Volleybaloefeningen
3 tallen A B C
- A speelt BH naar B
- B speelt BH terug naar A
- A speelt BH naar C
- C speelt BH naar B
- B speelt BH terug naar C
- C speelt BH naar A
- Bovenstaande 10x herhalen dan een plek doordraaien
Dezelfde oefening maar dan OH
Warming up (1)
- Estafette in 2-tallen, bij het net 2 dobbelstenen per duo.
- Sprinten naar het net, dobbelen en aantal ogen bij elkaar optellen.
- Terug sprinten volgende aantikken en die telt aantal bij vorige op totdat je 56 hebt.
- Getal moet je precies halen dus bij 52 moet je 4 gooien.
- Degene die als 1e 56 heeft, wint.
- spelverdeler, aanvallers, 1 bal
- SV speelt de bal alleen maar hoog buiten
- aanvaller slaat en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal alleen maar redelijk vlak buiten
- aanvaller slaat en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal alleen maar ver naar buiten
- aanvaller slaat en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal alleen hoog mid
- aanvaller slaat de bal en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal alleen redelijk vlak op mid
- aanvaller slaat de snelle bal en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal net voor de 3-meter lijn
- aanvaller slaat de bal en haalt eigen bal op
- SV speelt de bal alleen maar hoog buiten
- Er is één tikker en één slachtoffer.
- De andere spelers staan in groepjes van twee over de ruimte verspreid.
- De groepjes per twee gaan per twee achter elkaar staan, met hun gezicht in dezelfde richting.
- De tikker probeert het slachtoffer te tikken.
- Het slachtoffer mag bij een groepje van 2 achteraan aansluiten, maar dan wordt de eerste in het rijtje de nieuwe tikker en de oude tikker wordt dan het nieuwe slachtoffer.
- Als de tikker het slachtoffer kan tikken, wisselen de rollen ook om.
- Heel het team zit tegen de muur aan
- De eerste loopt vanaf de muur naar het net en terug en gaat weer tegen de muur aanzitten,
- Daarna mag de volgende pas rennen.
- Ze mogen pas stoppen als het hele team 1x heen en weer is gelopen.
- Daarna de zelfde oefening maar dan met planken ipv tegen de muur zitten
- 4-tallen waarvan 2 bij het net en de andere 2 achterin het veld
- B gooit bal op A
- A speelt de bal terug naar B
- B speelt de bal BOVENHANDS naar C
- C speelt de bal ONDERHANDS naar D
- D vangt de bal
- D gooit de bal naar C
- C speelt de bal BOVENHANDS naar B
- B speelt de bal ONDERHANDS naar A
- A vangt de bal
- etc
- Trainer gooit bal hoog aan op (rechts) voor.
- Op linksvoor komt speler inlopen die set up geeft op buiten (in een korf).
- Let op de set-up:
- bal omhoog
- benen uitstrekken
- goed de bal nawijzen
- Set upper blijft paar (10) ballen staan. andere kids halen de ballen op
- Daarna iedereen met aanval.
- 1 speelster staat op linksvoor en komt steeds inlopen naar midvoor (na slag op de bal van trainer) en geeft set up voor of achter over (trainer geeft aan).
- Trainer gooit bal aan of evt een speelster op midvoor.
- Op rechts en links voor een basket neerzetten waar de bal in gespeeld dient te worden.
- Na de setup de bal halen.
Trainers gooien bal aan over het net en speler:
- Bal in het veld gooien laten stuiteren en er overheen stappen.
- Vangt oh de bal
- Vangt bh de bal
- Vangt zittend de bal
- Vangt met 1 knie op de grond de bal
- Gaat liggen op de grond en laat bal op de billen vallen.
https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8
- per tweetal 1 bal,
- overspelen in een tweetal
- onderbreken:
- Techniek uitleg,
- variatie: alleen bovenhands/ alleen onderhands.
- Tweetallen tegenover elkaar met net ertussen
- Bovenhands smash,
- beginnen op de 3,
- bij elke goede bal 1 stap naar achter,
- tot aan de achterlijn