Volleybaloefeningen
- Per 5 kinderen is er 1 tikker met een (zachte)bal.
- Die probeert alle kinderen af te gooien met de bal.
Van de ene kant van de hal naar de andere kant van de hal als een bepaald dier.
DOEL
Conditie verbeteren en opwarmen
ORGANISATIE
Rondjes lopen
UITVOERING
Achter elkaar rondjes lopen rond het veld (ongeveer 2m tussen laten)
- als trainer 1 keer klapt - 1 keer pompen
- als trainer 2 keer klapt - schuifduiken
- als trainer 3 keer klapt - een bloksprong
- als trainer 4 keer klapt - omdraaien en korte spurt
- het aantal aanwezige speelsters liggen allen buiten het speelveld.
- in het midden van het speelveld ligt een hoepel met daarin een aantal ballen
- 1 minder dan het aantal speelsters
- speelster doen een aantal oefeningen. bv.
- planking
- sit-ups
- push-ups.
- als de speelsters deze oefeningen hebben gedaan, gaan ze op de rug liggen.
- op teken van de trainer rennen ze naar het midden, en proberen een bal te veroveren.
- net zolang doorgaan tot er nog maar een bal is.
- de winnaar bedenkt een straf voor de andere speelsters.
- 1 speler is tikker.
- Als je getikt bent ga je zitten tegen de muur met 1 arm omhoog. LET OP: benen in een hoek van 90 graden.
- Als iemand op je schoot (=wc) komt zitten en "doortrekt" aan je arm, ben je weer vrij.
- Regelmatig wisselen van tikker.
Warming up (1)
- Estafette in 2-tallen, bij het net 2 dobbelstenen per duo.
- Sprinten naar het net, dobbelen en aantal ogen bij elkaar optellen.
- Terug sprinten volgende aantikken en die telt aantal bij vorige op totdat je 56 hebt.
- Getal moet je precies halen dus bij 52 moet je 4 gooien.
- Degene die als 1e 56 heeft, wint.
- Er is één tikker en één slachtoffer.
- De andere spelers staan in groepjes van twee over de ruimte verspreid.
- De groepjes per twee gaan per twee achter elkaar staan, met hun gezicht in dezelfde richting.
- De tikker probeert het slachtoffer te tikken.
- Het slachtoffer mag bij een groepje van 2 achteraan aansluiten, maar dan wordt de eerste in het rijtje de nieuwe tikker en de oude tikker wordt dan het nieuwe slachtoffer.
- Als de tikker het slachtoffer kan tikken, wisselen de rollen ook om.
- Heel het team zit tegen de muur aan
- De eerste loopt vanaf de muur naar het net en terug en gaat weer tegen de muur aanzitten,
- Daarna mag de volgende pas rennen.
- Ze mogen pas stoppen als het hele team 1x heen en weer is gelopen.
- Daarna de zelfde oefening maar dan met planken ipv tegen de muur zitten
Trainers gooien bal aan over het net en speler:
- Bal in het veld gooien laten stuiteren en er overheen stappen.
- Vangt oh de bal
- Vangt bh de bal
- Vangt zittend de bal
- Vangt met 1 knie op de grond de bal
- Gaat liggen op de grond en laat bal op de billen vallen.
https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8
- Tweetallen tegenover elkaar met net ertussen
- Bovenhands smash,
- beginnen op de 3,
- bij elke goede bal 1 stap naar achter,
- tot aan de achterlijn
Opstelling: verschillende rijen achter elkaar achter de achterlijn.
- Luiaard: zitten met de rug naar de overkant, benen gestrekt. D.m.v. voortrekken met de handen aan de overkant geraken.
- Zeehond: plat op de buik --> opnieuw voortrekken met handen om aan de overkant te geraken.
- Spiderman: op handen en voeten, telkens tegenovergestelde hand en voet tesamen verplaatsen: LH + RV & RH + LV
- Berenloop: op handen en voeten naar de overkant
- Apenloop: handen + armen voorover laten hangen, tot bijna op de grond (zoals een aap) en zo naar de overkant.
- Pauw: stappen, rustig, telkens been/knie omhoog brengen totdat die een rechte hoek vormt met het bovenlichaam.
- Kangoeroe: idem pauw, maar dan sneller/meer al huppelend.
Variatie:
- I.p.v. als estafette/race te doen, kunnen de spelers ook rondlopen en op een bepaald signaal de beweging, die bij een bepaald dier hoort, uitvoeren.
- Je kan de oefeningen over een heel terrein of een half terrein laten uitvoeren.