Volleybaloefeningen
Opstelling:
- Een speler op de 2/3 die ballen afvangt en deze gooit naar de aangooier.
- Een speler die de ballen aangooit.
- Een rij achter de achterlijn.
Paser krijgt bal aangegooid op 2/3 en sluit achteraan.
Verschillende varianten aangooien.
Verschillende varianten aangooien.
Verdeel de groep in 3-en
- 1 drietal als verdediging
- 1 drietal in de wachtkamer —> deze komt erin voor de passer
- 1 drietal gaat serveren
Serveerders serveren om en om, na de serve: wachtkamer
- Verdediging, verdedigd de bal —> pass naar 2/3 —> TR
- Passer —> wachtkamer
- wachtkamer —> komt erin voor de passer/verdediger
Waarom deze oefening?
- Blessure voorkomen
- Prestatie verbeteren
Hoe?
- Activeer sport-specifieke spieren
- Zenuwstelsel stimuleren dat betekent dat je spieren sneller zullen reageren
- Bewegingsbereik verbeteren
- Verhoog geleidelijk de intensiteit
- Bloedstroom door het hele lichaam verhogen
Alles 2x naar net en terug
- Jog vooruit + achteruit
- Carioca kruisbenen
- Side shuffles met zwaaiende armen
- Kick-up
- Kick-backs
- Korte sprongen met armswing
- Volledig lichaam overslaan met zwaaiende armen naar voren en naar achteren
- Draaiende lunges met draaiend bovenlichaam
- Zijwaartse lunges
- Voorbeenzwaaien
- Squad stretchen
- Wandelende ham stretch
- Waling glute stretch
- Lopende heupbuiger stretch
- Shuttle sprints 80 intensiteit
- Plooi sprongen
- 3 rondjes inlopen
- 2-tallen inspelen, pepperen
Variatie:- Grond aantikken 1 handen/2 handen
- Speelster beweegt vanaf pion op 3 meter naar achteren, hier speelt zij een pass.
- Speelster aan het net controleert, 1x BH, dan weer volgende bal voor de lopende speelster.
Variatie:- Smash, of bovenhandse aangooi.
- Nalopen voor de pass.
- Nalopen van de pass onder het net door.
Sparren in varia:
- 2 verdedigers (of 3)
- 1 setter
- 1 aanvaller
Grote afstand: alsof een service pass gespeeld word.
Setter speelt de bal naar de aanvaller, deze speelt een aanval, smash/push naar de verdedigers, deze spelen de bal naar de setter.
Om de 4 minuten wisselen.
Partijvorm
Het basisteam krijgt achtereenvolgens een;
Het basisteam krijgt achtereenvolgens een;
- Service,
- Aanval,
- Free ball, te verwerken.
- 2 uit 3 scoren is een punt en doordraaien, anders in dezelfde rotatie blijven staan.
- 2 vaste passers
- 3 aanvallers
- 3 blokkeerders
- Er wordt geserveerd en een side-out gespeeld.
- Na de side-out volgt een rallybal.
- Serveerder komt van positie 1 -2 ballen- en van positie 5 -2 ballen-.
- Serveerder gaat na de service verdedigen en blijft ook bij de rallybal staan.
- Service- en rallypass moesten naar verschillende aanvallers.
- Aanvaller die scoort blijft staan, aanvaller die niet scoort wisselt met de blokkeerder.
- 3 spelers verzorgen de servicepass.
- Om extra druk te creëren starten de passers steeds op de 3-meterlijn.
- Zodra de bal wordt opgegooid, verplaatsen en passen.
- Aan beide zijden 3 passers, om en om serveren.
- Speelveld bestaat uit 4 vakken, waarin steeds tweetallen plaatsnemen.
- Tweetallen draaien in op veld 1 en het is de bedoeling dat je je opwerkt naar veld 4.
- Als bij een tweetal een punt wordt gescoord of het tweetal maakt een fout, verlaten zij het veld.
- Alle tweetallen schuiven een veld op en een nieuw tweetal neemt plaats in veld 1.
In het begin eenvoudig, om warm te spelen.
Daarna uitbreiden met steeds meer wedstrijdelement en meer opdrachten.
Daarna uitbreiden met steeds meer wedstrijdelement en meer opdrachten.
Organisatie:
- 2 teams. 1 op ieder veld.
- Opstellen op 7 meter achter elkaar en 1 in het veld.
- Voorste speler heeft de bal
Uitvoering:
- 1e bal wordt over het net gegooid en de 1e speler op dat veld speelt de bal OH weer over het net. De richting maakt niet uit.
- Vervolgens speelt een speler deze bal ook OH over het net..
- Deze speler sluit achter de eigen rij weer aan.
- Als de bal op de grond valt of in het net, is er een punt verdiend.
- Meteen weer de bal over het net gooien.
- Bij 15 punten is er een winnaar.
Bij meerdere spelers extra opdrachten toevoegen zoals een bloksprong of een duik.
Organisatie:
- Aan één kant van het net staat een tweetal op de 3m
- Veld A op 2 en 3 en op veld B op 3 en 4
- De overige spelers verdelen aan de zijkant
- Starten op veld A op P2 op 3m-lijn met 1 bal
Uitvoering:
- Beginnen met diagonaal gooien naar P3
- Ná het gooien de eigen 7m-lijn aantikken en aansluiten op P3
- P3 speelt naar P3 en die weer naar P4
- Dan overspelen OH of BH
- Indien mogelijk verleggen naar de achterlijn
Extra: bij meer spelers ook de ander netposities gebruiken
- 3 rondjes inlopen
- 2-tallen inspelen, pepperen
- Grond aantikken 1 handen/ 2 handen.
- Speler beweegt vanaf de pion op 3 meter naar achteren, hier speelt hij/zij een pass. Speler aan het net controleert, 1x BH, dan weer volgende bal voor de lopende
speler.
Variatie: - Smash of bovenhandse aangooi.
- Diagonaal nalopen van de bal.
- Sparren in varia
- 2 of 3 verdedigers
- 1 setter
- 1 aanvaller.
- Grote afstand: alsof een service pass gespeeld word.
- Setter speelt de bal naar de aanvaller, deze speelt een aanval, smash/push naar de verdedigers, deze spelen op hun beurt de bal naar de setter. Om de 4 minuten wisselen.
2 groepen
- Groep 1 serveert.
- Groep 2 verzorgt service pass.
Na iedere pass positie naar rechts doordraaien en meest rechtse speelster gaat naar links.
Variatie:- Groep 2 beweegt vanaf de 3 meter naar achteren om de service te ontvangen
- Bal word gespeelt naar setter/TR.
- Afvangen van de bal.
- Bal wordt naar groep 1 gerold.
- Variatie: 2de bal.
- Variatie: Zelfde oefening nu met 2 buitenspeelsters.
Service/pass/aanval buitenspeelsters. Variatie: 2de bal
Gehele oefening draait om de kwaliteit van de service pass. Daarnaast een doel is het meebewegen van de overige speelsters.
- Gevolgd door een oefening met hoge intensiteit.
- 3 tal en 1 vaste setter verwerkt de service van de trainer, speelt de rally uit.
- Overige speelsters rapen ballen.
- 3 tegen 4 of 3 tegen 3
- TR begint de rally met een service.