facebook pixel

Volleybaloefeningen

DEEL A: N3/4: 10 minuten.

  • Passen: Rijtje beetje achterin het veld. Iedereen heeft een bal, trainer aan het net.
  • Speler gooit de bal naar de trainer.
  • Trainer gooit de bal terug naar de speler. MET EEN BOOGJE!
  • Speler passt de bal naar de trainer.
  • Trainer gooit de bal over het net naar de andere kant.
  • Speler haalt de bal op en sluit achteraan in het rijtje.

Let op! Ondertussen goed opletten op:

  • Voetenstand; een voet voor, niet te ver uit elkaar.
  • Met de benen spelen, niet met de armen.
  • Bal mag niet over het net heen, dus armenstand; niet te grote hoek maken.


DEEL A: N5: 10 minuten.

  • Passoefening.


DEEL B: N3/4/5: 10 minuten.

  • Serveren op eigen niveau.
  • Oefening is bedoeld om korte en lange ballen bovenhandse ballen te spelen.
  • Accent is techniek:
    • Beide handen vormen een kommetje (duimen wijzen naar elkaar en als je goed kijkt zie je een driehoek tussen de duimen en wijsvingers) 
    • De ellebogen wijzen naar buiten en men staat met een lichte spreidstand (voeten op schouderbreedte) met en voet iets voor de ander en verder lichtjes door de knieën gebogen.
    • Als je de bal speelt maak je je lang en houd je de bal voor je zodat je met een boogje naar de ander speelt.


Opbouw oefening

  • ga met 3 personen op een rijtje staan.
  • A en C staan ongeveer 4 a 5 meter uitelkaar en B staat in het midden.
  • eerst met gooi vang beweging oefenen 4 a 5 keer de hele oefening doen.
  • Hierna echt bovenhands spelen en let op houding, lang maken van het lichaam bij het spelen en positie van de handen (duimen naar achteren!!). 
  • Kijk even naar de tijd is deze kort, dan na 5 keer de hele serie iedereen 1 plekje doorschuiven.
  • A naar B, B naar C en C naar A

kort-lang-boven-hands-1

De oefening gaat als volgt:

  • Speler A speelt de bal naar speler B (1),. 
  • Speler B speelt de bal terug naar speler A (2), 
  • Speler A speelt de bal naar speler C (3)(lange bal).
  • Speler C speelt de bal naar speler B (4), 
  • Speler B speelt de bal terug naar C (5), 
  • Speler C speelt de bal naar speler A (6).


  • 2 spelers Met rug naar elkaar met ballenbak
  • A staat op achterlijn rent naar net krijgt hoge bal aangegooid bh over net spelen. 
  • Achteruit lopen om pion op achterlijn weer naar voren om hoge bal over net te spelen.
  • Zijpas naar zijkant naar andere helft 2 ballen rapen.
  • Je speelt een normaal partijtje, maar je voegt iets extra's toe. 
  • Ieder team krijgt één missie om te volbrengen, bij succes krijgt het team vijf of drie extra punten. 
  • Vervolgens pakt het team een nieuwe missie. 
    • Voorbeelden voor CMV-teams zijn 3x bovenhands spelen, punt maken in de hoek van het veld, enz. 
    • Voorbeelden voor jeugdteams en seniorenteams zijn 3x spelen met één arm, scoren via het blok, enz. 

Een gevarieerde warming-up waarbij 6 banken die naast elkaar staan met elk +/-2-3m tussen de basis vormen. Zie filmpjes voor oefeningen. Het is een gevarieerd aanbod van oefeningen: loop-, ren-, spring- en krachtoefeningen met en zonder bal.. Afhankelijk van de doelgroep kun je de oefeningen kiezen. 

1.    2 spelers starten gelijk. Ene slalomt om de banken via start rechts andere via start links. 

  • Voorwaarts in looppas
  • Telkens als men elkaar kruist high five geven.
  • Telkens als men elkaar kruist springen en handen tegen elkaar slaan.
  •  Achterwaarts 


2.    Idem als 1, alleen is het geen slalom, maar treft men elkaar in het midden telkens.

  • Steunt op 1 knie en handen tegen elkaar. Daarna weer terug en om de bank heen lopen.


3.    2 spelers tegelijk blijft. Met twee handen bank vast pakken. Driemaal benen over de bank doen. Daarna naar volgende bank en zo verder. 

4.    Idem als 3, maar men kruist elkaar. Elke bank wisselt men van links en rechts. 

5.    Men springt als 3 eenmaal over de bank. Gaat met de rug tegen de bank zitten. Pakt met armen de bank vast. Benen gestrekt. Men doet 1 push up. 

6.    Idem als 5, maar men kruist elkaar. Elke bank wisselt men van links en rechts. 

7.    Men pakt de bankt vast met handen en liggend gestrekt lichaam. Men maakt 1 push up. En springt eenmaal over de bank.  

8.    Idem als 7, maar men kruist elkaar. Elke bank wisselt men van links en rechts. 

9.    Combinatie van 6 en 8. Men start bij de eerste bank met een push op voorwaarts, de volgende bank achterwaarts en zo door tot de laatste bank. Tussendoor kruist men. 

10.    Men springt been voor been over de banken heen in looppas. 

11.    Idem als 10, maar men kruist elkaar. Elke bank wisselt men van links en rechts. 


12.    Men springt op de bank. Daarna vanuit 1 sprong benen gespreid om de bank heen. Men kijkt elkaar aan. Kortom bank op-af-op en door. 

