Volleybaloefeningen
Verdeel de groep in tweeën.
1 kant serveert en andere kant pass met afvangen --> DOORDRAAIEN !!
Als de pass goed loopt uitbreiden met aanval.
1 kant serveert en andere kant pass met afvangen --> DOORDRAAIEN !!
Als de pass goed loopt uitbreiden met aanval.
Groepjes maken van 3-of 4-tallen
Warming up oefening. Bij 3-tallen bal een de kant van de meeste spelers.
Eerst OH en dan BH spelen en steeds achter je bal aan lopen.
Uitbreiding:
Smashen van de bal
Warming up oefening. Bij 3-tallen bal een de kant van de meeste spelers.
Eerst OH en dan BH spelen en steeds achter je bal aan lopen.
Uitbreiding:
Smashen van de bal
TR gooit bal naar passer loper -> set up en aanval.
Afstemmen met spelverdeler!!
Als de bal niet aangevallen kan worden, oplossen in het putje of rechts achterin.
Afstemmen met spelverdeler!!
Als de bal niet aangevallen kan worden, oplossen in het putje of rechts achterin.
Na service pass bal afvangen, na bal afvangen serveren.
Daarna uitbreiden; na service pass, set up en 3-meter aanval.
Daarna uitbreiden; na service pass, set up en 3-meter aanval.
Partijvorm, waarbij de teams om en om serveren, ongeacht wie het punt scoort.
Het team dat op de service scoort, ontvangt echter een rallybal.
Zolang dit team de rallybal scoort, blijven zij rallyballen ontvangen en moet de tegenpartij verdedigen.
In theorie, zou de set dus met 24 rallyballen op rij afgelopen kunnen zijn.
Het team dat op de service scoort, ontvangt echter een rallybal.
Zolang dit team de rallybal scoort, blijven zij rallyballen ontvangen en moet de tegenpartij verdedigen.
In theorie, zou de set dus met 24 rallyballen op rij afgelopen kunnen zijn.
Aan de 'team-kant' staan 5 spelers: Sv., midden, libero, passer/loper en diagonaal.
Aan de andere kant staan twee drietallen. Eén drietal gaat blokkeren en één drietal gaat serveren en verdedigen.
De servicepass wordt verzorgd door de libero en passer/loper. Sv. komt vanaf positie 1 en heeft de keuze uit drie aanvallers; pos. 2, 3 en 4.
Na de service volgt een rallybal, waarbij de Sv. blijft staan.
Daarna opnieuw, maar nu begint de Sv. als voorspeler, waardoor de keuze pos. 1, 3 en 4 wordt.
Als de diagonaal voorspeler is, gaan alle blokkeerders 1 op 1 staan. Is de diagonaal achter, dan wordt er ondersteunend geblokkeerd op pos. 3.
Hierdoor moet ook de verdediging worden aangepast. Na 4 ballen wisselen de drietallen voor en achter.
Na verloop van tijd andere spelers aan de andere kant.
Aan de andere kant staan twee drietallen. Eén drietal gaat blokkeren en één drietal gaat serveren en verdedigen.
De servicepass wordt verzorgd door de libero en passer/loper. Sv. komt vanaf positie 1 en heeft de keuze uit drie aanvallers; pos. 2, 3 en 4.
Na de service volgt een rallybal, waarbij de Sv. blijft staan.
Daarna opnieuw, maar nu begint de Sv. als voorspeler, waardoor de keuze pos. 1, 3 en 4 wordt.
Als de diagonaal voorspeler is, gaan alle blokkeerders 1 op 1 staan. Is de diagonaal achter, dan wordt er ondersteunend geblokkeerd op pos. 3.
Hierdoor moet ook de verdediging worden aangepast. Na 4 ballen wisselen de drietallen voor en achter.
Na verloop van tijd andere spelers aan de andere kant.
Vanaf positie 1 wordt geserveerd op 2 passers, waaronder libero.
Sv. heeft keuze uit pos. 3 en 4 midden/buiten. Op beide posities een dubbele blokkering. Op het midden pos. 4 + 3 en buiten pos. 2 + 3.
