facebook pixel

Volleybaloefeningen

  • aan beide kanten van het net 1 persoon iin het veld. rijtje achter het veld staan.
  • bal gooien over het net, proberen te scoren
  • weer achter aan je rijtje aansluiten
  • achterlijn aanraken na je geweest bent.
  • als dit goed gaat proberen onderhands
  • Rijtje spelers A  (+- 4 spelers) in midden van het veld met een bal
  • Speler 1 staat op midvoor goed aangegooid door eerste speler uit rij A
  • Speler 1 speelt bal Bovenhands in de korf
    • inveren ellebogen
    • uitstrekken ellebogen en bal nawijzen 
  • Speler bij de korf vangt af en gaat in de rij A staan
  • Met een tweetal 1 bal, 
  • Eerst voor jezelf omhoog spelen, dan spelen naar je tweetal. Bovenhands en onderhands combinatie maakt niet uit.
  • na 5 min nomaal bovenhands en onderhands inspelen
  • 2 tallen rustig naar elkaar toe serveren over het net (Bovenhands)
  • Afstand mag vergroot worden wanneer de bal gecontroleerd over het net gaat.
  • Opgooi is belangrijk dus concentratie!


  • Hierna serveren op posities in het veld waar een mat ligt
  • Opgooi is belangrijk dus concentratie!

Doel van de oefening:
De bal in de ruimte zoeken.

Uitleg van de oefening:
Iedereen moet in een kring staan. Één iemand zit gehurkt in het midden. Deze telt tot 20. De eerste 10 tel je hardop en de laatste 10 tel je in je hoofd. Bij 20 heel hard ‘BOEM’ schreeuwen. In de tussentijd gaat de bal in de kring rond. Bij ‘BOEM’ moet degene die de bal heeft heel hoog de bal in de lucht gooien. De schreeuwer zal de bal/bom moeten vangen.

Aanpassing per niveau:

CMV 1/2 kleine kring bal vangen
CMV 3/4 Grotere kring bal vangen
CMV 5/6 Grote kring bal passen en vangen.
Extra Moeilijk!! spelers gooien de bal niet rond maar spelen de bal rond.

  • de trainer staat aan het net
  • 1 persoon in het veld
  • de trainer gooit moeilijke ballen 
  • de persoon in het veld moet 3 ballen aanraken
  • doet zij dit niet ga je door tot het haar is gelukt. 
  • de rest van de spelers staan om het veld heen om de ballen af te vangen en in terug te leggen in de kar.

aanvallen-verdedigen-carousel-1

  • trainer (1) gooit bal naar SV (2)
  • SV geeft setup 
  • Speler (3) smasht of speelt bal op (4) of (5) om te winnen!
  • (4) of (5) passen Midvoor (evt lintje in het net hangen)
    • 6 of 7 komt inlopen
    • 4 of 5 draait mee
  • als bal over het net is, snel weer terug naar positie
  • diegene die 5 keer de bal goed heeft aangevallen, wisselt met iemand in verdedigingsvak

Aanvals passen incl armbeweging:
● droog oefenen
● dmv een springtouw op de grond
● dmv 2 matjes met een slootje
● dmv een springplank
● dmv een matje om op te landen
● over een matje
● dmv 3 hoepels

vlinder-8

  • A gooit aan op B
  • B speelt in C
  • C set up en B speelt over net
  • Loop achter eigen bal aan


  • Trainer gooit/serveert de ballen in het veld. 4 kids in team opstelling spelen deze bal in 3 keer terug.
  • Rest van de spelers zorgt dat de ballen in de ballenkar komen.
  • Na 3 ballen doorwisselen (ook met de kinderen die ballen halen)

team-spel-training-1

  • 2 rijen spelers
    • 1 rij op links achter
    • 1 rij op rechtsachter
  • 1 afvangen
  • Om en om links en rechts aangooien
  • Pass naar afvanger
  • Afvanger bal in ballenbak, sluit aan kortste rij
  • Passer wordt afvanger


  1. Aangooien, bovenhandse pass
  2. Aangooien, onderhandse pass
  3. Aanslaan, onderhandse pass
  4. Aangooien, pass, set, aanval
  5. Aangooien, pass, set, aanval rechtdoor, met blok
  6. Aangooien, pass, set, geplaatste bal diagonaal, binnen 3 meter (blokkeerders komen van het net af), pass naar trainer
  7. Aangooien, pass, set, aanval (shot) rechtdoor, met blok en lijnverdediger
  8. Aangooien, pass, set, prikbal, met 3 meter verdediger
  • Twee ploegen staan verspreid in het veld. 
  • Het is de bedoeling dat een ploeg de bal 10 keer zonder onderbreking bij haar eigen spelers kan laten passeren, zonder dat de bal valt, of in de handen van de tegenpartij komt. 
  • Als speler B de bal van speler A opvangt, dan mag hij die niet terug naar A gooien.
  • Er mag niet gelopen worden met de bal in de hand. 
  • Men mag ook niet de bal uit de handen slaan. 
  • Doorgeven is verboden.
  • Als de bal valt of in de handen van de tegenpartij terechtkomt, dan herbegint het tellen vanaf nul.

  • Variaties :
    • De spelers van elke ploeg worden per twee aan elkaar gebonden.
    • Elke ploeg duidt één van haar spelers als joker aan. Bij "10" moet de bal door de joker opgevangen worden, zo niet herbegint het tellen vanaf nul.