13.    Idem als 12, maar men kruist elkaar. Elke bank wisselt men van links en rechts. 


14.    Tweetallen. Een speler tilt aan de rechter zijde de bank op. De andere speler kruipt onder de bank door en pakt de volgende bank aan de linkerzijde vast. Nu gaat de andere speler onder de bank door, enz..

15.    Viertallen. Eigenlijk hetzelfde als 14, alleen wordt nu de bank aan beide zijde vast gepakt door 2 spelers. Vervolgens gaan er 2 spelers onderdoor die weer de volgende bank omhoog houden, enz.. 


  • 1 veldhelft; 2 of 3 spelers vormen muurtje in het midden op 7 meter; 
    • 4 personen gaan verdedigen; 
    • overigen zorgen voor ballen.
  • Startpositie van de verdedigers is mid achterlijn (1 persoon)
  •  Trainer gooit vanaf positie 3 (midden voor bij net) bal in het veld. 1e verdediger duikt bal op / passed naar 2/3
  • Direct daarna volgende bal gegooid voor volgede verdediger
  • Hoog tempo; spelers moeten minimaal proberen bal aan te raken, beter is verdedigen & passen naar 2/3
  • 2 rijen spelers
    • 1 rij op links achter
    • 1 rij op rechtsachter
  • creeer met 4 pionnen een virtuele lijn waar ze achter moeten staan
  • trainer staat aan andere kant van het net  en gooit bal ergens in het veld
  • 1 van de 2 voorste in de rijen roept LOS of IK (afspreken)  
  • die passt hem naar het net de ander vangt heb af 
  • passen-en-los-roepen
  • Korf op hoogte klaarzetten
  • Aanvals aanloop (kort-lang-aansluiten) en let op armen zwaaien
  • maken een aanvallende sprong en met de slaghand de kort aan proberen te raken.


  • Let op:
    • goede houding
    • goede hoogte
    • armen goed omhoog
  • Twee rijen met pionnen, ongeveer 3 meter tussen de rijen, elke 1.5m een pion. 
  • Totaal 8 per rij. Spelers verdelen in 2 groepen en 2 rijen, 
  • 1 rij bij elke pionnenrij (eventueel 2 extra rijen bij grote groep)


  1. Hardlopen langs de rechterkant van de rij, achterwaarts terug over links. 3x
  2. Knieheffen heen, rustig hardlopen terug 2x
  3. Hakken / billen heen, rustig terug, 2x
  4. Schaatserspas heen, rustig terug 2x
  5. Zijwaarts heen, zijwaarts terug, gezicht dezelfde kant op houden 2x
  6. Kruispas heen en terug, gezicht dezelfde kant op houden 2x
  7. 2 pionnen vooruit, 1 terug in hoog tempo 2x
  8. Van pion naar pion sprinten, rondje om elke pion met korte pasjes


Groep samenvoegen, 1 rij bij de rechter pionnenrij

  1. Zijwaarts verplaatsen tussen de pionnen, elke pion aantikken 2x
  • 6 keer naar het net (vooruit en achteruit)
  • 2x heen en weer knie heffen (linkerbeen omhoog, linker arm omhoog enz)
  • 2x heen en weer hakken/billen bovenlichaam recht
  • 2x heen en weer laag zittend in verdedigingshouding
  • 2x kruispas heen en weer.
  • bij 3 meter lijn staan en dan 5x heen en weer naar het net zijwaarts
  • 5x blokkeren 
  • 5x aanval 
  • alle lijnen aantikken vanaf achterlijn en met een duik terug

Verdeel de kinderen in 2-tallen; 1 teller en 1 die de oefening uitvoert

  • 4 hoepels liggen in een vierkant. 
    • De afstand tussen de hoepels is 5 meter.
    • In elke hoepel ligt een bal. 
    • De speler start in een hoek met een bal in de handen.
  • Wissel zoveel mogelijk ballen na elkaar, waarbij de bal in de hoepel moet worden gelegd. 
    • De speler moet steeds dezelfde kant op blijven kijken. 
  • Elke speler heeft 1 beurt.
  • Tel het aantal balwisselingen in 45 seconden.


Aanwijzingen voor de tellers

  • De ballen moeten in de hoepel worden gelegd. 
    • Rolt de bal er uit dan moet de speler terug om de bal er in te leggen!
  • Alle vier de hoepels moeten in volgorde worden afgewerkt. 
    • De speler mag niet tussen 2 hoepels heen en weer rennen en de ballen verwisselen!

bal-verplaatsen-1

Doel;

  • De teams op de matten moeten samen 4 pionnen veroveren zonder getikt te worden in een x aantal minuten


Benodigdheden;

  • Tweetallen op de 3 matten (uit te breiden naar 2 tweetallen)
  • 2 tikkers tussen de matten en pionen
  • 9 Pionnen ongeveer een veld lengte van de matten.


Speluitleg;

  • Het tweetal op de mat moet hand in hand of op een andere manier verbonden aan elkaar een pion veroveren.
  • De tikkers gaan proberen een tweetal te tikken.
  • Wordt er een van de twee getikt moeten ze terug naar hun mat en het opnieuw proberen.
  • De eerste bij de vier pionnen heeft gewonnen. Het team met de minste pionnen worden de tikkers.
  • Stel een tijdslimiet voor een x aantal minuten om doorloop in het spel te houden.


samenwerk-mat-tikkertje-1