Volleybaloefeningen
- Twee teams
- Rally spel
- Niet alleen op je eigen positie spelen
- Bal over het net, een positie doordraaien
- Alle posities invullen
- 2 banken op zijkant leggen
- Speler zit laag in verdediging positie en rolt de bal naar de bank
- Pakt bal terug op en verplaatst de hele tijd naar links
- Speler rolt de bal de hele tijd tegen de bank
- Muur tikken
- Ladder oefeningen
- Aansluiten
- A toetst de bal naar B
- B toetst te bal terug naar A
- A toetst bal naar C
- C toetst de bal naar B
Eventueel kan de speler de bal blijven volgen; anders na 5 keer doorschuiven.
- A toets de bal naar B
- B hoge controle toets
- A gaat onder de bal van B in en toets de bal naar A
- A hoge controle toets
Meerdere oefeningen met doordraaisysteem.
- Iedereen doet elke oefening 30" aan 75% dan 45" aan 100%.
- Oefening 1: zijwaartse bijtrekpas naar linkse pylon, daarna de verste en dichtste pyloon afwisselen. Telkens terug naar het midden en dan verre afstand.
- Oefening 2: rechtdoor sprinten, dan zijwaarts korte afstand links en lange afstand rechts, terug zijwaarts naar midden en achterwaarts naar beginpositie.
- Oefening 3: speler A probeert met zijwaartse stappen links en rechts speler B het zo moeilijk mogelijk te maken. Speler B probeert speler A te imiteren.
- Oefening 4: speler volgt de lijnen met gezicht altijd naar het net gericht.
- Oefening 5: speler A springt en geeft de bal door aan speler B, belangrijk dat de bal niet gegooid maar doorgegeven wordt.
- Oefening 6: speler gaat zitten, met de voeten van de grond een bal met 2 handen links en rechts van het lichaam op de grond tikken.
- Oefening 7: speler doet de gehele tijd een plankoefening.
- Oefening 8: speler springt 4x aan 50% tegen de muur en dan vol door, en herhaalt dit voor de gehele tijd.
- Oefening 9: speler toetst de bal naar zichzelf voor de gehele tijd. De bal mag niet vallen!
- Oefening 10: speler gaat in squat-positie staan, hij heft de hielen tot maximum, agressief, op en laat langzaam terug zakken. Herhalen en vooral in squat-positie blijven.
- Achterin beginnen op een afstand van ongeveer 3 meter
- Tweetallen overspelen richting het net
- Steeds een meter schuin vooruit spelen
- Bovenhands, onderhands, achterover spelen
- Laatste bal over het net slaan
- Indien nodig een bal voor jezelf opspelen
- Indien te makkelijk, afstand vergroten
- 2 teams
- 2 scorevakken
- 1 veld zonder net
- Probeer de frisbee te vangen in één van de twee vakken in het veld.
- Je mag dus in beide vakken scoren.
- Lukt dit, dan krijgt dat team een punt.
- Doe dit door de frisbee naar je teamgenoot te gooien die in een vak staat.
- De verdedigers mogen niet verdedigen in het vak.
- Er mag niet gelopen worden met de frisbee.
- De spelers hebben vrij frisbeebezit. De frisbee mag dus niet uit de handen geslagen worden.
- Komt de frisbee op de grond, dan is de frisbee voor de andere ploeg.
- Wordt de frisbee uit de lucht geslagen door de andere ploeg, dan mag deze ploeg doorgaan met de frisbee.
- Na een score moet dat team eerst recht van aanval halen in het middenvak. Lukt dit, dan mag het team weer proberen tot score te komen.
- Bal wordt technisch geslagen naar positie 1/5
- Verdediging naar positie 3 over korf -bal hoogte leren geven
- Passeur geeft pas naar positie 2/4
- Verdediger verplaatst naar home-positie
- Aanval op 2/4 naar serve
- Serve speelt bal voor zichzelf omhoog en vangt de bal
Wedstrijden 2 tegen 2, met verschillende opdrachten, zoals:
- Bal moet verplicht in 2x over het net;
- Alleen van achter de 3 meter aanvallen;
- Alleen de eerste bal mag onderarms;
- Kleiner veld.
1 persoon in het midden speelt de bal omhoog, teamgenoten in een cirkel er omheen moeten zorgen dat de bal terugkomt:
- Met 1 hand de bal aanraken, nooit 2x achter elkaar
- In 5x terug of door iedereen 2x aangeraakt
- Na elke actie met de hand de grond aanraken
Maak 5 tweetallen: telkens 45 seconden lang een opdracht uitvoeren.
Achtereenvolgens:
Achtereenvolgens:
- Planken;
- Handstand, linkerschouder, rechterschouder, klappen;
- Aanvalsaanloop, duik terug naar 3 meterlijn;
- Zijwaarts bewegen tussen middenlijn en 3 meterlijn;
- Sprongsquats.
- 3 personen in de serve-pass op 5, 6 en 1 + 1 reserve achter het veld.
- 1 spelverdeler startend op 2/3.
- De rest met bal aan de overkant.
- Serve op de passers, pass brengen naar positie 2/3.
- Vervolgens speelt de spelverdeler een bal naar positie 4 waar een korf staat opgesteld.
- Bal in een acceptabele balbaan tegen de korf gespeeld is 1 punt, bal direct erin is 2 punten.
- Push het team om ook daadwerkelijk voor zoveel mogelijk punten te gaan.
- Je kunt kiezen om een vaste spelverdeler te hanteren, of te laten rouleren. In dat geval wordt de passer --> spelverdeler --> serveerder --> reserve --> passer.
- Bij een grote groep kun je 2 kanten hanteren, bij een kleine groep kun je ook snijden in het aantal passers.