  • Je kan zelf variaties toepassen waar nodig en ook de afstanden.
  • Deze oefening werd al meermaals gegeven bij jeugdploegen als eerste elftallen.
  • Zoals je op de afbeelding kan zien werken we langs 2 kanten.
  • Ongeveer de ruimte van de 16m tot de middenlijn.
  • Eerste speler speelt de bal diagonaal in, speler B draait door met de bal en speelt in op C die daarop een 1/2 doet met B. C speelt de bal diep op D. De sluit aan bij de andere groep.
  • Wanneer A voorbij de zone is vertrekt de andere groep.
  • Doorschuiven A-B-C-D.
  • Je kan ook speler D vervangen door een doelman.
  • Variaties kan je genoeg uitvoeren bij deze opwarmingsoefening. Een extra 1/2 bij speler D. Of speler B die op de pas van C doordraait en inspeelt op D. Enzoverder.
  • Laat de oefening ongeveer een 4-tal minuten draaien vooraleer een variatie in te steken.
  • Leg steeds de nadruk op het voorwaarts doordraaien van B.
  • Korte passing verzorgen en een korte versnelling na de pas op het einde van de opwarming.


opwarmings-oefening-1


  • Spelers staan in tweetallen kort tegenover elkaar.
  • Op de grond tussen de twee spelers in ligt een bal.
  • Trainer geeft de commando's: 
    • Hoofd, 
    • kin, 
    • knieën, 
    • voeten, 
    • oren, 
    • BAL!
  • Op het commando BAL! moeten de spelers proberen zo snel mogelijk de bal pakken.
  • Op de andere commando's tikken ze betreffende lichaamsdeel aan

Alle spelers behalve de verdediger starten in het vierkant met de bal.

De verdediger probeert zoveel mogelijk ballen af te pakken binnen de 30 seconden.

Na dertig seconden verdediger wisselen.

De verdediger die de meeste ballen heeft afgepakt wint.

  • De tikkers proberen een speler te tikken met hun handen
  • Nadat een speler getikt is, moet hij met zijn benen gespreid stilstaan
  • De speler kan 'bevrijd' worden als er een andere speler die niet getikt is onder de speler door kruipt
  • Na een bepaalde tijd wisselen van tikkers


Lengte: 25 meter.
Breedte: 15 meter.

  • Voor deze warming up zet je één wedstrijdhelft klaar, met een keeperzone (1), verdedigerszone (3), middenveldzone ( L + R ) ( 5 + 7 ), aanvallerszone ( 9 ) door bvb een kegel.
  • Elke speler krijgt een nummer, bij voorkeur op zijn best functionerende plaats.

Uitvoering:

Spelers lopen in het midden van het speelveld met de bal dribbelend door elkaar.  De trainer roept een nummer en de spelers met dat nummer dribbelen naar die zone en terug.  Ondertussen gooien de spelers de bal in de lucht en koppen ze 1 maal en vangen ze terug op.

Herhaal dit meerdere keren met enkele, maar ook eens met dubbele nummers.

Variatie: In de specifieke zone een 'zone-gerelateerde' oefening uitvoeren, vb. bij zone 9 een doel zetten en de opdracht geven naar het doel te trappen.

KwaliteiT

  • Zorg ervoor dat spelers door het hele gebied bewegen

Vooruitgang:

  • Laat spelers bijzondere acties uitvoeren bij het verrichten van een pass, bijvoorbeeld: draaien rond as met bal
  • Speel de bal in de loop. De ontvangende speler moet versnellen.
  • De oneven getallen mogen slechts 1 keer