Volleybaloefeningen
- Langs beide kanten zelfde oef, 6 of 7 spelers per kant
- Bal vertrekt van uit midden positie 3
- Positie 3 geeft setup naar 2-4-3 (zichzelf)
- Andere spelers nemen correcte plaats in en verdedigen bal
- Na verdediging bal, telkens tussentoets door pos 3 -> tijd om terug op juiste plaats

- 7 spelers (of 8) werken op 1 helft van het terrein
- Opslag naar de kant waar Spelverdeler staat, daar opbouwen en rally uitspelen 3 vs 3
- Uitbreiding
- Eerste contact Bovenhands:
- Overkant tikt dichtbijzijnde lijn (of net)
- Eerste contact Onderhands :
- Overkant tikt grond,
- Utbreiding :
- Bij Onderhands contact :
- Overkant tikt grond en wisselt van plaats
- Doorschuiven :
- Eerste aanvaller gaat naar opslag,
- Bij Onderhands contact :
- Spelverdeler wisselt telkens van kant

- Bij deze oefening leer je hoe je de bal kan redden wanneer deze in het net gepasst is.
- Het belangrijkste is om te weten dat er geen goed of fout is bij het passen van deze bal.
- Belangrijk is dat je anticipeert op waar de bal weer uit het net komt en dat je parrallel aan het net staat, hierbij het je beter kans dat je je de bal langs het net omhoog kan spelen in plaats van de bal weer terug het net in de spelen.
- Begin individueel. Neem je eigen bal en gooi deze in het net, zorg dat je parrallel gaat staan en laag staat, zorg dan dat je de bal zo goed mogelijk en zo hoog mogelijk binnen je eigen helft speelt.
- Wanneer er meer uitdaging nodig is, kan je tweetallen maken. Eén persoon gooit de bal in het net en de ander speelt de bal.
Let op er zijn 2 verschillende ballen in het net:
- komt recht en hard in het net terecht, hierbij is het goed in te schatten waar de bal gaat uitkomen.
- de bal rolt door het net, hierbij moet je leren om in te schatten waar de bal eruit komt.
- Zorg in deze gevallen dat je de bal speelt voordat deze onder de onderste rand van het net uit komt.
- Anders speel je de bal omhoog tegen het net of er onderdoor naar de andere helft.

- Parcour
- Focus op snelheid
- Omschakelen

- Simpele warming-up met bal.
- Spelers staan in 2 rijen tegenover elkaar (3m lijn) met het net ertussen en 1 bal.
- Overspelen weerszijden.
- Probeer series (bij complete serie, door naar volgende stap) te maken.
- Onderhands opvangen, bovenhands wegspelen, bal achterna onder het net door;
- Bovenhands opvangen, bovenhands wegspelen, bal achterna onder het net door;
- Zonder tussentoets, bovenhands, bal achterna onder het net door;
- Afstand vergroten, +/- 4m vh net. Zonder tussentoets, onderhands, bal achterna onder het net door.

- Parcour
- warm spelen
- techniek

- Bal wordt door aanvaller naar setup gespeeld, krijgt een setup terug en valt aan.
- Andere veld verdedigt de bal.
- 2 persoons blok, straat open.
- Doel van aanvallers is scoren, doel van andere kant is verdedigen en bal afmaken.
- Bij goede verdediging + score = 1 positie doordraaien;
- aanvaller wordt buitenblok, buitenblok gaat rechtdoor zitten etc.
- Setter blijft staan
- Aanvaller andere kant wordt aanvaller.

- 4 spelers staan in een kring en de achterste probeert de voorste te tikken
- voorste mag lichte weerstand tegen geven.
- veranderen in een kring, je wijst 1 speler aan die getikt moet worden en door middel van kring schuiven verdedigen we deze speler
- voorste mag lichte weerstand tegen geven.
- veranderen in een kring, je wijst 1 speler aan die getikt moet worden en door middel van kring schuiven verdedigen we deze speler
In 2 tallen:
- De spelers beginnen tussen de pionnen en spelen onderhands naar elkaar terwijl ze de lengte van het veld verplaatsen
- Inclusief onder het net door.
- Er moet dus rustig en precies gespeeld worden, want zodra een speler buiten de pionnen komt, moeten ze opnieuw beginnen.
- Eenmaal aan het eind, draaien beide spelers naar buiten de pionnen en spelen ze de bal bovenhands terwijl ze zich terug verplaatsten.
- Dit keer gaat het erom dat de bal ver genoeg gespeeld wordt.
Dit kan ook andersom, dus bovenhands binnen de pionnen, onderhands erbuiten.

- Groepje van twee spelers.
- Één speler begint bij het net met de bal.
- Één speler begint bij de drie meter lijn voor een aanval.
- Spelers staan 3 meter uit elkaar.
- Speler bij het net gooit de bal omhoog.
- De andere speler maakt een aanvalsaanloop en springt hoog en vangt de bal.
- Op het moment van gooien van de bal gaat die speler weer naar de 3 meter lijn.

- 4 banken,
- 2 diagonaal geplaatst in de hoeken van het veld
- eerst gooien
- daarna bovenhands
- daarna onderhands
- daarna aanval

- Beginnen in hoek van achterveld
- Lopen met hoge knieën diagonaal naar het net
- Blok op 4
- Blok op 3
- Blok op 2
- Naar achterlijn duiken van andere kant