Serveerder gaat verdedigen op pos. 1. Verder wordt de verdediging diagonaal gezet.
Bij middenaanval wordt positie 1 afgeschermd, gaat positie 5 korter zitten en verdedigt positie 6 de diepe bal.
Rally uitspelen.
Doel voor de aanval om te scoren, doel voor de verdediging om alles te verdedigen.
Sv. heeft keuze uit pos. 3 en 4 midden/buiten. Op beide posities een dubbele blokkering. Op het midden pos. 4 + 3 en buiten pos. 2 + 3.
Serveerder gaat verdedigen op pos. 1. Verder wordt de verdediging diagonaal gezet.
Bij middenaanval wordt positie 1 afgeschermd, gaat positie 5 korter zitten en verdedigt positie 6 de diepe bal.
Rally uitspelen.
Doel voor de aanval om te scoren, doel voor de verdediging om alles te verdedigen.
- Spelers staan in de hoeken van een speelhelft. Spelers bij het net gooien rechtdoor, spelers in het achterveld gooien diagonaal. Iedereen loopt achter zijn bal aan.
- Idem, alleen spelen de spelers bij het net bovenhands en de spelers in het achterveld onderarms.
- Idem, alleen iedereen op één speelhelft en bal wordt vanaf de andere kant, met aanvalsaanloop, over het net aangegooid.
Er staat één spelverdeler op 2/3. Pass vanaf positie 1, set-up naar 4. Pass vanaf positie 5, set-up naar 2.
Passer neemt positie van aanvaller in en aanvaller haalt bal en neemt positie in van degene die aangooide, aanvalsplaatsing op matten.
Degene die heeft aangegooid sluit aan bij het andere rijtje. - Idem, alleen blijft degene die heeft aangegooid nu staan om één keer te blokkeren. Na het blok gaan passen. Overige blijft hetzelfde.
Met 2 benen op een kastdeel springen, in squathouding eraf springen (2x).
Blokkeren midden, aansluiten op buiten, aangeslagen bal blokkeren en met opdracht naar achterlijn.
Blokkeren midden, aansluiten op buiten, aangeslagen bal blokkeren en met opdracht naar achterlijn.
- Verdeel het team in twee groepen en laat ze twee rijen vormen tegenover elkaar op de 3 meter lijn.
- Laat de spelers over het net spelen en vervolgens om de netpaal rennen om bij de andere groep aan te sluiten.
- Leg aan 1 kant, parallel aan de zijlijn, een speedfootladder en laat de spelers voordat ze aansluiten bij de rij een oefening doen door de ladder.
- Eventueel uit te breiden met bloksprongen, aanvalspas of krachtoefeningen.
- Belangrijk is dat de bal niet op de grond mag vallen, communicatie is belangrijk.
- Voeg eventueel een sanctie toe als de bal op de grond valt.
- Wissel met onderarms en bovenhands.
Organisatie:
- Trainer/speler en ballenbak op veld B p4.
- Blok veld B op P2/ P3 en verdedigen p5.
- 2 speelsters op veld A op P2/ P3 blok.
- Verdediging veld B op P4 en P5.
Uitvoering:
- Trainer/speler slaat bal naar P4/ P5.
- Blok en meteen opendraaien ná de actie.
- Verdedigde bal, setup en aanvallen op P4.
- Blok-verdedigen-afvangen.
Lopen:
Aanval p4-blok p2-blok p3-reserve
blok p2-blok- p3 -reserve p5-verdedigen p5
Deze oefening kan je doen als opwarming. Door middel van het overwerpen van de bal en het inspelen van de ontvangen ballen.
Doorschuiven: Bal volgen.
Variatie:
Doorschuiven: Bal volgen.
Variatie:
- Bal wordt niet meer overgeworpen maar technisch geslagen. Verdediging + pas.
- Bal wordt in één tijd over getoetst. Verdediging + pas met tussentoets.
- Bal overtippen op pas.
- Bal overslaan.
- In andere richting spelen.