Volleybaloefeningen
2-tallen , 1 bal
- iedereen speelt individueel bal BH tegen muur boven een lijn
- spelers tellen elkaar
- score bijhouden
- telt voor club van 100 BH
- doe deze oefening ongeveer 10 minuten
3 tallen met 1 bal. Speler a en speler b staan naast elkaar bij het net en speler c staat recht tegenover a. A gooit bal naar c en c speelt onderhands naar b. c verplaatst zich tegenover b en toetst dan de bal naar a. Als het lukt mag je doorspelen, maar het moet wel geconcentreerd en netjes!
Trainer staat aan ander kant van het veld
- Trainer slaat op de bal
- en gooit de bal aan
- Spelers staat linksachter en toetst de bal naar midvoor in de korf.
- Daar staat af vanger en die brengt bal bij trainer en gaat dan 3x opdrukken.
- Toetser gaat dan af vangen
- Idem alleen nu staat speler rechts achter.
- Afvanger brengt bal bij trainer en gaat dan 2x blokken
- 2 meter van het net en rustig naar elkaar toe serveren.
- Opgooi is belangrijk.
- Voetenstand: links voor rechts (RB)
- 2 handen de lucht in, 1 raakt de bal vol en de ander wijst naar de bal.
- Ga op handen en voeten staan en verplaats je voeten richting je handen zodat je benen en bovenlichaam een hoek van ongeveer 90 graden maken.
- Plaats je rechtervoet over je linkerhiel.
- Druk je linkerhak richting de vloer en trek tegelijkertijd je linkertenen op richting je linkerscheenbeen.
- Houd deze houding een tel vast en breng je hak daarna weer omhoog. Herhaal deze beweging een aantal keer met dezelfde voet.
- Voer dezelfde beweging vervolgens een aantal keer uit met je andere voet.
Met tweetallen de bal overgooien in combinatie met lichaam balans.
- Staan op 1 been.
- Gooien met 1 hand
- Gooien met 2 handen
- Na opvangen grond aantikken met de bal
- Steeds na elke 5 ballen van been wisselen per oefening
2 tallen met 1 bal. Speler a gooit om en om 10 ballen op links en rechs van speler b. Speler b verplaatst zich en speelt onderhands terug.
- doe deze oefening 10 minuten
- als speler 100x OH speelt komt speler in CLUB van 100
- maak een lijst met alle spelers en 10 kolommen (10, 20, 30 etc)
- 2 spelers met 1 bal (liefst 2 spelers met dezelfde mijlpaal)
- speler 1 zoveel mogelijk toetsen, speler 2 telt
- als bal fout gaat, wissel
- aan het eind vinkje zetten achter zijn eventuele nieuwe mijlpaal (10, 20, 30 etc)
met opdrukken doen we ongeveer hetzelfde:
- laat iedereen in 1 sessie zovaak mogelijk GOED opdrukken
- denk om rechte rug en neus (bijna) op de grond
- ze tellen elkaar weer
- aan het eind evt nieuw pr invullen in kolom opdrukken
Deze oefening traint het hoog spelen
- hang de netten hoog
- kijk of de groep gesplitst moet worden in klein en groot
- overspelen met zijn 2-en over een hoog net.
- de bal moet dus goed omhoog gespeeld worden
- Trainer staat achter in het veld met rijtje spelers naast zich.
- Trainer gooit bal in de lucht en speler a komt in lopen, diagonaal, en speelt bal naar speler b bij het net op linksvoor.
- Speler b vangt bal af en sluit in de rij bij trainer aan.
- Bij grote groep doe je om snelheid erin te houden 2 rijtjes bij de trainer en dan ook op rechtsvoor een afvanger.
3 tallen A B C
- A speelt bh naar B
- B speelt bh naar A
- A speelt bh naar C
- C speelt bh naar A
- Gooier gaat steeds op billen zitten en meteen weer staan
- A gooit via oh gooi beweging naar B
- B toetst de bal voor zichzelf op en vangt de bal.
- Nu gooit B naar A en toetst A 2x de bal voor zichzelf op en vangt dan af.
- Ga door tot 10x toetsen!